Categorie: Politiek en beleid | Gepubliceerd: 19 maart 2025

Gevaarlijk potje Jenga: chemiebedrijven pakken de biezen

Na eerdere sluitingen bij Gunvor en Westlake kondigen ook Tronox, LyondellBasell en Covestro aan activiteiten te beëindigen in Rotterdam. In de provincie Zuid-Holland en de stad zelf gaan alle alarmbellen af, maar gebeurt dat ook in Tweede Kamer?

Een potje Jenga spelen met het industriecluser in Rotterdam is onverstandig, volgens een studie van het onafhankelijke Ciep-instituut. | Dreamstime | Snowingg | .com

Kort na het nieuws dat chemiebedrijf Tronox de deuren van haar pigmentfabriek in het Botlek gaat sluiten, kondigden gisteren (18 maart) ook LyondellBasell en Covestro een sluiting van een fabriek aan. Hun fabriek voor de productie van propyleenoxide en styreenmonomeer op de Maasvlakte zal tussen nu en eind 2026 permanent worden stilgelegd en voorbereid voor ontmanteling. Die beslissing is genomen omdat winstgevendheid van de productielocaties onder voortdurende druk staat. Dit wordt volgens de bedrijven veroorzaakt door wereldwijde overcapaciteit, een aanhoudend zwakke vraag, een toename aan importen uit Azië en hoge kosten in Europa.

In Rotterdam slaat het nieuws in als een bom, ook al is het al langer bekend dat de chemie in Rotterdam, en breder in Nederland en Europa, het erg zwaar heeft en al bijna 20 maanden op een rij krimpt. Havenwethouder Robert Simons stelt dat het sluiten van fabrieken “een domino-effect heeft op het gehele industriecluster”. Deltalinqs-voorzitter Victor van der Chijs spreekt namens bedrijven actief in de haven van “een zwarte dag” voor de stad. Los van dat hij het zonde vindt dat de bedrijven de deuren sluiten en er veel banen verdwijnen door onder andere hoge nettarieven en nationale heffingen/belastingen, noemt hij hun vertrek zorgelijk voor de Europese strategische afhankelijkheid. “De chemie hier in Rotterdam is een zeer efficiënt en productief cluster, dat veelal nauw verbonden is met andere ketens en bedrijven. Zodra een of meerdere schakels uit deze keten wegvallen, ontstaat er een ongewenst domino-effect met grote gevolgen.” Van der Chijs wijst op een recente studie van het Centre for International Energy Policy (Ciep) waarin worden gewezen op de gevaren van de-industrialisatie in Europa en Nederland in het bijzonder. De boodschap van dat rapport: ‘speel geen Jenga met de Nederlandse industrie’. 

Urgente steun

Met de Zuid-Hollandse gedeputeerde voor haven en industrie Arne Weverling schreef wethouder Simons afgelopen maand al een brandbrief aan het Rijk voor urgente steun in de Voorjaarsnota 2025. Daarin pleiten ze voor een transitiewet in combinatie met een investeringsagenda en enkele daarbij horende acties. Zo willen ze dat er gewerkt wordt aan een gelijk speelveld met buurlanden, bijvoorbeeld door te stoppen met eigen heffingen bovenop de EU-regels, zoals de CO2- en plasticheffing. De marktvraag naar schone en hernieuwbare energie moet verder worden gestimuleerd. In CO2-opslag en -transportinfrastructuur moet worden geïnvesteerd. Netcongestie moet aangepakt met onorthodoxe maatregelen. En tot slot is er een juridisch houdbaar plan nodig om de neerslag van stikstof significant te verlagen.

Tweede Kamer aan zet

Donderdagavond (20 maart) zal de Tweede Kamer plenair spreken over het industriebeleid, dat uiteindelijk over veel meer gaat dan de toekomst van een aantal grote chemiebedrijven in Nederland. Weverling bijvoorbeeld waarschuwt dat als te veel bedrijven vertrekken, Nederland voor belangrijke producten, zoals medicijnen en energie, te afhankelijk worden van andere landen. En dat als er niet meer geïnvesteerd wordt in de bestaande bedrijven, deze zullen verouderen en Nederland "langer vies blijft". En Simons weet dat voor elke baan in de chemische sector er veel andere indirecte banen zijn die afhankelijk zijn van deze industrieën. De vraag is of het gevaar van het domino-effect, dat ook bedrijven uit de afvalsector kan raken, niet alleen in Rotterdam, maar ook in Den Haag wordt onderkend.