De in de Miljoenennota aangekondigde investeringen in de circulaire economie hebben te weinig om het lijf, vindt de afvalsector. Het voortbestaan van de importheffing is ook een teleurstelling.
Het kabinet kondigde op Prinsjesdag (21 september) aan 6,8 miljard euro uit te trekken voor het klimaat. Daarvan gaat 3 miljard naar naar een ophoging van de SDE++. Daarbij steken de bedragen voor het Rijksbrede Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie schraal af: 15 miljoen euro in 2022, gevolgd door 5 miljoen in 2023 en 2024.
De reacties op deze investeringen vanuit de afvalsector laten dan ook teleurstelling zien. "Met deze zeer beperkte bijdrage wordt geen recht gedaan aan de grote bijdrage van de afval- en recyclingsector aan de circulaire – en klimaatdoelen", zegt de Vereniging Afvalbedrijven (VA). FNOI en MRF, de federaties voor respectievelijk oud papier en metalen, formuleren het breder: "Jammer dat de invulling grotendeels beperkt lijkt te blijven tot subsidietrajecten."
Het ontbreekt ook aan stevig beleid voor een circulaire economie, vindt de VA. De vereniging mist aandacht voor de kwaliteit van ingezamelde afvalstromen en een (verplichte) toepassing van gerecyclede materialen in nieuwe producten. FNOI en MRF benadrukken dat vooral de omvorming van het Lap naar een Circulair Materialenplan "cruciaal" wordt voor de verdere transitie naar een circulaire economie. "Als recyclingsectoren hebben we al eerder benadrukt dat het hierbij essentieel is dat wordt ingezet op een sterk ketenbeleid en erkenning van hoogwaardige recyclingstromen als ‘secundaire grondstof’, in plaats van te blijven voortborduren op het huidige afvalbeleid met definities uit de jaren 70 van de vorige eeuw."
Ook Recycling Netwerk Benelux is kritisch. De organisatie vindt dat de regering "te eendimensionaal denkt over de circulaire economie" en pleit voor een belastingverschuiving. Dat zou nodig zijn om de primaire grondstoffenconsumptie terug te dringen. De doelstelling daarvoor is 50 procent reductie in 2030. "De schaarse miljoenen voor de circulaire economie worden vooral gebruikt om innovaties aan te jagen en bijna marktrijpe technieken op te schalen", aldus Recycling Netwerk. Verder vindt de organisatie het teleurstellend dat de Europese plastic-afdracht (ook wel plasticbelasting genoemd) door de overheid betaald wordt en niet wordt doorberekend aan het verpakkende bedrijfsleven. "Het is aan de volgende regering om de kosten voor niet-gerecyclede plastic neer te leggen bij het verpakkende bedrijfsleven dat wettelijk verantwoordelijk is voor de verduurzaming van verpakkingen."
Verder blijft de afvalsector pleiten voor het afschaffen van de importheffing, al was er weinig kans dat dit op Prinsjesdag zou gebeuren. De VA noemt de heffing "ontwrichtend in de hele afvalketen" en pleit voor een afschaffing per 1 januari 2022. "Op die manier herstellen we de stabiliteit in de afvalketen en voorkomen we mondiale broeikasgasemissies omdat storten in het buitenland wordt ingeperkt."
Ook de afvalverbranders ARN, Attero, AVR en EEW, verenigd onder de naam Afvalvergroeners, tonen zich teleurgesteld over het voortbestaan van de importheffing. "Als Afvalvergroeners hadden we verwacht en gehoopt dat het kabinet de heffing volgend jaar van tafel zou halen. Immers, de Tweede Kamer heeft kort voor de zomer via een zeer breed gesteunde motie (127 van de 150 zetels) het kabinet verzocht de importheffing te heroverwegen en hierover met de sector in gesprek te gaan."
Dat is wel een vrij optimistische interpretatie van de motie, die de regering verzocht om een realistisch afbouwpad voor de capaciteit van AEC's. Pas als er overeenstemming over zo'n scenario is, moet de regering de importheffing op buitenlands restafval heroverwegen. De vraag is daarbij natuurlijk: wat houdt een realistisch afbouwpad in? D66 diende deze motie mede in, maar waarnemend fractievoorzitter Rob Jetten noemde tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen deze week nog de optie om in het kader van klimaatbeleid afvalverbrandingsinstallaties juist sneller af te schalen. Een opmerking die de Afvalvergroeners de schrik om het hart zal doen slaan.