Het Zweedse voorzitterschap van de EU heeft na de Raad van Ministers van Milieu besloten niet aan de slag te gaan met de Europese Kaderrichtlijn Bodem.
In haar verslag van de Milieuraad van
26 juni schrijft minister Jacqueline Cramer dat ze zich daar als
tegenstander van deze vorm van bodembeschermingswetgeving heeft opgesteld.
Er werd op verzoek van Tsjechië een voortgangsrapportage besproken
van de potentiële kaderrichtlijn; eigenlijk had Tsjechië tot een
akkoord willen komen tijdens zijn EU-voorzitterschap.
De nieuwe voorzitter, Zweden, zal het Bodemdossier niet oppakken "vanwege
een tekort aan politieke steun", aldus Cramer. "Maar het ligt wel in de
verwachting dat één van de daaropvolgende voorzitterschappen
het onderwerp weer zal agenderen."
Er waren tien lidstaten vóór het maken van wetgeving
voor bodembescherming op die manier. Lidstaten die zich tegen een Europese
richtlijn uitspraken, deden dat volgens Cramer "met name vanwege de hoge
kosten en administratieve lasten". Cramer is tegen een Europese
Kaderrichtlijn Bodem, maar onderschrijft de doelen ervan wel. "Als
alternatief heb ik een Europese Bodemstrategie met een doeltreffend
actieprogramma geopperd", schrijft ze in haar verslag.
Meer informatie:
Verslag Milieuraad 25 juni (gezamenlijke verklaring)