In het nieuwe jaar moeten zo veel mogelijk bedrijven die investeren in duurzame bedrijfsmiddelen op de Milieulijst kunnen profiteren van belastingvoordeel. Ook moeten ze eerder duidelijkheid krijgen over de goedkeuring van dat voordeel.
Voor 2025 trekt het kabinet 189 miljoen euro uit voor de Milieu-investeringsaftrek (Mia) en 20 miljoen euro voor de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). Een fractie minder dan in 2024. Om toch zo veel mogelijk bedrijven belastingvoordeel te bieden, is het maximale jaarlijkse investeringsbedrag waarvoor bedrijven belastingvoordeel kunnen krijgen verlaagd naar 25 miljoen euro. Ook kunnen bedrijven het belastingvoordeel van de Mia/Vamil niet meer combineren met een aantal subsidies voor verkeer en vervoer. Bijvoorbeeld subsidies voor de aanschaf van een uitstootvrije vrachtwagen (AanZet) of private laadinfrastructuur (Sprila).
Positief voor ondernemers is dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) per 1 januari 2025 de bezwaar- en beroepsprocedure van de Mia/Vamil overneemt van de Belastingdienst. RVO neemt dan zelf besluiten, waardoor bedrijven eerder duidelijkheid krijgen over de goedkeuring van het belastingvoordeel. Ook kan RVO zo een eventueel bezwaar tegen deze beslissing afhandelen vóór de vaststelling van de belastingaangifte.
Op de Milieulijst 2025 staan de bedrijfsmiddelen die in aanmerking komen voor belastingvoordeel. Nieuw in de categorie grondstoffen- en waterverbruik is belastingvoordeel voor inzamel- en geldretoursystemen voor herbruikbare bekers en voor een tankinstallatie voor ruitensproeiervloeistof om het gebruik van verpakkingen te verminderen.
In die categorie zijn ook een aantal voorwaarden aangepast. Zo is de eis voor het minimale aandeel recyclaat in asfaltcentrales versoepeld van 80 procent naar 65 procent. Verder is het belastingvoordeel voor 3D-printers beperkt tot toepassingen waarbij de inzet van een 3D-printer nog niet gangbaar is. En multi-afvalcontainers, zoals in kantoorgebouwen, zijn uitgesloten onder het kopje 'Inzamelapparatuur of -voorziening voor meer of zuiverdere monostromen’. Deze zijn intussen gangbaar.
In andere categorieën is het belastingvoordeel geschrapt voor onder andere elektrische heftrucks en stofafscheiders, bedrijfsmiddelen die ook in de afval- en recyclingsector worden gebruikt. Wel is er belastingvoordeel voor zuiveringsinstallaties voor grijswaterrecycling. Voor circulaire woningen en gebouwen zijn verschillende voorwaarden voor belastingvoordeel aangepast.
Over de hele linie is het aantal mutaties op de Milieulijst beperkt. Vorig jaar zette de RVO nog het mes in de lijst. 108 bedrijfsmiddelen werden van de Milieulijst verwijderd, 112 middelen inhoudelijk gewijzigd en zes nieuwe bedrijfsmiddelen aan de lijst toegevoegd. Dit als gevolg van nieuwe Europese regels voor staatssteun en de uitkomsten van een beleidsevaluatie van de Mia/Vamil.