Een meerderheid van de Nederlanders kocht het afgelopen jaar minstens een keer iets tweedehands. Kwaliteit en prijs zijn daarbij de voornaamste motivaties, maar ook het (minder) afvalaspect speelt een belangrijke rol.
Zo’n 61 procent van de Nederlandse bevolking kocht het afgelopen jaar wel eens tweedehands spullen. Hierbij gaat het voornamelijk om speelgoed, meubels, kleingoed en textiel. Materiaalstromen zoals bouwmateriaal, hout en ijzer doen zijn tweedehands het minste in trek. Tweedehands aankopen worden het liefst gedaan via kringlooporganisaties en marktplaats. Vooral kringloopwinkels zijn erg populair onder inwoners met lage inkomens. Inwoners die het afgelopen jaar niets tweedehands hebben gekocht, terwijl zij dat in eerdere jaren wel deden, deden dat dit jaar voornamelijk niet omdat er geen noodzaak voor was. Dat blijkt uit onderzoek dat Verian heeft uitgevoerd in opdracht van Branchevereniging Kringloop Nederland en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de houding en het aankoopgedrag van consumenten ten aanzien van tweedehands spullen. Ook heeft Verian in kaart gebracht welke wensen en behoeften er spelen als het gaat om aankoopkanalen voor tweedehands spullen. Aan het onderzoek hebben bijna 1.600 mensen meegedaan.
Kwaliteit van het product en de lage prijs worden aangegeven als de belangrijkste aspecten bij het kopen van tweedehands spullen. Kwaliteit is voor 25 procent van de respondenten ‘heel belangrijk’ en voor 64 procent ‘belangrijk’. Bij de prijs zijn die percentages 17 procent en 62 procent respectievelijk. Ook duurzaamheid en milieuvriendelijkheid zijn voor 10 procent van de respondenten ‘heel belangrijk’ en voor 40 procent ‘belangrijk’.
Vijftig procent van Nederland koopt dus tweedehands spullen, in ieder geval deels uit milieuoverwegingen. Voor ruim de helft (54 procent) gaat het erom dat zij op deze manier minder afval produceren. Andere belangrijke maatschappelijke aspecten zijn tweedehands als alternatief voor fast-fashion en massaproductie (20 procent), en minder CO2-uitstoot (14 procent).
Iets meer dan een op de tien Nederlanders (13 procent) heeft nog nooit iets tweedehands gekocht. Opvallend is dat vooral de jongste categorie respondenten (18-24 jaar) en de oudste categorieën (55-64 en 65+) hierin ver vooroplopen. Jongeren maken 16 procent uit van deze groep, 55 tot en met 64-jarigen 14 procent, en 65-plussers zelfs 23 procent. Van al deze mensen geeft 56 procent aan dat niets hen kan overtuigen om ooit tweedehands te kopen.