Het aandeel van afval dat wordt ingezet in Nederland als biobrandstof is opnieuw hoog. Afvalwater van palmoliemolens en gebruikt frituurvet worden hiervoor het meeste gebruikt.
De Richtlijn hernieuwbare energie (Renewable Energy Directive (Red)) en de Richtlijn brandstofkwaliteit (Fuel Quality Directive (FQD)) verplichten EU-lidstaten om het aandeel hernieuwbare energie in vervoer te verhogen en de broeikasgasuitstoot van transportbrandstoffen te verminderen. In 2024 hebben alle individuele brandstofleveranciers voldaan aan hun verplichtingen voor de inzet van hernieuwbare energie en emissiereductie. De hernieuwbare energie heeft diverse bronnen, waaronder diverse soorten afval. En Nederland is één van de koplopers in Europa als het gaat om de inzet van afvalstromen en residuen voor biobrandstoffen.
Met 91 procent was in 2024 het aandeel afval in de biobrandstoffen weer hoog, net zoals in voorgaande jaren. Dit afval bestond voor 30,6 procent uit afvalwater van palmoliemolens (Pome). Het was daarmee voor het eerst de meest gebruikte grondstof, in 2023 ging het nog om 20 procent. Gebruikt frituurvet had met 25,8 procent in 2024 ongeveer hetzelfde aandeel als in 2023. Bij voedselafval ging het vorig jaar om 11,6 procent, een daling van de 16,6 procent het jaar ervoor. De categorie ‘overig afval’ was 3 procent in 2024. Hieronder vallen onder meer zuiveringsslib, tallolie, stedelijk afval en bosbouw residuen.
Nederland blijkt dus ook nog eens koploper in Europa als het gaat om inzet van afvalstoffen en residuen voor biobrandstoffen. Het gaat om 76 procent van het totaal. Terwijl het gemiddeld in Europa om ongeveer 41 procent gaat. Daarbij was het aandeel gebruikt frituurvet in Nederland met 25,8 procent hoger dan het gemiddelde Europese aandeel van ongeveer 8 procent. Dat komt overigens niet doordat Nederlanders zoveel friet (of patat) eten; het gebruikte frituurvet is uit verschillende landen afkomstig, maar vooral uit China (41,2 procent) en Maleisië (8,5 procent).
Het nu demissionaire kabinet liet eind vorig jaar nog weten dat het de inzet van biogrondstoffen als een cruciaal onderdeel zag van de transitie naar een klimaatneutrale en circulaire samenleving in 2050. Het is afwachten of een nieuw kabinet deze lijn doorzet.