Categorie: Bedrijven | Gepubliceerd: 11 september 2024

AEB moet van meeste Amsterdammers in overheidshanden blijven

Uit onderzoek dat de Amsterdamse SP-fractie heeft laten uitvoeren blijkt dat een meerderheid van de Amsterdammers geen voorstander is van de voorgenomen verkoop van AEB.

Zo'n 58 procent van de Amsterdammers wil AEB niet verkopen. Ook geeft 78 procent aan dat AEB expliciet in overheidshanden moet blijven, en dus niet verkocht moet worden aan een commerciële partij. Dat blijkt uit de antwoorden op een vragenlijst die Onderzoek en Statistiek (O&S) afnam onder 671 Amsterdammers. Uit de antwoorden blijkt volgens Amsterdams SP-raadslid Erik Bobeldijk dat het stadsbestuur van PvdA, Groenlinks en D66 een weg inslaat die haaks staat op wat Amsterdammers zelf willen. “Het stadsbestuur bewandelt het pad van privatisering terwijl Amsterdammers het AEB juist graag in publieke handen willen houden.” Saillant detail is dat de achterban van zowel GroenLinks als de PvdA respectievelijk met 80 en 88 procent aangeven dat de overheid AEB niet mag verkopen. Verder gaf 45 procent van de ondervraagden aan niets te weten van de plannen om AEB te verkopen. Slechts 14 procent volgt de voorgenomen verkoop goed. 

Referendum

Eind 2023 gaf de Amsterdamse SP-fractie aan dat het een referendum wilde organiseren over de geplande verkoop van AEB. “Het AEB is nu van de gemeente en daarmee van alle Amsterdammers”, zei SP-raadslid Erik Bobeldijk destijds. “De SP vindt dat de Amsterdammers zich daarom hierover zouden moeten kunnen uitspreken en we nemen daarom het initiatief voor een referendum.” Deze poging mislukte echter. Wethouder Reinier van Dantzig schreef in februari aan de gemeenteraad van Amsterdam dat het besluit om AEB te verkopen niet referendabel is. De SP-fractie heeft er daarom voor gekozen om zelf na te gaan wat Amsterdammers van de voorgenomen verkoop vinden, omdat hen daar nooit iets over gevraagd was.  

Zorgen

Dat de SP-fractie zich zo tegen de verkoop verzet komt omdat de gemeente met de verkoop haar directe zeggenschap over AEB kwijtraakt. De macht komt dan bij de private aandeelhouders te liggen, en dat pakt volgens Bobeldijk bepaald niet altijd even gunstig uit. “Eerdere voorbeelden van privatisering in de energievoorziening en de volkshuisvesting hebben laten zien hoe desastreus het ‘vermarkten’ van basisbehoeften uitpakt. Energierekeningen zijn momenteel torenhoog en een betaalbare woning is bijna nergens in Amsterdam te vinden. Om te voorkomen dat de lusten straks voor de aandeelhouder zijn, in de vorm van een torenhoog dividend en de lasten straks voor de Amsterdammer in de vorm van een hoge afvalstoffenheffing en een vieze stad, zal de SP zich blijven verzetten tegen de verkoop van het AEB.”

In een reactie aan Het Parool noemt wethouder Van Dantzig de verkoop van AEB de verstandigste keuze. Ook is het runnen van een groot afvalverwerkingsbedrijf volgens hem geen kerntaak van de gemeente.

Tweede verkooppoging

AEB staat sinds eind april weer in de etalage, nadat de Autoriteit Consument en Markt (ACM) in 2023 een streep zette door de verkoop van AEB aan AVR. Die combinatie zou volgens de ACM te machtig zijn. Snel na het besluit van de ACM stemde de Amsterdamse gemeenteraad in juni 2023 met een grote meerderheid opnieuw voor de verkoop van AEB. Destijds was de wens nog om de nascheidingsinstallatie ‘in principe’ te behouden, maar uit onderzoek bleek dat het loskoppelen van AEB en de nascheidingsinstallatie niet haalbaar is. Deze staat nu dus samen met de rest van AEB in de etalage. Het referendum waar Bobeldijk eind 2023 voor pleitte ging met name om het besluit om ook de scheidingsinstallatie in de verkoop te betrekken. Volgens de gemeenteraad was dit echter een afronding van het eerder genomen besluit, en daarom niet referendabel.