In een motie verzoekt Tweede Kamerlid Martijn Buijsse (VVD) de regering om bij gemeenten en afvalenergiecentrales naar exacte cijfers te vragen over de afval- en explosieproblematiek rond lachgascilinders. De inventarisatie is mogelijk een opstap naar aanvullend beleid.
Volgens Kamerlid Buijsse zijn de omvang van de afvalproblematiek en de omvang van de explosieproblematiek onvoldoende in beeld, terwijl dit wel nodig is om tot mogelijk aanvullend beleid te komen. Daarom verzoekt hij de regering bij gemeenten en afvalenergiecentrales (AEC’s) navraag te doen naar de exacte cijfers van de afval- en de explosieproblematiek voor de jaren 2023 en 2024. Hij wil dat de regering de Tweede Kamer hier voor 1 januari 2026 over informeert.
De motie is opvallend, aangezien VVD een coalitiepartij is en eerdere moties om te komen tot oplossingen rond de lachgasproblematiek steeds werden afgeschoten. De cijfers die bekend zijn, gaan volgens Buijsse deels over 2023 en zijn schattingen. Het Kamerlid wil betere cijfers hebben. Hij wil nauwgezet weten of er sprake is van een toe- of afname en waar het probleem zich concentreert. Een statiegeldheffing ziet hij niet zitten, omdat hij niet wil legitimeren wat illegaal is.
Sinds 2023 is het gebruik van lachgas verboden. Dit heeft ertoe geleid dat gebruikte lachgascilinders worden teruggevonden in de natuur, parken of andere plekken waar het niet thuishoort. Het opruimen van deze cilinders heeft geleid tot meerwerk voor gemeenten. Daarnaast zorgen de cilinders voor explosiegevaar in AEC’s, met schade tot gevolg voor medewerkers en machines.
Naar verwachting stemt de Tweede Kamer komende dinsdag 3 juni over de motie.