In de zoektocht naar een sparringpartner raakte Eric Kempenaars van Kempenaars Recycling in gesprek met CellMark. Sinds eind december is de overname door de Zweedse internationale handelsonderneming een feit. “Het verkrijgen van een R3-status is belangrijk voor onze toekomst.”
Directeur Eric Kempenaars van het papier- en kunststofrecyclingbedrijf Kempenaars Recycling uit Roosendaal kende afgelopen november een paar slapeloze nachten. Eigenlijk zou hij samen met CellMark diezelfde maand nog tekenen voor de overname door de Zweedse handelsonderneming. Een brand bij het recyclingbedrijf leek echter roet in het eten te gooien. “Ik ben een paar dagen bang geweest dat de overname van de baan zou zijn”, laat Kempenaars enkele maanden later weten. “Gelukkig konden we de overnamepapieren eind december alsnog ondertekenen.” Welk bedrag met de overname gemoeid is, willen beide partijen niet zeggen.
Ook CellMark schrok van de brand, vertelt managing director Nick Scheepens van CellMark Recycling Europe. “Onze directie in Zweden wilde direct weten hoe dit kon gebeuren en in hoeverre Kempenaars Recycling nalatig was geweest”, geeft hij aan. Ondanks onderzoeken van CellMark en Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant blijft de oorzaak van de brand tot op heden onduidelijk. “De brand was op een locatie, die we alleen gebruikten voor de opslag van gerecyclede kunststoffen in bigbags”, vertelt Kempenaars. “Er stond zo’n 2 kton plasticrecyclaat, waarvan zo’n 600 ton door de brand verloren is gegaan. Dat is het bovenste deel van het kunststofrecyclaat dat in de verschillende bigbags zat. Er stonden geen sorteer- of recyclingmachines. Dat heeft ervoor gezorgd dat de overname is doorgegaan.”
Stappen zetten in chemisch recyclenKempenaars Recycling heeft de afgelopen maanden stappen gezet in de chemische recycling van plastic. Het gaat dan vooral om P0, de zwarte kunststof die scanners met Nabij-InfraRood-technologie niet kunnen herkennen. “De CO2-uitstoot bij chemische recycling is enorm, maar gezien de ontwikkelingen wilde ik de mogelijkheden hiervan onderzoeken”, legt Eric Kempenaars uit. “De chemische recycling doen we niet zelf. Ik ben in contact gekomen met een chemische recycler in Rotterdam, die onze P0-kunststof verwerkt. De recycler is tevreden over de testen die hij heeft gedaan.” De bedoeling is dat de chemische recycler van de P0-kunststof olie maakt, die Shell verder verwerkt om als brandstof te kunnen inzetten. Kempenaars verwacht jaarlijks zo’n 3 tot 4 kton P0 te kunnen leveren. |
Het belang van de overname is volgens Kempenaars enorm voor het voortbestaan van zijn recyclingbedrijf. Sinds begin deze eeuw is hij betrokken bij het familiebedrijf, dat zijn opa Harry Kempenaars in 1946 heeft opgericht. “Mijn opa richtte zich vooral op het innemen, sorteren en verhandelen van oudpapier”, vertelt hij. “Mijn vader Bert nam het bedrijf in 1977 over, en samen met mijn broer Michel heb ik het bedrijf weer in 2007 van onze vader overgenomen. Bij het inzamelen van oudpapier leverden we onze klanten ook al standaard een container om plasticfolies in te nemen. In 2011 besloten we die werkzaamheden uit te breiden en ons met Kempenaars Plastic Recycling ook op harde kunststoffen te gaan richten.”
Kempenaars merkte dat de kunststofrecyclingsector compleet verschillend is van het inzamelen en verhandelen van oudpapier. “In de oudpapiersector gaat het om het verzetten van volumes”, vertelt hij. “Jaarlijks doen we zo’n 200 tot 250 kton oudpapier, dat afkomstig is van gemeenten, bedrijven en de provincie Zeeland, en zo’n 30 kton kunststofafval dat afkomstig is van milieuparken en uit België. De kunststofrecyclingsector is veel uitdagender, door de wet- en regelgeving, de vele verschillende soorten kunststof en de huidige langdurige crisis in kunststofrecycling. Ik merkte dat Kempenaars Recycling te groot werd voor het servet en te klein was voor het tafellaken. Daarbij is mijn broer zo’n drie jaar geleden als aandeelhouder gestopt, waardoor ik volledig eigenaar van het bedrijf ben geworden. Ik zocht naar een sparringpartner. Ik had wel gesprekken met mijn management, maar uiteindelijk moest ik steeds zelf de knoop doorhakken voor een al maar groeiend bedrijf. Die combinatie van factoren heeft ervoor gezorgd dat ik Kempenaars Recycling wilde verkopen, ook al is dat om emotionele redenen niet eenvoudig met een familiebedrijf dat bijna tachtig jaar bestaat.”
