AVR heeft bij de Autoriteit Consument & Markt officieel om toestemming gevraagd voor de overname van AEB. Wie bezwaren heeft tegen de overname, heeft zeven dagen de tijd om deze kenbaar te maken.
De gemeente Amsterdam bereikte op 8 december een akkoord met AVR over de overname van afval- en energiebedrijf AEB. Officieel komt AEB in handen van Harbour BV, een 100 procent deelneming van AVR-Afvalverwerking. Op 3 januari hebben Harbour BV en AEB Holding NV de Autoriteit Consument & Markt (ACM) om toestemming gevraagd voor de overname. Daarop publiceerde de mededingingsautoriteit gisteren (4 januari) een concentratiemelding: wie bezwaren heeft tegen de overname, heeft zeven dagen de tijd om deze kenbaar te maken vanaf het moment dat de melding is gepubliceerd in de Staatscourant.
Het verkoopproces van AEB is door haar eigenaar gemeente Amsterdam eind april 2021 in gang gezet. Medio november werd bekend dat drie bedrijven interesse in het afvalbedrijf hadden. Uiteindelijk kwam AVR als beste uit de bus, onder meer vanwege de ervaring met afvalverwerking op de Nederlandse markt en de “uitstekende reputatie” op het gebied van verduurzaming en de opvang van CO2, volgens de gemeente.
Als ACM goedkeuring verleent, ontstaat er een verwerkingsreus op de Nederlandse markt. AVR heeft momenteel twee afvalenergiecentrales (AEC's): een in Rijnmond en een in Duiven. De centrale in Duiven verwerkt een kleine 400 kton per jaar, maar de AEC in Rijnmond behoort met een capaciteit van circa 1,3 Mton per jaar tot de grootste installaties van het land. De installatie van AEB heeft een vergelijkbare capaciteit. Daarmee krijgt AVR dus in totaal ruim 3 Mton verbrandingscapaciteit in handen, op een totale Nederlandse capaciteit van circa 7,5 Mton (cijfers 2018).