De Nederlandse avi's lopen te hoop tegen de in hun ogen onrechtvaardige en hoge CO2-heffingen die ze krijgen opgelegd, terwijl het kabinet niets doet met de reductievoorstellen van hun kant.
Nederland gaat de klimaatdoelen niet halen en moet dus extra maatregelen gaan doorvoeren. De Nederlandse afvalverbranders worden daardoor extra getroffen, zo vinden zij. Want de besparingsopdracht voor 2030 betekent voor hen een reductie van 80 procent van de CO2-uitstoot, terwijl de rest van de industrie maar 43 procent hoeft te besparen. Het kabinet lijkt met de maatregelen een definitief einde te willen maken aan de import van afval en de verbrandingscapaciteit op termijn in lijn te willen gaan brengen met het verwachte sterk verminderde aanbod. Gesprekken over de afbouw van de verbrandingscapaciteit liepen ruim een jaar geleden op niets uit.
Het Belastingplan 2025 introduceert een avi-correctiefactor. Hiermee wil het kabinet de uitstoot van CO2 door avi’s extra beperken. De correctie heeft betrekking op de emissies die de avi’s zonder heffing mogen uitstoten. Die drempel wordt per 2026 stapsgewijs verlaagd, waardoor in 2030 1 Mton extra CO2-emissie wordt voorkomen. Althans, dat is de bedoeling. Het gaat om een heffing, dus als avi’s boven de drempel uitkomen, moeten ze de heffing gaan betalen.
Hoewel in het Hoofdlijnenakkoord, dat de basis vormt van dit kabinet, staat dat de CO2-heffing wordt afgeschaft, vraagt het kabinet daags na de vaststelling van dat Hoofdlijnenakkoord al advies om een schijvensysteem voor de CO2-heffing in te voeren. Met dit schijvensysteem moeten de grote emitterende bedrijven meer belast gaan worden, de kleinere juist minder. Want het is dan al duidelijk: het gaat niet snel genoeg met de CO2-reductie in Nederland. In 2025 worden de eerste inkomsten uit de CO2-heffingen verwacht. Dat klinkt goed voor de schatkist, maar deze meevaller is niet verwacht en betekent dat de industrie als geheel liever de heffing betaalt, dan investeert in CO2-beperkende maatregelen; op dit moment.
Een lagere drempel en een hoger tarief, niet verwonderlijk dat de Vereniging Afvalbedrijven (VA) als vertegenwoordiger van de avi’s, ageert tegen de voorgestelde maatregelen. Eerder waarschuwde de NVRD ook al tegen de lastenverzwaring die burgers, en natuurlijk ook bedrijven, zullen gaan krijgen door de maatregelen. Hoeveel dat zal zijn, is lastig te becijferen, want dat is sterk afhankelijk van de hoeveelheid aangeboden restafval van fossiele oorsprong.
Verbolgen is de VA dat de regering niets doet met de voorstellen die de 12 avi’s deze zomer via de VA hebben gedaan voor maatwerkafspraken om tot meer dan 35 procent CO2-reductie te komen. “Diverse avi’s hebben tijdens deze verkenning laten weten hier onder de juiste omstandigheden zeker mogelijkheden voor te zien”, laat de VA weten. Het rapport daarvan is al enige tijd beschikbaar, maar is tot verbazing van de VA nog niet aan de Tweede Kamer aangeboden. “Het is hoogst opmerkelijk dat in plaats daarvan wordt gekozen voor deze zeer forse aanscherping in de wetgeving. Het is voor ons onbegrijpelijk dat de door dezelfde overheid ingezette verkenning voor een realistische CO2-reductie en de uitkomsten uit het rapport nu niet in de politieke besluitvorming worden meegenomen”, laten de teleurgestelde leden weten in een persbericht.
De gevolgen van de aanscherping zijn velerlei, volgens de afvalverbranders. Minder verbranden van afval, levert minder warmte op voor de warmtenetten. Ook zou door het ongelijke speelveld brandbaar afval naar de omringende landen kunnen weglekken, waar het waarschijnlijk minder duurzaam wordt verwerkt. Daarom moeten de plannen van tafel en moeten de avi’s gelijk worden gesteld met de rest van de Nederlandse industrie. Die hebben nu een CO2-reductiedoelstelling van 43 procent, terwijl de avi’s nu nog op 35 procent vermindering zitten. De VA stelt voor dit gelijk te trekken en de maatwerkvoorstellen nog eens goed door te lezen. Vanuit het Klimaatfonds is er in ieder geval in het Belastingplan 222 miljoen euro opgenomen voor maatwerksubsidies avi’s.