Categorie: Diversen | Gepubliceerd: 14 november 2023

Weg van 'de atonale bagger' in de kunststofketen

Een geruststellende boodschap van transitiedeskundige Lucas Simons op het Nationaal Kunststof Congres: hoe ingewikkeld de transitie naar een duurzame kunststofketen ook is, uiteindelijk gelden dezelfde wetten als voor alle andere transities.

Geshredderd plastic klaar voor een recyclingproces.
Foto: © Xxlphoto | Dreamstime.com

Hoe zou het klinken als we alle stakeholders in de transitie naar een duurzame kunststofketen een instrument zouden geven en we ze samen laten spelen? “Als atonale bagger”, roept Ulphard Thoden van Velzen, onderzoeker aan de universiteit van Wageningen uit het publiek. Schuldbewust gegrinnik uit de zaal. Transitiedeskundige Lucas Simons, keynote spreker op het Nationaal Kunststof Congres (NKC), houdt zijn lach ook niet in door de creatieve formulering, maar maakt vervolgens snel zijn punt. Als een keten aan het begin staat van een transitie, heerst er vaak chaos. Iedereen doet maar wat. De kunst is om uit te zoeken hoe stakeholders van atonale bagger tot samen muziek maken komen.

Ketens in transitie lopen in de basis eigenlijk allemaal tegen dezelfde zaken aan. Ze gaan door vijf fases heen en voor een succesvolle transitie gelden er volgens Simons uiteindelijk vijf voorwaarden. Een geruststellende gedachte voor de kunststofketen wellicht. Hoewel het soms voelt alsof er een wiel opnieuw moet worden uitgevonden, is dat niet het geval. Er valt veel te leren van andere transities, betoogde Simons.

De transitiedeskundige weet waar hij over praat. Als dertigjarige zette hij ooit UTZ Certified op, het grootste certificatieprogramma voor onder andere duurzame koffie en cacao. Later zette hij New Foresight op, een strategisch adviesbureau dat zich richt op verduurzaming voor nieuwe marktkansen.

Simons waarschuwde zijn gehoor voor allerlei valkuilen in transities. Ontstaat er een crisis in een keten, dan kan je de klok erop gelijk zetten dat gevestigde partijen de crisis in eerste instantie ontkennen en dus niet in beweging komen. Een fase die uiteraard niet te lang moet duren. Dat geldt ook voor de fase waarin stakeholders zich verliezen in vele pilots en subsidieprojecten. Deze duizend-bloemen-laten-bloeienfase werkt voor iedereen: bedrijven doen iets innovatiefs zonder dat het ze al te veel geld kost en kunnen door met hun business-as-usual, overheden kunnen benoemen hoeveel innovatieve projecten ze steunen en ngo’s roepen dat ‘er eindelijk iets gebeurt’. Maar, waarschuwt Simons, deze fase is ook verslavend. En een gevaar is dat vaag blijft wat er gebeurt met de resultaten van pilots. Zorg in deze fase dat helder is welke les je uiteindelijk wil trekken en wat je met die les gaat doen, is zijn advies.

Volgens Simons moeten stakeholders zich ook bewust zijn van de transitiefase waarin ze zitten en welk gedrag er bij hoort. De vijf fases die hij heeft gedefinieerd zijn te vergelijken met de fases van het volwassen worden van een mens. Een pasgeboren baby hoef je nog niet te leren lopen, van een puber mag je verwachten dat 'ie zich niet altijd even volwassen opstelt.

Vertraging in plaats van versnelling

Over in welke fase de kunststofketen zich nu precies bevindt, bleken de meningen in de zaal verdeeld. Dat de transitie in een versnelling moet komen, stond voor iedereen echter buiten kijf. In een paneldiscussie haalde Freek Bakker, director value chain plastics bij PreZero, aan dat er op dit moment eerder wordt vertraagd dan versneld. Onder andere door een afkoeling van de economie is de afzet van kunststofrecyclaat op het moment heel lastig. Plasticproducenten moeten de doelstelling dat de kunststofketen in 2050 volledig circulair is in zijn ogen veel meer omarmen. Even later zou Gerrit Klein Nagelvoort, manager business development bij Veolia Polymers, de producenten ook nog een draai om de oren geven. Te veel bedrijven zouden nog geen recyclaat toepassen om oneigenlijke redenen (kwaliteit onvoldoende, geen goede kleuren). Allemaal onzin, stelde Nagelvoort. Niet iets meer willen betalen voor grondstoffen, dát is volgens hem de olifant in de kamer. Tot een interessante discussie met producenten kwam het echter niet, omdat eigenlijk alle aanwezige producenten netjes recyclaat toepassen (of ze durfden hun hand niet op te steken toen dagvoorzitter Kim Coppes vroeg wie dat níet deed).

