Eswet pleit voor transformatie AEC's
In een rapport presenteert de Europese brancheorganisatie Eswet haar visie op de toekomst van afvalenergiecentrales, met onder meer hoe deze centrales de chemische industrie in hun transitie kunnen helpen.
Terwijl de Europese en wereldwijde afvalproductie blijft toenemen, werkt de afvalverbrandingssector aan manieren om haar potentie beter te benutten. Als bijdrage hieraan heeft de Europese brancheorganisatie Eswet van leveranciers van afvalenergietechnologie een rapport gepresenteerd hoe ze de toekomst van de sector ziet.
Centraal is deze visie staat dat een afvalenergiecentrale (AEC) verandert in een zogeheten geïntegreerde hulpbronnenherstelfaciliteit (IRF), die volgens Eswet een nieuw fabrieksmodel en een stapsgewijze evolutie vertegenwoordigt in de thermische behandeling van afval. Dankzij moderne Europese techniek kunnen nieuwe en gerenoveerde fabrieken innovatieve technologieën implementeren om naast het verwerken van niet-recyclebaar afval voor energieopwekking ook bijvoorbeeld waterstof of synthetische brandstoffen te produceren en daarbij CO2-emissies afvangen.
Volgens de organisatie geldt de IRF als een volgende stap om de milieuproblemen van EU aan te pakken, als gevolg van niet-recyclebaar afval. Naast het volledig benutten van het decarbonisatiepotentieel van de themische behandeling van restafval, valt hieronder ook het veiligstellen van energie en materialen. Dit kan onder meer door de kwantiteit en kwaliteit van recyclaat uit bodemassen te vergroten, maar ook door meer rookgasreinigingsresiduen te gebruiken. De chemische sector kan deze residuen namelijk gebruiken als secundair materiaal. Zo kunnen IRF's bijdragen om de kringloop te sluiten voor een circulaire economie, aldus Eswet.
De Europese brancheorganisatie heeft al vaker gepleit voor een plek voor AEC's in de circulaire economie. Vooralsnog ziet de Europese Commissie hier echter niets in, aangezien afvalverbranding niet op de zogeheten EU-taxonomielijst staat.
