Vlamingen produceren iets minder restafval
De Vlaamse regering wil de hoeveelheid restafval per persoon tegen 2030 terugdringen tot 100 kilo. In het huidige tempo is het de vraag of dat haalbaar is.
Uit nieuwe cijfers die de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (Ovam) vandaag (22 oktober) publiceert blijkt dat een gemiddelde Vlaming in 2023 goed was voor 126,4 kilo restafval. In 2022 was dit nog 128 kilo. In dit tempo zal de doelstelling voor 2030 van 100 kilo restafval per persoon dus buiten bereik blijven. Een grotere stap werd gezet tussen 2021 en 2022. In 2021 ging het nog om 140 kilo restafval per persoon. Hoge inflatie en energieprijzen speelden daarbij echter wel een rol. Als we verder terugkijken in het verleden is wel een groot verschil zichtbaar. Zo’n 30 jaar geleden verdween drie kwart van het Vlaamse huishoudelijke afval nog in het restafval. Vandaag de dag is dat amper 30 procent.
In tegenstelling tot de hoeveelheid restafval, steeg de totale hoeveelheid afval per Vlaming, namelijk van 416 kilo in 2022 naar 421 kilo in 2023. Volgens de Ovam is dit in ieder geval deels toe te schrijven aan een aanzienlijke toename in de hoeveelheid tuinafval (+34 kton), gft (+22 kton) en pmd-afval (+10 kton). Voor de Ovam is dat geen reden voor alarm. 2022 was een bijzonder droog jaar, met minder tuinafval als gevolg.
Het Vlaamse scheidingspercentage stond in 2023 op 70 procent. Als daar sorteerfouten en recyclingresiduen vanaf worden getrokken, en stromen die niet voor recycling maar om veiligheidsredenen gescheiden worden ingezameld (zoals asbest), blijft 63 procent “effectieve recycling” over. Van de overige 37 procent wordt 35 procent verbrand voor energieterugwinning. Het restant gaat naar stortplaatsen (1,6 procent) of andere inrichtingen voor voorbehandeling (0,4 procent).
Volgens de Ovam zal de invoering van verplichte gft-inzameling (per 1 januari 2024) zorgen voor een verdere afname in de hoeveelheid restafval. De belangrijkste bijdrage blijft echter preventie. De Ovam blijft daarom inzetten op maatregelen voor meer herbruikbare verpakkingen, meer reparatie en meer hergebruik van producten. Ook gaat het acties tegen voedselverlies verder opschroeven.
