Categorie: Ketens en markten | Gepubliceerd: 13 november 2008

Frans afvalbeleid in nieuwe steigers:

Veel discussie en weinig resultaten

Jean-Louis Borloo, de Franse minister van Ecologie, kwam in september veelvuldig in het nieuws vanwege uitgelekte plannen over de vergroening van de belastingen. Hij wilde een bonus-malusregeling snel uitbreiden naar andere productgroepen en een zogenaamde Pique-nique-belasting invoeren op wegwerpartikelen.

filename.jpg

Van 2 tot en met 5 december vindt de grootste Zuid Europese milieubeurs plaats in Lyon. De Pollutec Lyon zal dit jaar weer meer standhouders aantrekken dan vorig jaar. Grootste aandachtsgebieden zijn zoals altijd water, afvalbeheer en recycling. Dit jaar zijn er twee belangrijke landenpaviljoens: Japan en Mexico.

Volgens de uitgelekte plannen zou er een heffing komen op artikelen die niet gerecycled kunnen worden van negentig eurocent per kilo. Omdat daar wegwerpborden, -bestek en -bekers onder vallen, kreeg het al snel de naam 'pique-nique belasting. De bonus-malusregeling geldt nu alleen voor de aanschaf van auto's: wagens die minder vervuilen dan 130 gram CO2 per kilometer krijgen korting van de overheid. Auto's die boven de 160 gram CO2 per kilometer uitstoten, krijgen een heffing.
Borloo bevestigde aanvankelijk de plannen. Premier François Fillon ontkende echter het bestaan ervan, waarna president Nicolas Sarkozy er aan te pas moest komen. Sarkozy stelde vervolgens een werkgroep in die moet gaan bepalen welke producten in aanmerking komen voor de bonus-malusregeling. De energie benodigd voor de producten en het afval dat ze produceren, zijn daarbij de belangrijkste criteria. Er wordt gekeken naar negentien producten, onder meer naar koelkasten en mobiele telefoons. De pique-nique belasting lijkt te zijn begraven, omdat Sarkozy meer ziet in een belasting bij de verwijdering en niet bij de aanschaf van vervuilende producten.

Schoten voor de boeg
Dit lijken allemaal schoten voor de boeg voor de discussie over de vergroening van de belastingen in het kader van de begroting van 2009 en het omzetten van de uitkomsten van een maatschappelijke consultatie in concrete acties. De door de overheid georganiseerde brede milieudiscussie heeft eind vorig jaar geleid tot een door de deelnemende partijen geformuleerd duurzaamheidsplan en moet nu door de regering in concrete maatregelen worden vertaald. Het duurzaamheidsplan heeft vier speerpunten voor het afvalbeleid geformuleerd:

  1. het verminderen van de productie van afval door het verlengen van de levensduur van producten, het op de markt brengen van producten die minder afval voortbrengen, diftartarieven instellen en het benadrukken van de producentenverantwoordelijkheid;
  2. het stimuleren van recycling en compostering;
  3. meer kennis verkrijgen van de gezondheidsgevolgen van het verwijderen van afval en dit beter controleren;
  4. de spelers en het publiek op afvalgebied bewuster maken en een impuls geven aan het onderzoek.

Ambitieus
Het vorige afvalpreventieplan uit 2004 had niet zoveel om het lijf, behalve publiekscampagnes voor afvalscheiding, het verbieden van plastic zakken in de supermarkt en het beteugelen van ongewenste reclame in de post. Het gebruik van zakjes is afgenomen met zeventig procent, maar er moest een veel breder beleid geformuleerd worden. De concrete doelstellingen die de regering heeft overgenomen uit het nieuwe duurzaamsheidsplan zijn ambitieus.
Zo is er de gekwantificeerde doelstelling om de hoeveelheden te verbranden of te storten afval te verminderen met vijftien procent in 2012. In dat perspectief moet de jaarlijkse productie van afval over een periode van vijf jaar met vijf kilo per inwoner per jaar verminderen. Verder moet de recycling van huishoudelijk afval worden verhoogd van 24 procent in 2004 naar 35 procent in 2012 en 45 procent in 2015. In 2012 moet 75 procent van de huishoudelijke verpakkingen worden gerecycled.

