De voorlopige conclusie van het evaluatieonderzoek van KplusV naar bron- en nascheiding van kunststof verpakkingsafval luidt dat bronscheiding momenteel het meest robuuste systeem is.
Dat vertelde projectleider Henk Mogezomp van KplusV tijdens de derde regiobijeenkomst van de VNG en Nedvang gisteren in Utrecht. Kernvraag van het onderzoek was in hoeverre nascheiding een aan bronscheiding gelijkwaardige bijdrage levert aan het halen van de nationale hergebruikdoelstellingen. De evaluatie is onder meer gebaseerd op de resultaten van het KPMG-onderzoek naar de kosten van nascheiding en van het PwC benchmarkonderzoek bronscheiding. Waar bronscheiding volgens Mogezomp over heel 2010 het meest robuust in elkaar bleek te zitten, wees hij er wel op dat de nascheidingsinstallatie van Omrin over de laatste drie maanden van 2010 gelijkwaardig leek te kunnen presteren. Of dat ook op langere termijn zo blijft, moet echter nog blijken.
Vergelijking bron- en nascheiding
Voor de vergelijking van de twee inzamelsystemen is naar drie onderdelen
gekeken: kwantiteit, kwaliteit en kosten. Gekeken naar de kwantiteit leken
de resultaten in eerste oogopslag zeer vergelijkbaar: waar bronscheiding
in een genormaliseerde methode uitkwam op gemiddeld 10,5 kilo kunststof
afval per aansluiting, bleek dat bij nascheiding 10,4 kilo. Hierbij moet
echter bedacht worden dat de nascheiding plaatsvindt in een regio met
bijna alleen materiaal uit gemeenten met stedelijkheidsklassen 3 tot en
met 5. Terwijl bij bronscheiding ook de cijfers van gemeenten met
stedelijkheidsklasse 1 zijn meegenomen, waar gemiddeld slechts 2 kilo per
aansluiting wordt opgehaald. De gemiddelde resultaten van brongescheiden
gemeenten zónder stedelijkheidsklasse 1, komen bijvoorbeeld al op
12,7 tot 15,3 kilo per aansluiting.
In nagescheiden kunststof blijkt volgens KplusV meer rest- en stoorstoffen
te zitten dan in brongescheiden materiaal.
Verder lijken de kosten voor gemeenten van de twee systemen elkaar niet
veel te ontlopen. Waar bronscheiding gemiddeld 720 euro per ton ingezameld
materiaal kost, is dat bij nascheiding 684 euro. Bij dit laatste merkte
Mogezomp overigens wel op dat het bedrag gebaseerd is op de
praktijkproeven en dus niet de werkelijke kosten zijn. Het systeem van
Attero bleek daarbij overigens duurder dan dat van Omrin. Bij de huidige
vermarkting van nagescheiden materiaal afkomstig van de Omrin-installatie
blijkt verder dat de marktprijzen ongeveer 20 procent ongunstiger liggen
dan die van brongescheiden materiaal.
Het onderzoek van KplusV, evenals de volledige onderzoekresultaten van het
PwC-benchmarkonderzoek, komen eind van deze week beschikbaar op de
websites van VNG en Nedvang.
Verbeterpotentieel
Aanbevelingen die KplusV doet zijn onder meer zorgen voor aandacht voor
kwaliteitszorg en sturing in de keten van kunststofhergebruik, met name op
de verschillende kunststofdeelstromen. Ook moet er zorg zijn voor
beleidscontinuïteit en voldoende financiële prikkels. "Voer
onderzoek uit naar het verbeterpotentieel dat nog in de systemen zit en
naar de verschillende verwerking- en recyclingstadia en stimuleer
hergebruik", luidde een volgend advies. Tot slot wees Mogezomp op de
noodzaak om in 2012 een nieuwe systeemvergelijking uit te voeren met
nieuwe ervaringsgegevens omdat die nodig zijn om stevigere conclusies te
trekken. De projectleider durfde niet te zeggen of er meer
verbeterpotentieel zit bij nascheiding dan bij bronscheiding. "Bij
bronscheiding ligt de verbetering vooral op het beïnvloeden van het
gedrag van de burger en bij eventuele aanpassing van de inzameling
(bijvoorbeeld duobakken of minicontainers) en bij nascheiding moet naar de
techniek en procesbeheersing worden gekeken. Dat zijn twee zeer
verschillende verbeterpotentiëlen", aldus Mogezomp.
Eerst financiering, dan de rest
De ongeveer honderd aanwezigen, waarvan het merendeel ambtenaren en
bestuurders, kregen gisteren presentaties van de resultaten van de
drie onderzoeken en een overzicht van 'best practices' van bron- en
nascheiding. Onder leiding van dagvoorzitter Frans Weisglas werd aan het
eind van de middag discussie gevoerd en konden vragen worden gesteld.
Naast praktische vragen omtrent optimalisatie van de inzameling in eigen
gemeente, bleek vooral de periode na 2012 de gemoederen bezig te houden.
Komende tijd zullen VNG en Nedvang met de resultaten van de verschillende
onderzoeken in handen de onderhandelingen over de periode na de huidige
raamovereenkomst aangaan. Insteek van de VNG is allereerst zekerstelling
van de financiering van de inzameling, liet VNG-beleidsmedewerker Richtsje
Anema weten "dan praten we pas verder". Joris van der Meulen, manager
Inzameling & Recycling bij Nedvang, vulde aan dat zijn achterban het
eens is met de oproep van de VNG om de 115 miljoen euro in het Afvalfonds
niet te laten verdwijnen. VNG en Nedvang hopen de besprekingen nog voor de
zomer rond te hebben. De eerste contouren van welke kant de discussie op
gaat, verwacht Anema al volgende week op te maken tijdens het Algemeen
Overleg van de vaste commissie van Infrastructuur en Milieu over afval en
verpakkingen.
» Bijlagenrapport KplusV kunststof
inzameling
» Evaluatie onderzoek bron- en nascheiding
kunststof verpakkingsafval
» Bekijk de profielpagina op AfvalOnline of ga direct naar de website