Toyota gaat de komende drie jaar wereldwijd zeshonderd plug-in hybride auto's testen. In Nederland gaan elf van deze testauto's rijden. Onder meer Rijkswaterstaat, Roteb lease en Van Gansewinkel doen aan het project mee.
Doel van het project is om te kijken of in de praktijk gebruiksgemak,
actieradius, techniek en kosten aansluiten bij de verwachtingen en wensen
van de gebruikers.
Een Plug-in hybride elektrische voertuig (PHEV) is een auto met een
verbrandingsmotor én een brandstoftank, met een grotere batterij en
een mogelijkheid om de batterij op te laden via het stopcontact met een
oplaadstekker. Daarnaast wordt de batterij tijdens het rijden opgeladen,
onder andere via de energie die tijdens het remmen wordt teruggewonnen.
Dat betekent dat gebruikers op buiten- en snelwegen, alsook in de stad,
volledig elektrisch kunnen rijden. Bestuurders worstelen dus niet met de
beperkingen van volledig elektrische auto’s, zoals beperkte
actieradius, lange oplaadtijden, hoge aanschafkosten, gering
snelheidsbereik, de omvang en het gewicht van het accupakket.
Volgens Van Gansewinkel, die één van de auto's gaat testen,
past de proef binnen de doelstellingen om zijn eigen footprint te
verbeteren en CO2-reductie te realiseren. Zo investeert het afval- en
milieuconcern ook in 100% elektrische vuilniswagens. Aan het proefproject
van Toyota in Nederland nemen naast Rijkswaterstaat, Van Gansewinkel en
Roteb lease ook netbeheerder Stedin, postbedrijf TNT en
energiemaatschappij Eneco deel.