Er zal echter nog veel water door de Seine stromen voordat de regering alle aanbevelingen heeft omgezet in concrete acties. Zo pleit het duurzaamheidsplan voor een belasting op de verbranding en op het storten van afval. Ook de voorstellen voor meer producentenverantwoordelijkheid gaan ver, zoals voor afval uit de zorgsector, gevaarlijk huishoudelijk afval, meubels en verpakkingen. Gescheiden gft-inzameling in stedelijke gebieden en composteren moet worden geïntensiveerd. De regering heeft in juni al aangekondigd om de gangbare leveringsverplichting van een minimale hoeveelheid in de contracten van gemeenten met avi's wettelijk te verbieden. Ook moet er meer openheid komen door contracten te publiceren.
Een ander heikel punt is het voorstel voor 'een aansporend verplicht tarief voor het inzamelen van afval'. De werkgroep laat vrij of deze diftartarieven geheel variabel of deels vast / deels variabel moeten zijn. Het wordt aan gemeenten overgelaten om hierover te beslissen. Nu wordt in Frankrijk slechts zeven procent van de totale belastinginkomsten via afval door een diftarheffing verkregen.

Marktcijfers
Een van de belemmerende factoren voor het nieuwe beleid is het gebrek aan goede gegevens. De cijfers over afval zijn in Frankrijk onsamenhangend en niet actueel. Cijfers over 2006 worden pas eind 2008 bekend. Frankrijk produceert 849 Mton afval, waarvan veertig procent van agrarische oorsprong is. Zo'n 425 Mton afval komt in de afval- en recyclingketen terecht. Het grootste deel (332 Mton) daarvan is inert en afkomstig uit de bouwsector en publieke werken. Hiervan wordt tweederde hergebruikt en de rest in oude mijnen / steengroeven opgeslagen. In Frankrijk wordt 9,5 Mton gevaarlijk afval geproduceerd, waarvan de helft uit de industrie komt en een derde uit de bouwsector. Slechts 0,3 procent komt uit huishoudens. De rest komt uit de dienstensector (onder meer van de afvalwatersector en reinigingsdiensten). Tot slot komt 22 Mton afval uit huishoudens vrij. Dat is overigens inclusief het afval van kleine bedrijven, maar exclusief grofvuil en groenafval.
In de periode 1960-2002 steeg de hoeveelheid huishoudelijk afval aanzienlijk van 175 kilo naar 359 kilo per Fransman. Daarna is die hoeveelheid gestabiliseerd. Daar moet het groene afval en grof afval nog bijgeteld worden: 181 kilo per persoon per jaar. Met zo'n 540 kilo per inwoner bevindt Frankrijk zich onder het gemiddelde van de EU-15 dat op 560 ligt.
Bijna zestig miljoen Fransen hebben de mogelijkheid om hun verpakkingsmateriaal gescheiden weg te brengen of op te laten halen. Slechts 700.000 inwoners wonen in gemeenten die daarvoor geen contract hebben. In 2006 werd 4,8 Mton verpakkingen op de markt gebracht. Daarvan is 3,7 Mton gescheiden ingezameld, waarvan 2,9 Mton gerecycled is en 0,8 Mton verwerkt werd met energieterugwinning.

