Categorie: Diversen | Gepubliceerd: 02 februari 2021

De circulaire economie is aan het kantelen

De circulaire economie groeit uit haar kinderschoenen, was de grote gemene deler op de conferentie circulaire economie. Schaalvergroting is nu nodig, maar hoe doe je dat als "een tanker geen haakse bocht kan maken".

"De circulaire economie is gestart. Nu nog op kleine schaal, Maar we moeten opschalen en versnellen", aldus demissionair staatssecretaris Stientje van Veldhoven.

Het is waarschijnlijk de laatste conferentie circulaire economie die Stientje van Veldhoven als staatssecretaris meemaakt. Vorig jaar gaf ze nog een high five aan Frans Timmermans op het podium. Nu stond iedereen keurig 1,5 meter van elkaar. En het publiek zat thuis te kijken naar de websessie. Tijden veranderen, en zo ook de economie, was de uitgesproken hoop van iedereen. “Want er is veel gedaan, veel bereikt, maar we zitten wel op een kantelpunt”, zo vatte Van Veldhoven haar jaren als staatssecretaris samen. Het volgende kabinet krijgt de taak om de kanteling de goede kant op te duwen. “Het rapport van de commissie van Geest geeft aan hoe we dat kunnen realiseren. Het volgende kabinet moet voldoende geld reserveren om de doelen te halen, net zoals voor energie is gedaan.” Dat vindt ook Ingrid Thijssen, voorzitter VNO-NCW. “Met energiebeleid zijn we verder dan met circulariteit. Maar steeds meer ondernemers willen het wel. We moeten van kleine experimenten naar schaal gaan. Dat is de kanteling. Daar is geld voor nodig, veel geld. Er moet durfkapitaal komen en de overheid zou dat moeten gaan ondersteunen. Daarnaast moeten overheidsaankopen op circulariteit gericht zijn.”

Van startup naar scale-up

Om de circulaire economie echt van de grond te krijgen is meer massa nodig. De startups blijven essentieel voor de innovatie. Uiteindelijk moet het wel opgepakt worden en groeien. Fred Kraanen van de Metaalunie ziet het probleem vooral in een gebrek aan toekomstzekerheid voor bedrijven. “Het bedrijfsleven heeft een verdienmodel nodig. Dat is er niet. Europa moet nieuwe kaders daarvoor gaan stellen.” Hij krijgt bijval van Anne-Marie Rakhorst van duurzaamheid.nl. “Duurzame bedrijven hebben geen eerlijk concurrentieveld. Nederland is erg innovatief en we zijn echt de beste in de EU, maar innovatie heeft het lastig in de concurrentie”. Frank Dietz van PBL gooit het over een andere boeg. “We verspillen nog veel te veel grondstoffen, en we recyclen laagwaardig. Het beleid heeft zich gericht op het onder de aandacht brengen van de circulaire economie. Nu is het tijd voor drang en dwang van de overheid.”

Drang en dwang

Of de overheid nu wel of niet regulerender moet gaan optreden was naast schaalvergroting een tweede rode draad in het programma. Overheidgerelateerde deelnemers neigden toch naar meer dwang, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven naar samenwerking en stimulering, maar soms ook voor Europese normering met een duidelijk tijdpad. Kraanen verwees bijvoorbeeld naar de steeds strengere emissienormen van motoren die een duidelijk effect hebben gehad. Maar Dietz vindt dat de overheid eerder maatregelen moet nemen als het beprijzen van de milieueffecten van een product, zorgen dat apparaten repareerbaar zijn en dat het levenseinde van producten wordt uitgesteld. Ook noemt hij het “doodeng” dat AEC’s hun overtollige warmte nu aan het afzetten zijn in stadswarmtesystemen. “Dat betekent een lock-in voor jaren, en dus zullen ze voor jaren afval willen verbranden.”

Op de schaal van de provincie

De provincies hebben de circulaire economie gevonden en omarmd. En dat blijkt te werken voor de scale-ups. Lokaal is vaak te klein, nationaal te groot. Bovendien blijken veel provincies een specialiteit te hebben. In het oosten van het land textiel, in het noorden plastics en het zuiden heeft de focus op chemie. Een regionale aanpak van het stimuleringsbeleid vergoot de slagingskans. Er is meer mogelijk met samenwerken en opschalen. Directeur John Vernooij van Omrin benadrukte het groeiproces met zijn eigen bedrijf als voorbeeld. “Acht jaar geleden hebben we de circulaire economie centraal in onze missie gezet. Het begint met stapjes en gaat dan steeds sneller. In de afgelopen vijf jaar hebben we 70 miljoen euro daarin geïnvesteerd en dit jaar gaan we naar 100 miljoen euro.” Samenwerken in de regio is voor groei noodzakelijk, omdat alleen dan ander partners bijeengebracht kunnen worden, bijvoorbeeld ook uit onderwijs en onderzoek.

De CE is een blijvertje

In de eindsessie van het congres kwam premier Mark Rutte zijn bekering voor het klimaat en de circulaire economie nog eens onderstrepen. En niet alleen zijn bekering. “Ongeacht wie er op de politieke stoel gaat zitten de komende tijd, dit is het beleid voor de toekomst en dat blijft. Duurzaam en circulair is een businessmodel. Nederland staat daarin internationaal vooraan. Ik heb het zelf gezien in mijn reis naar China. Daar staat Nederland met afvalverwerking op de eerste plaats.”

In het slotdebat kwam nog wel de vraag waarom we zoveel geld steken in de energietransitie en zo weinig in de circulaire economie. Stientje van Veldhoven vindt het wel meevallen. “Toen ik begon had ik geen budget voor de circulaire economie. De afgelopen drie jaar is er 300 miljoen euro voor vrijgemaakt. Het komende kabinet zal nog meer moeten  investeren.” Rutte waarschuwde om niet de grote industrieën van ons te vervreemden. “Als wij eisen gaan stellen die andere landen niet stellen, dan lopen we het risico dat we die industrie kwijtraken”. Volgens Rutte moeten we er én voor zorgen klimaatneutraal te worden én een circulaire economie te krijgen én onze producerende industrie behouden. “Met het vertrek van grote industrieën wordt het milieu niet beter, en is Nederland slechter af”.

Tijdens de dag was er nog een punt dat af en toe op kwam, maar dat fundamenteel de transitie naar een circulaire economie zal gaan vormgeven. Een fair-price: het doorberekenen van het milieueffect in de prijzen. Een lastig punt, maar een noodzakelijk te nemen hobbel. In de ochtend was het rapport over de verschuiving van belastingen van arbeid naar grondstoffen gepresenteerd. Zowel Rutte als Van Veldhoven denken dat die verschuiving onontkoombaar is. De vergroening is volgens Rutte al ingezet, maar volgens Van Veldhoven zijn belastingen zoals een tanker: die maakt nooit een haakse bocht.