Categorie: Ketens en markten | Gepubliceerd: 17 juli 2024

Wenkend perspectief voor textielrecycling hard nodig 

Vezel-tot-vezelrecycling zou er in potentie voor kunnen zorgen dat 18 tot 26 procent van de totale hoeveelheid textielafval in Europa duurzaam verwerkt wordt. Dat stelde onderzoeksbureau McKinsey in 2022. De realiteit is echter dat wereldwijd hooguit 2 procent van het textielafval gerecycled wordt tot vezels. Initiatieven zijn er best, ook dicht bij huis, maar opschaling blijkt een harde dobber. 

"In werkkleding is zo'n ander kleur vezeltje niet zo erg."
Foto: Dreamstime

In februari 2024 viel het doek voor Renewcell1. De innovatieve Zweedse onderneming had pas in december 2022 haar deuren geopend om Circulose te produceren, een materiaal gemaakt van gerecycled textielafval waarvan nieuwe vezels gemaakt konden worden. De officiële reden voor het faillissement luidde dat Renewcell de financiering voor de lange termijn niet rond kreeg. “Het is een bewijs van gebrek aan leiderschap en het noodzakelijke tempo van verandering in de mode-industrie”, sneerde Michael Berg, voorzitter van de raad van bestuur van Renewcell. Een uitgebreide analyse van het faillissement door Bloomberg wees op problemen in de toeleveringsketen en een gebrek aan betrouwbare klanten, volgens het persbureau een waarschuwingssignaal voor de hele sector. Aanleiding voor Vakblad Afval! om contact te zoeken met twee bedrijven die net uit de startblokken zijn om de markt te gaan voorzien van gerecyclede vezels: Bright.fiber Textiles en Purfi. Hoe vergaat het hen in de huidige marktomstandigheden?

‘Niet ideaal’ 

“Het punt van die hele modesector is dat het een prijsvechtersmarkt is geworden waarin we elkaar gek maken om zo goedkoop mogelijk zo veel mogelijk collecties per jaar te maken. Als daar geen verandering in komt, gaat het mis, want dan wordt iedere partij overal in de keten uitgeknepen. En dat is niet alleen in Azië, daar doen we met zijn allen aan mee”, begint Ellen Mensink, oprichter van Bright.fiber Textiles. De onderneming werkt in Amsterdam aan de oprichting van een circulaire grondstoffenfabriek die textielafval duurzaam gaat verwerken tot nieuwe vezels en garen. Voor de afzet van die vezels richt Bright.fiber zich met name op grote fashionmerken en de bedrijfskledingmarkt. De officiële opening van de installatie is voorzien in september. Dat de huidige omstandigheden niet ideaal zijn, kan Mensink beamen. “De omzet in de fashionmarkt is de afgelopen maanden sterk teruggelopen, dus het is nog een veel ergere vechtmarkt geworden.” 
In Waregem, België, draait sinds 2021 de installatie van Purfi, die postindustrieel (snij)afval en postconsumer afval recyclet. Jaarlijks produceert Purfi zo’n 3 kton gerecyclede vezels die nu vooral worden toegepast in werkkleding. Er was ook een traject gestart om de Purfivezels toe te passen in fashionkleding, vertelt general manager Koen de Ruyck. “Anderhalf jaar geleden hebben we verschillende testen uitgevoerd en prototypes gemaakt in samenwerking met enkele bekende brands, om onze vezels toe te passen in T-shirts en polo’s. Maar brands hebben het nu moeilijk, dus dat is voorlopig gestaakt. Een van de merken waarmee we werkten heeft bijvoorbeeld te maken met een omzetvermindering van tussen de 35 en 50 procent. Er werkten daar vijftien mensen op duurzaamheid, waarvan er nu negen weg zijn. Dus je ziet, als het minder goed gaat in de markt, gaat dat helaas nog altijd direct ten koste van investeringen in duurzaamheid.”  

Geen definitie 

De Ruyck herkent de druk in de keten om kosten omlaag te brengen. “Onze vezels zijn zo’n 15 tot 20 procent duurder dan virgin vezels. Maar in het eindproduct maken die grondstofkosten amper iets uit. Loonkosten, confectiekosten of transportkosten drukken allemaal veel zwaarder. Maar toch zitten partijen dan bij ons aan tafel met een excelsheet te kijken of de grondstoffen niet goedkoper kunnen.” Net als De Ruyck verbaast ook Mensink zich over de druk om de prijs van gerecyclede grondstoffen omlaag te brengen. “Dan zijn we aan het afknijpen op een plek in de keten waar we niet moeten afknijpen. Het blijkt namelijk dat de consument best bereid is om 10 procent meer te betalen als die zeker weet dat iets duurzaam is. Het probleem is echter dat ze dat nu niet weten, omdat er geen goede definitie is van wat duurzaam gerecycled is. Daardoor is duurzaamheid nu simpelweg een businessopportunity, en als de modesector ergens goed in is, dan is het wel om met veel marketingbudget een verhaal te vertellen.”  
Toch is verandering op komst, meent Mensink. “In het najaar van 2023 tikte de Reclame Code Commissie Primark op de vingers vanwege misleidende duurzaamheidsclaims op posters. Zo was er een poster waarop stond ‘Wij maken onze kleding circulair’. In kleine letters op diezelfde poster stond echter dat kleding tegen 2027 recyclebaar zal zijn. De commissie meende dat die nuancering de consument waarschijnlijk zou ontgaan en vond daarnaast dat niet duidelijk was dat ‘circulair’ in deze context dus eigenlijk ‘recyclebaar’ betekende.” Ook in hoger beroep bleef dit oordeel overeind. De Primark-zaak toont volgens Mensink aan dat de tijd daar is om duidelijk te definiëren wat duurzaam gerecycled is, daar regelgeving omheen te bouwen en die te handhaven. “Zolang misleiding toe wordt gestaan, kunnen de echt duurzame initiatieven namelijk geen hogere prijs vragen. Aanbestedende partijen die duurzaamheid in een aanbesteding opnemen, hebben te weinig handvatten om echte duurzaamheid te herkennen en waarderen, en kiezen dan maar al te vaak voor het aanbod met de laagste prijs, waarbij ze ook een vinkje kunnen zetten bij ‘duurzaam’ en ‘gerecycled’. Want dat staat er immers.” Zolang dat de praktijk is, is het volgens haar ook lastig om de duurzame initiatieven op te schalen, wat weer nodig is om de kosten naar beneden te brengen.  

