Na het uitblijven van goedkeuring op een saneringsvoorstel heeft het Haagse textielrecyclingbedrijf I-did uitstel van betaling aangevraagd.
Het gaat voornamelijk om een betalingsachterstand van de huur van een pand. Van april tot en met oktober 2024 heeft I-did geen huur betaald aan verhuurder Starterspanden. De totale huurachterstand, huur plus servicekosten, was per 16 juni 2025 opgelopen tot ruim 169.000 euro. Het textielrecyclingbedrijf had echter niet alleen een huurbetalingsachterstand, maar ook schulden bij de Belastingdienst en het UWV. Die laatstgenoemde schulden zijn ontstaan tijdens de coronapandemie.
I-did geeft zelf aan dat de financiële problemen begonnen tijdens die pandemie. Het textielrecyclingbedrijf investeerde in die periode in de bouw van een eigen recyclingfabriek om grotere klanten te kunnen aantrekken en meer omzet te kunnen realiseren. Voor de komst van deze fabriek ontving het bedrijf in 2023 Europese subsidie: van de 200.000 euro heeft het bedrijf inmiddels ruim 166.000 euro ontvangen. De bouw van de fabriek liep echter vertraging op door de pandemie en tegelijkertijd vielen opdrachten weg en namen de kosten toe. Ondanks bezuinigingen en “een hernieuwde focus”, zoals I-did op haar site schrijft, bleken de financiële gevolgen structureel.
Om perspectief te bieden stelde I-did een saneringsvoorstel op. Een ruime meerderheid (80 procent) van de crediteuren stemde hiermee in. De Belastingdienst gaf, ondanks herhaald verzoek, geen akkoord op dit voorstel. Door het uitblijven van volledige goedkeuring komt het traject van de sanering tot stilstand en heeft I-did uitstel van betaling aangevraagd. Het recyclingbedrijf onderzoekt momenteel de gevolgen en welke opties er zijn.
Vanuit het belang van inclusieve werkgelegenheid voor de stad en de wens om bij te dragen aan de vestiging van duurzame ondernemers heeft de gemeente Den Haag I-did kunnen ondersteunen bij de vestiging in Den Haag. Zo is de gemeente een van de aandeelhouders van verhuurder Starterspanden. De directeur van Starterpanden is onder meer coulant omgegaan met de betalingsachterstand. Op de vraag van I-did of de gemeente een garantie kon verstrekken op de huur of een lening kon verstrekken, liet Den Haag echter weten dat dit niet tot haar instrumentarium behoort.
Desondanks valt de aanvraag voor uitstel van betaling het college van burgemeester en wethouders van de Hofstad zwaar. “De kans is groot dat een voor Den Haag belangrijk bedrijf verdwijnt, dat een beeldbepalende bijdrage levert aan een duurzame economie en werk en ontwikkelingskansen bood aan een groot aantal inwoners van de stad.”
Daarnaast heeft het mogelijk aanstaande faillissement van I-did mogelijk ook gevolgen voor Starterspanden. De huuropbrengsten van I-did vormen namelijk een forse bijdrage voor de totale omzet van de verhuurder, waardoor ook de andere huurders van het pand en de meerjarenbegroting van Starterspanden worden bedreigd. Vooralsnog is de consequentie dat – afhankelijk van de vraag of een doorstart mogelijk is – een nieuwe verhuurder gevonden moet worden.