Kempenaars geeft aan dat hij de afgelopen periode meerdere gesprekken met afval- en recyclingbedrijven heeft gehad over een mogelijke overname. “Ik wilde een goed gevoel hebben bij een bedrijf en zelf wel in het bedrijf blijven werken. Ik ben 51 en wil voorlopig nog niet stoppen. Daarnaast wilde ik niet dat een Veolia of Renewi ons zou overnemen, omdat ik wel onze bedrijfsnaam wilde behouden. Anders vreesde ik dat we onze klanten zouden kwijtraken.”
Die mogelijkheden bood CellMark. Bovendien kent Kempenaars Scheepens al zo’n twintig jaar en spreekt de bedrijfsstructuur van het Zweedse bedrijf hem aan. “CellMark is een familiebedrijf dat wereldwijd opereert”, vertelt Scheepens. “Het bijzondere is dat 75 procent van de aandelen in handen is van de eigen medewerkers, het overige deel is in handen van de niet-beursgenoteerde investeringsmaatschappij Neudi & C:o. Als medewerkers weggaan, dan neemt Neudi & C:o hun aandelen over om ze daarna weer aan nieuwe werknemers te geven. Van oorsprong richt CellMark zich op de productie van papier en papierrecycling: we verkopen oudpapier aan onze papierfabrieken en maken daarmee de cirkel rond.”
Net als Kempenaars Recycling is ook CellMark via het oudpapier in de plasticrecycling terechtgekomen. “In beide recyclingtakken willen we graag in Europa uitbreiden”, geeft Scheepens aan. “In de Verenigde Staten zijn we al groot, maar in Europa nog niet. Daarom kijken we naar bedrijven in Europa op strategische locaties om over te nemen. Met name de expertise van Eric op het gebied van plasticrecycling en de strategische ligging – in de buurt van de Antwerpse en Rotterdamse havens – zorgen ervoor dat Kempenaars Recycling voor CellMark een interessant bedrijf is.”
De expertise in kunststofrecycling heeft Kempenaars onder meer opgedaan met SK Polymers. Deze voormalige joint venture waarin het voormalige Suez en Kempenaars Plastic Recycling voor een volledig geautomatiseerde sorteerlijn voor de mix harde kunststoffen hebben gezorgd, is met de overname mee naar CellMark gegaan. Inmiddels is hij bezig om een einde-afvalstatus – ook bekend als R3-status – voor zijn vijf belangrijkste kunststofstromen te verkrijgen. “Het gaat om de stromen PE, PP, ABS, PS en P0”, legt Kempenaars uit. “Als we de R3-certificering voor deze stromen kunnen krijgen, dan zijn ze geen afvalstof meer, maar een grondstof voor nieuwe producten en kunnen we ze eenvoudiger exporteren buiten én binnen de EU.”
Na komende zomer hoopt hij de R3-status voor de vijf kunststofstromen te kunnen verkrijgen en de brand van eind vorig jaar heeft daar – vreemd genoeg – een handje bij geholpen. “Wij dachten dat de Inspectie Leefomgeving en Transport [ILT, red.] ons die certificering zou verlenen. Tijdens onze gesprekken met de omgevingsdienst in de nasleep van de brand kregen we echter te horen dat de omgevingsdienst hierover beslist. Dat maakt het traject voor ons eenvoudiger, want met de omgevingsdienst hebben we sneller contact dan met de ILT. Daarnaast hebben we sinds eind vorig jaar een medewerker aangenomen die zich volledig bezighoudt met het verkrijgen van de einde-afvalstatus, zoals het uitvoeren van diverse laboratoriumtesten.”
De einde-afvalstatus gaat in de toekomst een belangrijke rol spelen, verwacht Kempenaars. “Nu richten plasticrecyclingbedrijven zich nog op grote volumes, maar ik verwacht dat ze zich – en wij dus ook – in de toekomst gaan specialiseren om voor recyclaat van een goede kwaliteit te kunnen zorgen. In die specialisatie past het verkrijgen van de R3-status, een grondstofstatus, bij het produceren van recyclaat van een hoge kwaliteit voor een continue afzet in de markt. Dit betekent dus een verdere professionaliseringsslag.”
Daarnaast ziet Kempenaar dat de CO2-uitstoot belangrijker gaat worden. “Ik merk in aanbestedingen dat vooral gemeenten steeds vaker letten op en steeds meer punten geven aan een lage CO2-uitstoot, onder meer op het gebied van transport. Zo hebben we een aanbesteding van de provincie Zeeland gewonnen, omdat we door onze ligging met transport een minimale hoeveelheid CO2 uitstoten.”
Om voor minder CO2-uitstoot te zorgen verwacht Scheepens dat de recycling van producten steeds meer lokaal of regionaal gaat plaatsvinden. “Nu gaat kunststof nog de hele wereld over, maar in de toekomst denk ik dat ieder continent zelfvoorzienend is. Dus Europa gaat Europa bedienen en Azië gaat Azië bedienen. Als CellMark kijken we dan ook naar andere passende bedrijven in Europese landen, mogelijk in Nederland, om over te nemen, en bij mogelijke toekomstige investeringen maken we graag gebruik van Erics deskundigheid. Maar voorlopig ligt onze aandacht bij de integratie van de gehele firma Kempenaars in CellMark.”
Vakblad Afval! juni 2025 (nummer 4)