Categorie: Politiek en beleid | Gepubliceerd: 06 november 2020

Verdienmodel van afvalbedrijven onder de loep

Als het bevoegd gezag bij de vergunningverlening constateert dat een afvalbedrijf zijn verdienmodel niet op orde heeft, dan zou het een hogere financiële zekerheid moeten kunnen opleggen om eventuele milieuschade te kunnen herstellen bij een faillissement.

Dat laat staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat weten aan de Tweede Kamer. Tijdens het schriftelijk overleg Toezicht en handhaving van 14 oktober liet GroenLinks weten zich ernstige zorgen te maken over de vele kleine afvalbedrijven die milieuregels niet goed naleven, de grote hoeveelheid faillissementen in de afvalsector en de gigantische kosten die dit oplevert voor provincies en gemeenten. Ook maakte de fractie zich zorgen over een opvatting van criminologen dat het huidige businessmodel op de afvalmarkt milieucriminaliteit bevordert. GroenLinks wilde dan ook van de staatsecretaris weten welke acties zij onderneemt om de perverse prikkel om zo goedkoop mogelijk van afval af te komen weg te nemen.

Financiële zekerheid

In reactie op de zorgen van GroenLinks benadrukt Van Veldhoven de afvalsector te kennen als een professionele sector die zich inspant voor de transitie naar de circulaire economie. Maar ze is op de hoogte van de problematiek rondom het verdienmodel van sommige afvalverwerkers: er wordt verdiend bij ontvangst van afval aan de poort en er bestaat daarna soms geen prikkel meer om het afval daadwerkelijk op een milieuverantwoorde manier te verwerken, weet de staatssecretaris.

Vorig jaar voerde ze gesprekken met vertegenwoordigers van medeoverheden en het afvalverwerkende bedrijfsleven. Uit deze gesprekken kwam naar voren dat het instrument ‘financiële zekerheid’ eraan kan bijdragen dat afvalverwerkers eerder overgaan tot daadwerkelijke verwerking van ingenomen afval, omdat dan bij vergunningverlening wordt gekeken naar het verdienmodel van het bedrijf. Is dat verdienmodel niet op orde, dan zou het bevoegd gezag een hogere financiële zekerheid kunnen opleggen om eventuele milieuschade te kunnen herstellen in geval van een faillissement. Heeft het bedrijf een goede financiële positie en is verwerking van het ingenomen afval ook daadwerkelijk onderdeel van het verdienmodel, dan zou dit minder snel worden geëist.

Van Veldhoven is voornemens voor bevoegde gezagen de mogelijkheid te creëren om, voordat tot vergunningverlening wordt overgegaan, te verifiëren of er voldoende financiële middelen aanwezig zijn bij het bedrijf om eventuele milieuschade te herstellen of opruimingskosten bij faillissement te kunnen verhalen. Hiertoe introduceert ze een bepaling in het Omgevingsbesluit. Binnenkort volgt er een Kamerbrief over het onderwerp. Door het uitstel van de inwerkingtreding van de nieuwe Omgevingswet is de verwachting overigens dat het nieuwe beleid niet voor 1 januari 2022 zal gaan gelden.

Verplichte verzekering

GroenLinks vroeg de staatssecretaris ook of ze bereid is om, vooruitlopend op de Omgevingswet, voor gemeenten en provincies de mogelijkheid te creëren dat zij het hebben van een verzekering als criterium kunnen stellen voor het verlenen van een vergunning.

Van Veldhoven denkt dat een verzekeringsplicht in de praktijk niet het gewenste effect zal hebben, omdat veel verzekeraars door hun acceptatiebeleid geen afvalverwerkende activiteiten in hun portefeuille kunnen opnemen. Dit komt deels door een verleden van afvalbranden en andere incidenten binnen de branche en deels door de aangescherpte kapitaalvereisten van de EU-richtlijn Solvency-II. Een verzekeringsplicht opleggen aan afvalverwerkers, terwijl zij niet de mogelijkheid hebben een dergelijke verzekering af te sluiten omdat verzekeraars zelf gaan over hun acceptatiebeleid, biedt dus geen oplossing.