Categorie: Politiek en beleid | Gepubliceerd: 18 februari 2022

Moet definitie van afval op de schop voor circulaire economie?

D66-Kamerlid Kiki Hagen wil van staatssecretaris Vivianne Heijnen weten of er een nieuwe definitie van afval nodig is om in 2050 tot een volledig circulaire economie te komen.

D66-Tweede Kamerlid Kiki Hagen wil meer rechtszekerheid voor bedrijven die hun nek uitsteken voor de herwinning van grondstoffen.
Foto: D66/Martijn Beekman

In een serie Kamervragen vraagt Hagen de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat of ze herkent dat bedrijven die in principe willen investeren in de herwinning van grondstoffen hier terughoudend in zijn, omdat er onduidelijkheid bestaat over de afvalstatus van het teruggewonnen product. Het Kamerlid wil weten hoe de staatssecretaris bedrijven die overwegen miljoenen te investeren in de herwinning van grondstoffen de gewenste rechtszekerheid gaat geven.

Aanleiding voor de vragen van Hagen is een noodkreet van Black Bear Carbon CEO Victor Vreeken. Zijn bedrijf wint zwarte koolstof en olie terug uit versleten banden. De overheid beschouwt deze producten echter als afval, terwijl Black Bear Carbon deze zelf ziet als grondstoffen waar nieuwe autobanden en andere producten van gemaakt kunnen worden. Het afvalstempel heeft volgens Vreeken een enorme impact op het businessmodel. De geplande opschaling van de productie van het bedrijf komt daarmee in gevaar.

Hagen wil van de staatssecretaris weten of de door Vreeken geschetste problematiek in meer sectoren de transitie naar meer circulariteit remt, bijvoorbeeld in de textielsector, een sector waar de politica zich sinds haar installatie in de Kamer nadrukkelijk voor inzet.

Herijking afvalstoffen

Met de Kamervragen vraagt Hagen verder naar wat het ministerie van Heijnen sinds 2019 heeft gedaan met bevindingen uit een rapport van de Taskforce Herijking Afvalstoffen. Ook wil ze weten hoe het gaat met de ontwikkeling van ministeriële regelingen om ervoor te zorgen dat struviet en cellulose, teruggewonnen bij waterschappen, niet meer worden aangemerkt als afval. En ze wil weten welke specifieke stappen de staatssecretaris wil zetten om te komen tot een gestructureerde integrale aanpak om de wet- en regelgeving op het gebied van afval aan te passen aan de nationale circulaire-economiedoelstellingen.

Een jaar geleden liet Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat nog weten naar aanleiding van het werk van Taskforce Herijking Afvalstoffen te gaan werken aan generieke instrumenten om te bepalen of iets ‘afval’ of ‘product’ is. Er zou onder andere werk worden gemaakt van ministeriële regelingen en handreikingen voor specifieke stromen.

Het ministerie heeft tegelijkertijd altijd benadrukt zelf geen ‘afvalstempels’ uit te delen. Het is aan bedrijven zelf om na te gaan of ze met afval werken en hun verhaal hierover klaar te hebben voor het bevoegd gezag. Of het ministerie met die opstelling de circulaire economie vooruithelpt, is maar zeer de vraag.