Categorie: Diversen | Gepubliceerd: 06 oktober 2023

Stevigere omgevingsdiensten krijgen meer aandacht voor CE

Het aantal fte voor VTH-taken bij omgevingsdiensten is gegroeid, maar er blijft nog genoeg te wensen over als het om versterking van de diensten gaat. Zelf willen de diensten meer duidelijkheid over (einde-)afval.

Uit een tweejaarlijks onderzoek naar de staat van de Nederlandse omgevingsdiensten blijkt dat de diensten zowel meer budget als meer personeel hebben voor hun taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). De groei is vooral zichtbaar voor toezichthouders (6,6 procent), buitengewoon opsporingsambtenaren (22 procent) en juristen (18 procent). Voor vergunningverlening is het aantal fte ongeveer gelijk gebleven. Niet onderzocht is of de groei het gevolg is van een groeiend takenpakket, de groei van het aantal inrichtingen of van een intensivering van taken. De inhuur van externen is toegenomen.

Na alle kritiek op de uitvoering van VTH-taken door omgevingsdiensten (ze zouden er simpelweg onvoldoende op toegerust zijn) is demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) blij dat er in ieder geval meer budget en mankracht is gekomen bij omgevingsdienst. In een brief aan de Kamer schrijft ze echter ook dat er nog genoeg werk aan de winkel is. In het rapport wordt duidelijk dat actualisatie van vergunningen achterblijft (waardoor de toepassing van best beschikbare technieken bij bedrijven in een te laag tempo verlaagt), dat het voldoen aan wettelijke verplichtingen actualisatie aandacht behoeft en dat er verbetering van beleid en wetgeving nodig is zodat omgevingsdiensten hun taken effectief en efficiënt kunnen uitvoeren. De staatssecretaris belooft met alle partijen in het VTH-stelsel in gesprek te gaan om hier goede opvolging aan te geven.

Circulaire economie

Uit het rapport volgt onder andere dat omgevingsdiensten in toenemende mate het onderwerp circulaire economie oppakken. Negen omgevingsdiensten hebben circulaire economie inmiddels opgenomen in de regionale probleem- en risicoanalyse, bij elf omgevingsdiensten is het onderwerp opgenomen in het Meerjarenprogramma en bij tien omgevingsdiensten is het opgenomen in de werkplannen van de opdrachtgevers. In totaal was er in 2022 een budget van circa 1,8 miljoen euro beschikbaar bij vijftien omgevingsdiensten.

Daarbij hadden dertien omgevingsdiensten circa 27 fte beschikbaar voor taken ten aanzien van circulaire economie. Andere omgevingsdiensten besteden bij integrale controles ook aandacht aan circulaire economie. Een inzet die niet te kwantificeren is in budget en fte.

Een belangrijke taak voor omgevingsdiensten is de beoordeling van afvalstoffen. Omgevingsdiensten merken dat de druk om afvalstoffen toe te staan in productieprocessen of als bouwstof toe neemt. Ze vinden dat IenW meer duidelijkheid moet bieden wat mogelijk en wenselijk is. Toetsing van het eindeafvalstadium is nu mogelijk, maar alleen per casus. Omgevingsdiensten zouden een meer generieke benadering toejuichen. Positief in dat kader is dat er in ieder geval werkt wordt aan het opzetten van een kennisgremium ‘Afvalstof of niet’.

De beoordeling van de inzet van afvalstoffen is een belangrijke taak voor omgevingsdiensten, maar onvoldoende om de ambities voor de circulaire economie te realiseren. Daarom experimenteren omgevingsdiensten ook met het opnemen van voorschriften in de vergunning voor meer efficiency voor de inzet van grondstoffen en afvalpreventie. Deze onderwerpen zijn al lange tijd onderdeel van wet, maar worden nog weinig concreet gemaakt in vergunningvoorschriften, zien de onderzoekers.

Datakwaliteit

Een pijnlijk punt, dat ook in eerdere rapporten over het VTH-stelsel aan bod kwam, is dat de datakwaliteit binnen het VTH-stelsel zorgelijk is. Het gebrek aan uniforme registratie van gegevens door omgevingsdiensten maakt dat de onderzoekers en de omgevingsdiensten veel inspanningen moesten leveren om tot de benodigde data te komen. De aanbeveling van de onderzoekers om de datakwaliteit te verbeteren, wil Heijnen met alle partijen in het VTH-stelsel oppakken.