Kwaliteit 

Om ervoor te zorgen dat textielrecyclers grondstof in een bepaalde consistente compositie en kleur kunnen aanbieden aan de fashionsector, is volume nodig, merkt Mensink op. Maar de toestroom van fast fashion brengt de kwaliteit van het textiel op de markt omlaag. “Lage kwaliteit textiel kan Bright.fiber ook recyclen, maar dan blijft het een lage kwaliteit”, zegt ze. “En net als bij producten van virgin materiaal, kun je daar geen hogere prijs voor vragen.” Funest voor het circulaire businessmodel, dus. Daarnaast is het een uitdaging om te voldoen aan de kwaliteitsvraag van de fashionindustrie, vertelt De Ruyck. “Persoonlijk vind ik het niet erg als er een zwart of rood vezeltje te zien is in een wit T-shirt. Sterker nog, dat toont aan dat het product echt gerecycled is, en er geen sprake is van greenwashing. In werkkleding is zo’n ander kleur vezeltje niet zo erg, maar in de fashionindustrie is die look wellicht belangrijker.”  

Lange adem 

Grote ondernemingen en overheden moeten door middel van hun inkoop de bredere inzet van gerecyclede vezels gaan stimuleren, is ook de overtuiging van De Ruyck. Hij ziet daarin vooral in Nederland en Frankrijk al positieve voorbeelden. “In België zijn we weliswaar heel goed in sorteren, maar hier ontbreekt het aan het stimuleren van de inzet van die grondstoffen. In Nederland en Frankrijk lopen ze echt voorop met uitgebreide producentenverantwoordelijkheid en interessante opdrachten. De gemeente Rotterdam is bijvoorbeeld bezig met een tender voor werkkleding, waarin ze vraagt om de toepassing van recycled content en om het product aan het einde van de levensfase terug te nemen. Bij de brandweer in Frankrijk loopt een soortgelijke grote tender.” Van dat soort opdrachten moet Purfi het nu hebben. Maar qua volume is het echt niet genoeg. Purfi heeft de hoop dan ook gevestigd op Europese regelgeving en de doelstellingen voor de verplichte inzet van recycled content. “Zodra die er zijn zullen de brands wel direct weer aan onze deur staan en kan Purfi in België gaan uitbreiden met nog twee productielijnen. In de tussentijd is het een kwestie van een lange adem hebben.” Omdat Purfi een joint venture is van textielproducent Concordia Textiles en een Amerikaanse investeerder, hangt het bedrijf niet – zoals De Ruyck het noemt – aan het subsidie-infuus. “Gelukkig maar. Onder de koepel van Concordia kunnen we makkelijk personeel anders inzetten, anders zouden we het niet redden.”  

Vlak na het interview met Mensink werd bekend dat het faillissement was aangevraagd voor het circulaire modemerk Loop.a life, onderdeel van Brightloops, dat ook is opgericht door Mensink. Voor de oorzaken wees Brightloops/Loop.a life naast de ingezakte fashionmarkt naar fast fashion, greenwashing van grote merken, en achterblijvende regelgeving die hogere kosten voor duurzame kleding niet compenseert. Het faillissement van Brightloops heeft geen gevolgen voor de grondstoffenfabriek van Bright.fiber, laat Mensink aanvullend weten. In de tussentijd blijft ze optimistisch. “Als ondernemer neem je nu eenmaal risico’s en ik zie in alles dat de consument klaar is voor duurzaam textiel en ook retailers weten ons nu te vinden. Alleen de fashionmerken doen nog niet echt mee, en is het nog wachten op de overheid, die er zo langzamerhand niet meer onderuit kan om een stap te maken. Maar het is nu eerder een kwestie van één of twee jaar, dan van vijf of tien jaar. En daar anticiperen wij op met onze fabriek.”  

1 Vlak voor publicatie van dit artikel werd bekend dat Renewcell een doorstart zal maken onder de naam Circulose dankzij financiering van de Zweedse investeringsmaatschappij Altor. 


Auteur: Senta in 't Veld