Veolia en Sita
Opvallend blijft de Franse afvalmarkt door de gelijkenis van twee dominerende bedrijven: Veolia Propreté en Sita. Beide hebben de strategie om in alle schakels van de afvalketen te overheersen en behoren tot concerns die hun oorsprong in de watersector hebben. Veolia Propreté is onderdeel van Veolia Environnement (water, energie, openbaar vervoer en afval) en bedient 26 miljoen inwoners (ruim eenderde van de totale bevolking). In Frankrijk bedroeg de omzet 3,4 miljard euro, 37 procent van de totale omzet.
Bij Sita heeft dit jaar de grootste verandering plaatsgevonden. Het moederconcern Suez Environnement is in juli gefuseerd met Gaz-de-France. Het nieuwe concern GDF-Suez doet in water, energie en afval en is een gigaconcern met 75 miljard euro omzet. De Franse staat is grootaandeelhouder. Voorwaarde voor de fusie was dat Suez Environnement zelfstandig zou worden. Dat leidde in juli tot een beursgang waarbij GDF-Suez 35 procent van de aandelen behield. De omzet van de afvalactiviteiten steeg in 2007 met 12,4 procent naar 5,5 miljard euro. Sita zag de omzet in thuisland Frankrijk met 4,1 procent groeien.
Op grote afstand staan twee kleinere spelers: Séché en Coved. Séché Environnement is specialist in het verwerken van afval, waarbij een belangrijk deel van de activiteiten in het gevaarlijk afval ligt. Vorig jaar in april heeft Séché samen met La Caisse des Depots en AXA Investment Managers de Groupe Saur overgenomen.
Het afvalonderdeel van Saur is de vierde grote afvalonderneming in Frankrijk en heet Coved. Séché heeft overigens een optie om in de komende vier jaar een meerderheidsaandeel in Saur te krijgen. Coved is vooral actief in de inzameling en behaalde in 2006 een omzet van 307 miljoen euro. Het bedrijf haalt bij vijf miljoen Fransen het afval op.
Daarnaast zijn er nog een aantal kleinere spelers die in meerdere regio's werkzaam zijn en bevinden zich ook nog zeer veel kleine bedrijven op de markt. Zo zijn er vierduizend inzamelbedrijven, waarvan driekwart minder dan zes personeelsleden in dienst heeft. Toch is de golf van schaalvergroting ook in Frankrijk aan de gang en breiden bedrijven hun dienstverlening veelal uit. 

filename.jpgHet speciaal ingestelde comité dat Frankrijk een pionier in de milieutechniek moet maken, presenteert zich tijdens de Pollutec-beurs. Er worden meer dan 70.000 bezoekers verwacht.
Eco-industrie op Pollutec
Frankrijk plaatst zich als vierde land ter wereld als het gaat om eco-industrie. Om deze positie te verbeteren hebben overheid en bedrijfsleven een comité ingesteld dat Frankrijk een pionier in de milieutechniek moet maken en van de eco-industrie een motor van de economische groei. De milieumarkt is dan ook een groeimarkt. In 2006 werd 11,6 miljard euro besteed aan de exploitatie van investeringen in afvalverwijdering, -verwerking en -recycling. Een stijging van zes procent ten opzichte van het jaar ervoor. Op de Pollutec-beurs - die van 2 tot en met 5 december plaatsvindt in Lyon - presenteert het comité haar bevindingen. De Pollutec biedt een groot aanbod aan antwoorden voor milieuproblemen op de gebieden lucht, water, afval, recycling, reiniging, energie en klimaatverandering. Er worden 2.600 exposanten en meer dan 70.000 bezoekers uit ruim honderd landen verwacht.
De tweejaarlijkse Pollutec is in sfeer en aanbod anders dan haar Duitse internationale equivalenten. De opzet van niet al te grote stands, samen met de overwegende Zuid-Europese bezoekers, geeft de beurs een andere dynamiek. Wellicht dat het succes van de beurs zich daarom zo gemakkelijk vertaalt naar opkomende landen als Algerije, Verenigde Emiraten en Marokko.
Nederlandse deelnemers zijn er ook. Knapzak (inzamelsystemen voor plastic en EPS) is al een aantal jaren aanwezig en opende onlangs een kantoor in Frankrijk. Hetzelfde geldt voor Engels Logistiek (inzamelsystemen). ATM uit Moerdijk (verwerking gevaarlijk afval en grondreiniging) stond vorig jaar in het Nederlandse paviljoen, maar heeft nu een eigen stand. Ook de Christiaens Group (composteringssystemen) en Lubo Systems (recyclingsystemen) zijn weer aanwezig. Nieuw zijn CPM Europe (korrelpersen) en Holmatro Industrial Equipment (industriële gereedschappen). Bedrijven als Hyva (kranen), Geesink en Terberg (beladingsystemen) en Goudsmit (magneetsystemen) zijn via hun Franse kantoren aanwezig.

 

 


Vakblad Afval! oktober 2008 (nummer 8)


Auteur: Berry Vos / Friso Noordhoek