Wat FNV betreft volgt de Nederlandse regering de Zweedse en schaft ze de importheffing op afval snel af. Met een cheque wil de vakbond laten zien wat het oplevert als de regering Nederlandse AEC's in Europees perspectief beschouwt.
Nederlandse afvalenergiecentrales kunnen 1,5 miljard kubieke meter aardgas vervangen, 21 procent van de stadsverwarmingswarmte leveren, zorgen voor een CO2-reductie in de afvalsector van 79 procent ten opzichte van 1990 en maken een jaarlijkse Europese CO2-besparing van 0,95 Mton mogelijk door afval te importeren. En, niet onbelangrijk, ze zorgen voor duizenden trotse medewerkers in de afvalsector. Met deze boodschap, uitgeschreven op een cheque, togen kaderleden van vakbond FNV op 1 november naar de Tweede Kamer. Daar hopen ze de leden van de vaste Kamercommissie voor Infrastructuur en Waterstaat ervan te overtuigen dat de regering Nederlandse afvalenergiecentrales (AEC’s) weer in een Europees perspectief beschouwt. Of simpeler gezegd: ze hopen dat de Kamer de importheffing op brandbaar afval op korte termijn afschaft.
In een reeds verstuurde brief aan de leden van Kamercommissie benadrukt FNV dat de geplande evaluatie van de importheffing in 2023 wat haar leden betreft te laat komt. De heffing zou per direct moet worden opgeschort. De vakbond haalt aan dat de Zweedse regering Nederland al is voorgegaan. Die regering heeft het voornemen om de afvalstoffenheffing en importheffing per 1 januari 2023 in te trekken op basis van een recente evaluatie én vanwege de door de Oekraïne-oorlog ontstane energiecrisis.
FNV voerde vanaf 2021 al verschillende malen actie tegen de belasting op geïmporteerd buitenlands afval. Zo stuurden zij een open sollicitatie naar de Tweede Kamer voor een baan in de politiek, omdat door de importheffing zo’n 7.500 mensen hun werk dreigen kwijt te raken. Ook was er een protest op het Plein en overhandigden werknemers een petitie met 2.000 handtekeningen. Verder werd al eens het werk op weegbruggen een hele ochtend stilgelegd.
Tot tevredenheid van de vakbond nam de Kamer in de zomer van vorig jaar een motie van SP-Kamerlid Sandra Beckerman aan waarin de regering wordt gevraagd een fonds op te zetten voor werknemers uit de afvalsector die hun baan dreigen te verliezen door het klimaatbeleid van de overheid.
In een andere motie, van CDA-Kamerlid Agnes Mulder, vroeg de Kamer de regering vorig jaar verder om met een plan te komen voor de afbouw van de Nederlandse afvalverbrandingscapaciteit met oog voor de effecten op de werkgelegenheid. Als dit plan er is, zou de regering de importheffing op buitenlands restafval moeten heroverwegen.
FNV geeft in de brief aan de Kamercommissie aan de gesprekken met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat te willen continueren om in lijn met de afspraken, op korte termijn invulling te geven aan de motie Mulder. De vakbond wil betrokken worden bij een goede evaluatie met overheid, bedrijven en werknemers. In de evaluatie moeten de effecten van de importheffing op de Europese CO2-uitstoot en de Nederlandse energievoorziening in ieder geval in ogenschouw worden genomen, schrijft FNV.
Verder stelt FNV voor de monitoring op Europese CO2-effecten van import en op de energievoorziening jaarlijks uit te voeren. Pas als uit de monitoring blijkt dat de import van afval tot meer Europese CO2-uitstoot en minder hernieuwbare energie leidt, dan zouden maatregelen genomen moeten worden. Die maatregelen moeten vervolgens afgestemd worden op de gehele afvalketen en de werkgelegenheid, zodat er geen andere ongewenste effecten ontstaan.
Op 2 november spreek de vaste Kamercommissie voor Infrastructuur en Waterstaat vermoedelijk over de importheffing op brandbaar afval in het commissiedebat Circulaire Economie.