Nederlandse huishoudens zijn in 2023 gemiddeld wederom meer geld kwijt aan de afvalstoffenheffing. Vereniging Eigen Huis voorziet op basis van een steekproef een stijging van bijna 4 procent.
Gemiddeld komt de afvalstoffenheffing in 2023 uit op 326,44 euro, ruim 12 euro meer dan in 2022. Het gaat om een stijging van 3,9 procent. Dat heeft de Vereniging Eigen Huis (VEH) berekend op basis van een steekproef onder 107 van de 344 Nederlandse gemeenten.
Vorig jaar voorzag de vereniging van huiseigenaren nog een stijging van de afvalstoffenheffing met 3,1 procent. In de jaren daarvoor steeg de afvalstoffenheffing echter veel harder: met 9,5 procent in 2020 en 7,8 procent in 2021. Dit werd vooral veroorzaakt door een verhoging van de landelijke afvalstoffenbelasting. De verhoging valt nu te verklaren door hogere inzamelings- en verwerkingskosten.
Uitschieters in de VEH-steekproef zijn de gemeente Teylingen waar de afvalstoffenheffing met maar liefst 148 euro (+58 procent) stijgt en de gemeente Barendrecht waar huishoudens volgend jaar 95 euro (+31 procent) meer betalen. In Den Haag gaat deze aanslag met 75 euro per huishouden omhoog, wat neerkomt op een verhoging van 19 procent. In Zwijndrecht betaalt een huishouden juist zo’n 35 euro minder aan afvalstoffenheffing (-9,9 procent).
Tarieven voor de afvalstoffenheffing uit verschillende gemeenten met elkaar vergelijken is overigens al snel appels met peren vergelijken. Zo kunnen kosten die in de ene gemeente onderdeel zijn van de afvalstoffenheffing, zoals een solidariteitsheffing, overhead, of de kosten voor handhaving en reiniging, in een andere gemeente buiten de heffing worden gehouden.
»
Resultaten VEH-steekproef naar ontwikkeling woonlasten 2023