Categorie: Circulaire activiteiten | Gepubliceerd: 18 juli 2025

Oplossingen voor verbranding kunststoffen onder de loep

Rebel heeft twee beleidsinstrumenten onderzocht waarmee de verbranding van kunststoffen substantieel kan worden verminderd en die zo'n 150 kton extra recyclaat kunnen opleveren.

Door nascheiding van afvalstromen te verplichten kan er in Nederland flink meer recyclaat worden geproduceerd, al moet daarvoor wel een aantal randvoorwaarden op orde zijn. | AfvalOnline

Een verplichte nascheiding van onvoldoende of onjuist gescheiden kunststofstromen én een invoering van een best beschikbare werkwijze (BBW) voor nascheidingsinstallaties, waarmee afspraken over sorteerrendementen en het uitsorteren van meer kunststofstromen worden afgedwongen. Adviesbureau Rebel onderzocht onlangs voor het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat hoe deze twee beleidsinstrumenten de verbranding van kunststof kunnen verminderen. Dat is hard nodig, want in Nederland belandt volgens een ander adviesbureau, Haskoning, jaarlijks nog meer dan de helft van het kunststofafval (ruim 800 kton) in verbrandingsovens.

Vooral voordelen

Verplichte nascheiding van restafval van kantoren, winkels en dienstenbedrijven (KWD-sector), afgekeurde pmd-stromen van huishoudens en afval uit openbare prullenbakken zal in ieder geval leiden tot meer uitgesorteerde stromen kunststof verpakkingen en drankenkartons. Bij voldoende nascheidingscapaciteit kan een verplichting jaarlijks leiden tot circa 83 kton extra recyclaat, met (afhankelijk van de mate waarin het recyclaat fossiel kunststof vervangt) een vermeden uitstoot van 61 tot 231 kiloton CO2-equivalent, becijferde Rebel. Een instrument waar iets voor te zeggen is dus, ook omdat nascheiding voor afgekeurd pmd en afval uit prullenbakken de enige oplossing is om verbranding te voorkomen. Wel zit er een risico aan verplichte nascheiding van restafval van de KWD-sector. Want wat doet dat met bereidheid van bedrijven om aan de bron goed te scheiden? Rebel stelt dat heldere financiële prikkels cruciaal zijn.

De invoering van een BBW voor nascheidingsinstallaties verbetert volgens Rebel het rendement van bestaande nascheiding door ook andere kunststofhoudende stromen dan verpakkingen (zoals luiers, harde plastics, textiel en AEEA) uit te sorteren, wanneer dit technisch én economisch haalbaar is. Zo kan ongeveer 61 kton extra recyclaat worden gewonnen, met (afhankelijk van de mate waarin het recyclaat fossiel kunststof vervangt) een vermeden uitstoot tussen de 49 en 107 kton CO2-equivalent. Rebel verwacht echter dat deze stromen niet allemaal technisch en economisch rendabel te verwerken zijn. De stromen die wél technisch en economisch rendabel te verwerken zijn, kunnen worden opgenomen in de BBW, wat voor deze stromen zal leiden tot meer recycling en dus voor vermeden uitstoot. Voor de rendementen voor kunststof verpakkingen en drankverpakkingen voegt het instrument slechts beperkt of niets toe, omdat Verpact al hoge rendementseisen hanteert.

Gouden combinatie

Rebel ziet dat een combinatie van beide instrumenten zorgt voor een versterkend effect. Zo wordt meer input nagescheiden én het rendement oftewel de relatieve output verhoogd. Juridisch en technisch ziet het adviesbureau geen problemen voor invoering. Aandachtspunten zijn wel de onzekerheden rondom de impact van de instrumenten door lage marktprijzen voor recyclaat en de beperkte vraag naar sommige fracties én de uitdagingen in vergunningverlening en fysieke ruimte die ontstaan bij forse uitbreidingen van de nascheidingscapaciteit. Ook stelt Rebel dat het financieel en bestuurlijk cruciaal is om duidelijke afspraken te maken over kostenverdeling tussen gemeenten, producentenorganisaties (zoals Verpact) en bedrijven.

Het advies aan de overheid is om te starten met het opstellen van een BBW waarbij alle nascheiders betrokken worden, ook als hier nog geen directe juridische verplichting aan verbonden is. Verder moet nascheiding van afgekeurd pmd de norm worden, bij voorkeur via afspraken in een nieuwe Ketenovereenkomst Verpakkingen, en moet nascheiding van KWD-afval de prioriteit krijgen vanwege het grote potentieel aan vermeden volume dat verbrand wordt en daarmee de significante milieuwinst.

In communicatie met stakeholders en beleidsvorming zal steeds het gemeenschappelijke doel – het voorkomen van verbranding van recyclebare kunststoffen – benadrukt moet worden. Stakeholders moeten betrokken worden om draagvlak te onderzoeken en uitvoerbaarheid te versterken. En tegelijk moeten vergunningsprocedures tegen het licht worden gehouden om een eventuele benodigde capaciteitsuitbreiding snel in te kunnen vullen.

Prijsverschil wegnemen

Naast aanbevelingen over de instrumenten, beveelt Rebel als alternatieve beleidsrichting tot slot nog aan om het prijsverschil tussen recyclaat en virgin kunststoffen weg te nemen. Dat kan door heffingen of belastingen op virgin kunststoffen of juist door recyclaat te subsidiëren. Wat het bureau betreft moet hierbij aandacht zijn voor het feit dat we ons in een open, Europese markt begeven met vrij verkeer van goederen en diensten. Dit betekent dat kostprijsverhogende maatregelen, zoals belastingen, bij voorkeur in Europees verband genomen dienen te worden, om een ongelijk speelveld voor Nederlandse bedrijven te voorkomen.

Het Rebel-rapport is onderdeel van een verkenning naar beleidsopties om te voorkomen dat recyclebare materialen worden verbrand.