De VNG, NVRD en Verpact maken zich op om een klap te geven op nieuwe afspraken over de inzameling van verpakkingen. Hun achterbannen kunnen zich nu gaan buigen over een onderhandelingsresultaat.
Gemeentelijke partijen lieten het verpakkend bedrijfsleven een jaar geleden weten geen trek te hebben in een verlenging van de Ketenovereenkomst Verpakkingen met 5 jaar. Ze vonden het tijd voor nieuwe afspraken over onder andere maximaal hergebruik/recycling van kunststof verpakkingsafval, afkeur en vervuiling en de totstandkoming van de kostenvergoedingen.
Onder leiding van onafhankelijk gespreksleider Dick Benschop werd er maandenlang onderhandeld, maar het lukte niet om nieuwe afspraken met ingang van het nieuwe jaar rond te krijgen. Tegen het eind van het jaar werd daarom besloten de ketenovereenkomst met 1 jaar te verlengen met op enkele punten aanvullende afspraken, zoals een 4 procent hogere vergoeding voor elke ton afval ingezameld via bron- of nascheiding.
Inmiddels zit er echter schot in de zaak. De VNG, NVRD en Verpact zijn in een vergevorderd stadium met het maken van nieuwe afspraken over de inzameling van verpakkingen. De komende weken wordt er al een onderhandelingsresultaat voorgelegd aan de achterbannen. Daarbij vragen de onderhandelaars om mandaat om de afspraken te vertalen in een nieuwe ketenovereenkomst.
Uit het onderhandelingsresultaat wat de VNG inmiddels op haar website heeft geplaatst blijkt dat de partijen hun gezamenlijke inzet op kwaliteit drastisch willen versterken – bij de onderhandelingen een topprioriteit voor het verpakkend bedrijfsleven. Hiertoe is een Plan van Aanpak Kwaliteit opgesteld. Uitgangspunt is bronscheiding toe te passen waar dit kan, nascheiding waar het nodig is. Het betekent dat nascheiding als het ware gereserveerd moet blijven voor die gemeenten/wijken waar dit de komende jaren nog de beste oplossing is.
Ook is de afspraak gemaakt in te zetten op het uitfaseren van slecht functionerende brengsystemen, te beginnen met de gemeenten (gebieden) waar de vermenging met andere afvalstromen het grootst is. Gemeenten worden gestimuleerd aan de slag te gaan om de gewenste kwaliteitsverbetering vorm te geven, waarbij nader zal worden gesproken over eventueel benodigde compensatie en het tijdsbestek voor uitfasering.
Voor faire en voorspelbare kostenvergoedingen willen de partijen ook stappen zetten. Ze zijn een nieuwe systematiek overeengekomen waarin de visuele inspectie van materiaal verdwijnt en de afkeur van materiaal (met als gevolg onnodige verbranding van pmd en hogere kosten) niet meer voorkomt.
Dat komt tegemoet aan het grote bezwaar van gemeenten in de huidige afspraken. Een belangrijk verschil met de huidige vergoedingensystematiek is dat er in de nieuwe afspraken een vergoeding wordt verstrekt voor de inspanningen die worden verricht en dat deze voorspelbaar is. Dit geldt voor zowel gemeenten die pmd inzamelen via bron- als nascheiding. Daarnaast is er een financiële prikkel ingebouwd in de vorm van vergoedingscategorieën (staffels). Hierbij speelt de mate van vervuiling en de inzamelmethodiek een betekenisvolle rol. Gemeenten zijn ook zelf verantwoordelijk om bij te dragen aan de verbetering van hun inzamelsysteem.
Verder is het vergroten van de transparantie een belangrijke pijler in de hernieuwde samenwerking. Zo zal er in de werkwijze meer aandacht zijn voor het gezamenlijk vormgeven en vaststellen van onderzoeken en andere opdrachten, om te borgen dat de uitkomsten door alle partijen gedragen worden. Hiermee ontstaat er een gemeenschappelijke set aan data en inzichten die verder sturing zullen geven aan de gemeenschappelijke inspanningen op weg naar meer circulariteit. Waar partijen toch in een verschil van mening geraken wordt er een onafhankelijke commissie van arbitrage in het leven geroepen, die met bindende uitspraken zal komen. Aan een lange historie van gesteggel tussen gemeentelijke partijen en het verpakkend bedrijfsleven moet zo een eind komen.
In een schrijven gericht aan staatssecretaris Chris Jansen van Infrastructuur en Waterstaat geeft gespreksleider Dick Benschop zijn opdrachtgever nog een aantal aanbevelingen mee zodat de samenwerking tussen gemeenten en verpakkend bedrijfsleven nu echt een vlucht kan nemen. Hij vindt dat Jansen duidelijkheid moet geven over overlappende verantwoordelijkheden, daar waar verantwoordelijkheden van de producenten (via de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid) en de gemeenten (met de wettelijke plicht afval in te zamelen) elkaar raken.
Ook zou de staatssecretaris zo snel mogelijk duidelijk moeten bieden over of er standaardisatie van inzameling zal plaatsvinden of dat partijen in een systeem blijven waarbij gemeenten via benchmarking en kwaliteitsplannen de opbrengsten verbeteren. Ook beveelt hij hem aan de toepassing van nascheiding beter te toetsen aan de wettelijke voorwaarden. Verder ziet Benschop dat partijen hun aanpak graag ondersteunen met een landelijke communicatie-campagne in samenwerking met de Rijksoverheid. Zijn aanbeveling is dus om deze zo'n campagne in gezamenlijkheid verder vorm te geven. Ook zou er zo snel mogelijk gewerkt moeten worden met een Europees pictogram voor verpakkingen (als daar een klap op is gegeven) dat duidelijkheid geeft welke verpakkingen bij pmd horen en welke niet.
De besturen van de VNG en NVRD leggen het onderhandelingsresultaat met een positief advies voor aan de Algemene Ledenvergadering (ALV) van de VNG op 18 juni en van de NVRD op 19 juni. Bij Verpact zal de Raad van Toezicht het resultaat beoordelen.
Om gemeenten goed te informeren over het voorstel en wat dit betekent voor de uitvoering van de inzameling, organiseren de VNG en NVRD op 3 juni een webinar. Tijdens dit webinar lichten ze, in aanwezigheid van Verpact, het ALV-voorstel toe en is er ruimte om vragen te stellen. Het webinar is alleen te volgen door medewerkers en bestuurders van gemeenten en afvalbedrijven.