Geesink is een bekende naam in reinigingsland. Ooit heette elke vuilniswagen 'een Geesink' te zijn en liep het bedrijf voorop in het toepassen van technische vindingen. Maar tijden veranderen en Geesink is meeveranderd. Directeur van de Benelux-vestiging, Dirk IJfs, kijkt terug en vooral vooruit.
Nog levert Geesink het merendeel van de vuilniswagens in Nederland, maar het behouden van deze positie vergde wel de nodige wijzigingen in het bedrijf. De overname door het Amerikaanse Oshkosh, vier jaar geleden, vormde daarin het startpunt. Dirk IJfs constateert dat het bedrijf klantgerichter en efficiënter is geworden. “We willen niet langer alles zelf doen, maar juist meer samenwerken.”
Geesink Norba heeft haar hoofdvestiging in Emmeloord. Van hieruit is er de afgelopen jaren hard aan gewerkt om zowel de productie van voertuigen als de service aan klanten op een andere leest te schoeien. En met resultaat, zo laat IJfs weten. Klanten weten de weg weer te vinden en, belangrijker eigenlijk nog, geven te kennen tevreden te zijn met wat Geesink vandaag de dag te bieden heeft.
“Na overname door Oshkosh hebben wij op diverse gebieden synergie-effecten bereikt. De introductie van ons brandstofbesparende 'smart-pack' hydrauliek systeem op de nieuwe GPM 3 geeft prachtig weer hoe beide organisaties in staat zijn geweest om technische ontwikkelingen met elkaar te delen.
Ook de manier waarop wij nieuwe producten introduceren is, door de ervaringen die we met onze zijbeladingssystemen hebben opgedaan, drastisch veranderd. Alle nieuwe ontwikkelingen worden in eerste instantie in onze protoshop uitvoerig getest, waarna het product voor een langere periode in de praktijk wordt ingezet. Uiteraard gebeurt dit in samenwerking met onze klanten. Pas na een lange testperiode, en als we er op grond daarvan alle vertrouwen in hebben, zal het product vrijgegeven worden voor de verkoop. Soms moeten klanten dus iets langer wachten op een nieuwe toepassing, maar deze is dan wel uitgebreid getest en kan met groot vertrouwen worden ingezet.”
”Deze overeenkomst gaat om het leveren van afvalinzamelvoertuigen. Maar er speelt meer bij. Als partners, zo is afgesproken, kijken wij naar het optimaliseren van de 'supply chain'. Zo'n 'partnership for design' betekent dat de voorbereidende werkzaamheden voor het weegsysteem en het chassis niet meer bij onszelf gebeuren, maar op de plek waar andere voorbereidende werkzaamheden moeten plaatsvinden. Dit geldt bijvoorbeeld voor het monteren van de elektrische bekabeling en het monteren van subframes. Vervolgens monteren wij zelf de laadbak op het chassis en wordt het geheel in de klantspecifieke kleurstelling gespoten. Met als resultaat een verkorting van de doorlooptijd.”
“Ja. De wijze waarop het tot nu toe is gegaan heeft enkel tot positieve ervaringen geleid. De aanpak vraagt wel dat er een hechte samenwerking is tussen de diverse subcontractors. Een gedegen opleiding en een meer dan goede communicatie tussen de verschillende bedrijven is voorwaarde voor succes.”
“Het grote voordeel is dat we zo tot een groot netwerk komen waarbij onze klanten dicht bij huis een beroep kunnen doen op service die ons stempel draagt. De verplichting om voor bepaalde reparaties naar een van onze werkplaatsen te komen is verdwenen. Vroeger kwam het nog wel eens voor dat een vuilniswagen met drie man erin voor, bij wijze van spreken, een kapot achterlicht van Amsterdam naar Emmeloord reed. Dat is natuurlijk niet effectief.
Niet langer heeft Geesink daarom de filosofie 'alles zelf te willen doen'. Het bedrijf zal dan ook niet meer servicecentra oprichten. De huidige drie centra in Amsterdam, Duiven en Emmeloord blijven wel bestaan.”
“Om ervoor te zorgen dat de servicepartners de juiste kwaliteit leveren krijgt het personeel van de servicepartners training van ons. En elk jaar komt er een controle of er wel goede kwaliteit is geleverd en, bijvoorbeeld, of de originele onderdelen van Geesink zijn gebruikt bij reparaties en geen inferieure kwaliteit toegepast wordt. De nieuwe serviceverlening biedt klanten ook de mogelijkheid hun wagens in één keer in zijn geheel een onderhoudsbeurt te laten geven. Voorheen werden chassis en body apart onderhouden. Dit was voor klanten niet handig.”
“De levertijd is korter geworden. Dat hebben we bereikt doordat er een lijnproductie is opgezet. Daar bleek nog een ander voordeel mee gemoeid te zijn. De kwaliteit van de producten is erdoor verbeterd.”
“Jazeker. Doordat de afdelingen Verkoop en Service in één pand kwamen werd duidelijk welke meerwaarde mogelijk was. De klanten worden nu vanuit verschillende invalshoeken ondersteund. Onze serviceadviseur geeft advies op het gebied van reparatie en onderhoud, terwijl onze onderdelenservice de onderdelen direct bij de klant in het onderdelenmagazijn brengt. Ook de onderdelen van collega-bedrijven worden door onze onderdelenservice meegenomen. En ten slotte zorgt onze relatiebeheerder voor een goed advies met betrekking tot de aankoop van nieuwe voertuigen. Zo proberen wij het de klanten zo gemakkelijk mogelijk te maken. We benaderen hen nu vanuit één vizier en we merken dat deze verandering erg gewaardeerd wordt.”
“Als ik kijk naar de orderportefeuille en de financiële resultaten over het afgelopen half jaar, zitten we op de goede weg. Maar naast deze cijfers doet het mij vooral goed dat klanten zich tevreden tonen over alle veranderingen die Geesink heeft ondergaan. Vroeger stond Geesink nog wel eens als 'arrogant' te boek. De nadruk ligt tegenwoordig op de belangen van klanten en op samenwerking. Zo nemen we elke grond voor dat verwijt weg. De bakens zijn verzet. Geesink staat niet boven de klant, maar ernaast.”
» Bekijk de profielpagina op AfvalOnline of ga direct naar de website
Vakblad Afval! augustus 2005 (nummer 6)