De raden van de Avalex-gemeenten gaan niet klakkeloos akkoord met een toetreding tot HVC. De betrouwbaarheid van de geleverde informatie blijkt een heikel punt.
Deze en volgende week staan bij de zes Avalex-gemeenten (Pijnacker-Nootdorp, Midden-Delfland, Delft, Rijswijk, Wassenaar en Leidschendam-Voorburg) de toetreding tot HVC op de raadsagenda's. Dat is spannend, want er moet een unaniem besluit genomen worden. Als één gemeente tegen is, gaat de hele toetreding niet door. Wanneer alle gemeenten wel akkoord gaan, wordt Avalex namens de gemeenten aandeelhouder van HVC. Het afval van de gemeenten gaat dan per 1 januari 2022 naar HVC voor verwerking.
Gisteravond (2 maart) werd de toetreding in drie gemeenten besproken: Midden-Delfland, Wassenaar en Rijswijk. In Midden-Delfland en Rijswijk werd het voorstel tot toetreding aangenomen. Een motie van de VVD in Rijswijk om toch een aanbesteding te starten, werd verworpen.
De raad van Pijnacker-Nootdorp ging al eerder akkoord met toetreding, waarmee de besluitvorming nu dus voor de helft op weg is. De gemeenteraad van Delft bespreekt het onderwerp morgen (donderdag 4 maart), in Leidschendam-Voorburg staat het op de raadsagenda van 9 maart.
De gemeente Wassenaar besloot gisteren de besluitvorming uit te stellen. Er heerst nog te veel onduidelijkheid over de voor- en nadelen van een inbesteding van HVC. Vooral zijn er twijfels over de betrouwbaarheid van het adviesrapport van KplusV. Een onderwerp dat ook in de gemeenteraad van Rijswijk de gemoederen bezighield, hoewel daar dus uiteindelijk toch voor inbesteding gestemd werd. In Wassenaar wordt daarom volgende week een technische bijeenkomst georganiseerd om nadere vragen te beantwoorden. Een eventuele stemming volgt op zijn vroegst donderdag 11 maart.
De twijfels lijken aangewakkerd door een brief van AVR. Eerder stuurde EEW al een brief aan de gemeenteraden, waarin het bedrijf uiteen zette waarom een aanbesteding een betere keus zou zijn dan inbesteden bij HVC. Daarin stond onder meer dat de informatie die raadsleden krijgen sterk sturend zou zijn naar één uitkomst: aansluiten bij HVC. AVR sluit zich daarbij aan, en stelt daarnaast dat het rapport van KplusV een te eenzijdig beeld geeft van de markttarieven. De afvalverwerker raadt de gemeenten daarom aan een aanbesteding voor restafval in de markt te zetten, parallel aan besluitvorming over toetreding. Zo kan een eerlijke vergelijking van de tarieven gemaakt worden.
Nog opvallender is een volgende brief van AVR. Daarin stelt het bedrijf contact te hebben gehad met KplusV, waarin het onderzoeksbureau aan zou hebben gegeven "een flinke informatie-achterstand te hebben ten opzichte van waar ‘de markt’ zich nu bevindt." Het effect van de importheffing op de Nederlandse tarieven zou bijvoorbeeld onvoldoende zijn meegenomen. Volgens AVR is het duidelijk dat "de route-HVC meer dan een 1 miljoen euro duurder uit kan pakken dan de route-aanbesteden".
KplusV betwist in een reactie tegenover AfvalOnline deze weergave van het gesprek met AVR. Het adviesrapport van het bureau is opgesteld in de eerste helft van 2020, waarbij is aangegeven dat de verwachting was dat tarieven zouden stijgen, maar het natuurlijk ook anders zou kunnen lopen. Dat er sprake zou zijn van een informatie-achterstand, is "nadrukkelijk niet wat wij hebben gezegd." Ook de importheffing is niet genegeerd door het adviesbureau. Omdat de buitenlandse contracten echter vaak langlopend zijn, was hier nog geen snel effect van verwacht. Inmiddels ziet KplusV de tarieven wel dalen, maar de keuze voor inbesteden of aanbesteden brengt volgens het bureau veel meer aspecten met zich mee dan alleen de tarieven.
Nieuwe informatie die dus zijn weerslag vindt in de gemeenteraden. Het is afwachten wat de gemeenten Wassenaar, Delft en Leidschendam-Voorburg hiermee zullen doen.