Zo viel het uiteindelijk wel mee met de atonale muziek op het NKC. In panels en in de zaal wisten mensen elkaar juist ook vaak te vinden. Hester Klein Lankhorst van het Afvalfonds Verpakkingen was het bijvoorbeeld volledig met Freek Bakker eens dat de inzameling van kunststoffen meer gestandaardiseerd moeten worden in Nederland. Dat het Afvalfonds producenten en importeurs van verpakkingen op haar beurt korting geeft op hun tarief als ze recyclaat toepassen kon uiteraard ook op veel bijval rekenen. Verder was er veel steun voor een wettelijke verplichting voor de toepassing van kunststofrecyclaat in nieuwe producten, maar dan vooral vanaf 2030 op Europees niveau. Op een nationale doelstelling vanaf 2027, waar nog aan geschaafd wordt in Den Haag, werd verschillende malen afgegeven omdat dit een ernstige bedreiging zou kunnen vormen voor het gelijke speelveld. Producenten zouden hun heil buiten Nederland kunnen gaan zoeken en daar lijken kunststofrecyclers uiteindelijk ook niet bij gebaat.

Sneller investeren

Natuurlijk waren er ook wel kritische geluiden. Opnieuw Bakker pleitte voor versneld investeren in recyclingoplossingen en dan via een shared risk model. Als Nederland haar ambities voor een circulaire kunststofketen waar wil maken moet er volgens hem nu in nieuwe technologie worden geïnvesteerd, ook als de mogelijkheden en onmogelijkheden hiervan nog niet helemaal zijn uitgekristalliseerd. Misschien kwam die boodschap wel aan bij anderen, maar niemand reageerde er echt op.

Ook over de toepassing van post-consumer recyclaat in foodgrade verpakkingen werden er kritische noten gekraakt. Thoden van Velzen en Ronald Korstanje van het Dutch Polymer Institute plaatsten kanttekeningen bij chemische recycling als dé oplossing voor deze uitdaging, maar maakten ook duidelijk dat het nog niet eenvoudig is om via de mechanische route tot recyclaat te komen dat geschikt is voor toepassing in foodgrade verpakkingen. Zonder design-for-recycling en extra investeringen in sortering en decontaminatie is het een lastig verhaal. Voor de investeringen geldt uiteraard: lonen die?

Ton van Rooij van Filligrade, een bedrijf met een oplossing voor het sorteren op verpakkingen en niet-verpakkingen, stelde dat foodgrade verpakkingen prima met de zogenoemde Curvcode kunnen worden uitgestorteerd voor recycling in nieuwe foodgrade verpakkingen. Hierbij is echter wel de vraag wie dat betaalt? Het Afvalfonds Verpakkingen werd genoemd als goede optie. En jawel, na de spreekbeurt van Van Rooij dook een vertegenwoordiger van het fonds op bij het podium om er met de ondernemer over verder te praten.

In verschillende deelsessies werd ’s middags nog ingezoomd op thema’s als design-for-recycling, circulaire businessmodellen en het toepassen van recyclaat, op de ambities van (Europese) kunststofproducenten en op personele uitdagingen, publiek-private samenwerkingen en technologieën van de toekomst. Met presentaties over het Circular Plastics NL programma, onderdeel van het Groeifonds, en de Nationale Circulaire Plastics Norm werd het congresprogramma op 9 november afgesloten. Op 10 november bood organisator van het congres Polymer Science Park nog bedrijfsbezoeken in de Zwolse regio aan bij Auping, Maan Biobased Products en RPP Kunststof Oplossingen. Op nu naar een harmonieus, eerste grote concert van de Nederlandse kunststofketen, zou je zeggen. Wellicht op de volgende editie van het NKC, die gepland staat op 13 november 2025.