Europarlementariër Sander Smit heeft in Brussel aan de bel getrokken over de plannen van het demissionaire kabinet Schoof om 567 miljoen euro aan extra belasting te heffen op de verwerking van afval. Is dat wel verenigbaar met het voorzorgsbeginsel.
Volgens Smit (BBB/EVP) maakt "de buitenproportionele heffing" afvalverwerking in Nederland economisch onaantrekkelijk, wat leidt tot verdringing van afval naar andere lidstaten en derde landen met lagere verwerkingsstandaarden. Dit vergroot het risico dat afval wordt gestort in plaats van benut voor energieterugwinning in afvalverbrandingsinstallaties en gerecycled. En dat leidt dan weer tot hogere methaanemissies op EU-niveau. Dreigende verminderde verwerkingscapaciteit ondermijnt niet alleen de circulaire transitie, maar ook grensoverschrijdende circulariteitsclusters, grensoverschrijdende samenwerking, regionale warmtevoorziening en CO2-afvang, -opslag en -hergebruik, stelt de Europarlementariër, die goed geluisterd lijkt te hebben naar de kritiek op het fiscale beleid uit de Nederlandse afvalsector.
In schriftelijke vragen aan de Europese Commissie wijst Smit de uitvoerende macht erop dat het voorzorgsbeginsel de Commissie volgens het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (artikel 191, lid 2, VWEU) verplicht tot preventief optreden bij risico op milieuschade, ook wanneer nog onzekerheid bestaat over de volledige omvang daarvan. In dat kader wil de BBB’er weten hoe de Commissie het met het voorzorgsbeginsel verenigbaar acht dat nationale Nederlandse belastingverhogingen leiden tot netto hogere broeikasgasemissies op EU-niveau, door verschuiving van afvalstromen naar andere lidstaten?
Smit vraagt verder waarom de Commissie geen verplichte voorafgaande milieueffectrapportage (mer) verplicht stelt bij nationale fiscale maatregelen die aantoonbaar leiden tot afvalverplaatsing en ondermijning van de Stortrichtlijn en de Europese circulaire economie. Ook hoort hij graag welke concrete maatregelen de Commissie neemt tegen lidstaten om de risico’s van toenemend storten en verstoring van de Europese afvalverwerkingsinfrastructuur te beperken, zoals vereist onder artikel 191, lid 2 van de VWEU.
Het lijkt erop dat de Commissie de tijd neemt om de vragen van Smit te beantwoorden. Die liggen inmiddels namelijk al een kleine maand op haar bureau in Brussel.