Categorie: Circulaire activiteiten | Gepubliceerd: 21 juli 2022

Amsterdam verslikt zich in dynamisch inzamelen

Een te snelle uitrol van dynamisch inzamelen leidde tot achterblijvende dienstverlening, vele klachten van inwoners en ontevreden chauffeurs. Omdat ook de efficiencywinst tegenviel, kon Amsterdam niet anders dan het project 'on hold' zetten.

De Amsterdamse afvalwethouder Zita Pels onderschrijft de aanbeveling uit de evaluatie om het project dynamisch inzamelen voorlopig 'on hold' te laten staan. De gemeente moet eerst de basis op orde krijgen.
Foto: Bas Beentjes

Het perspectief van het project was vijf jaar geleden nog zo aantrekkelijk: met dynamisch inzamelen zou de inzameling beter, sneller en goedkoper worden. Door dat er zicht zou komen op het vulpercentage van containers in de stad, zouden alleen containers geleegd hoeven te worden die ook daadwerkelijk vol zaten. Inzamelvoertuigen zouden geoptimaliseerde routes rijden om deze volle containers te legen. Materieel en chauffeurs zouden zo efficiënter worden ingezet en containers op tijd geleegd. Goed voor de burger, voor de chauffeurs en voor de stadsbestuurders die de kosten van de afvalinzameling wilden drukken. En dus investeerde de stad miljoenen in de uitrol van dynamisch inzamelen om uiteindelijk een efficiencyverbetering van 3 miljoen euro per jaar te realiseren.

Het werd echter niet het gedroomde succes. De stadsdelen Zuidoost, Oost en Zuid besloten vorig jaar tijdelijk te stoppen met het dynamisch inzamelen van het huishoudelijk restafval. Voorspellingen over de beste leegmomenten en routes op basis van weeggegevens en sensoren vielen tegen en dus kozen stadsdelen ervoor om bij de inzameling weer te varen op de kennis van chauffeurs over de te rijden routes en te legen containers. De gemeente kondigde aan een tussenevaluatie te gaan laten uitvoeren en op basis van de uitkomsten bij te sturen op een betere implementatie van het systeem.

Organisatorisch falen

Uit die evaluatie, die verantwoordelijk afvalwethouder Zita Pels gisteren met de Amsterdamse gemeenteraad deelde, blijkt dat er bij de invoering van dynamisch inzamelen veel mis is gegaan. De uitrol is het eerste stadsdeel (Zuidoost) had in sterke mate het karakter van een ‘living lab’. Chauffeurs, planners en leverancier schakelden in korte lijnen om tot een succesvolle ontwikkeling te komen. Toen het tweede stadsdeel (Oost) werd betrokken, had het project meer het karakter van een ‘start-up’: het was bekend dat het systeem niet af was en moest worden doorontwikkeld. De betrokkenheid van de chauffeurs was al minder intensief dan bij het eerste stadsdeel. Het project werd bij het derde stadsdeel (Zuid) aangeboden als een uitrol-programma van een bestaande applicatie. Dit schepte verkeerde verwachtingen omdat de applicatie nog in ontwikkeling was. Zo werden chauffeurs verzocht te gaan rijden met een Google Maps applicatie die niet is ingericht voor het rijden met de grote inzamelvoertuigen. Dit heeft tot gevolg gehad dat weerstand en wantrouwen tegen de applicatie bij medewerkers en bestuurders groeiden.

Chauffeurs werden in het diepe gegooid. De doelstelling dat chauffeurs ondersteund zouden worden in de uitvoering van hun werkzaamheden werd vaak niet herkend en ook geoperationaliseerd. In de organisatie was te weinig aandacht voor de (veranderkundige) impact op de organisatie. En van de beoogde ‘innovatieve samenwerking’ tussen gemeente en leverancier kwam weinig terecht, omdat er in de praktijk sterk werd gestuurd op het behalen van de eisen uit de aanbesteding, aldus adviesbureau Hiemstra & De Vries, dat de evaluatie uitvoerde.

Technische problemen

Het project was achteraf gezien ook gedoemd te mislukken doordat de datakwaliteit vanuit het primaire proces van de afdeling Afval & Grondstoffen van de gemeente van onvoldoende kwaliteit is. Het gaat dan over de kwaliteit van de beschikbare kerngegevens zoals materieel en containers, de kwaliteit van de gegevensinterpretatie zoals de vaststelling van de clusters en tot slot de beperkte historie over de containervulling.

Verder werden er gedurende de realisatie nieuwe functionele eisen en wensen gesteld die moesten worden gerealiseerd. Met name de ontwikkeling van de functies voor plannen en roosteren vroegen een stevige ontwikkeling op de bestaande functionaliteit. Als gevolg van nieuwe eisen en wensen zijn bestaande eisen en wensen onder druk komen te staan. Zo is besloten dat de ontwikkelingen op de chauffeursapp zijn gestaakt om ruimte te maken voor de verbetering van plannen en roosteren.

Tegenvallende resultaten

De problemen resulteerden behalve in onvrede bij chauffeurs ook tot onvrede bij inwoners. Zij stuitten nog te vaak op volle containers, zagen steeds meer bijplaatsingen containers en deden dus steeds vaker meldingen. Bestuurders zagen ondertussen dat de oorspronkelijke doelstellingen op brandstofgebruik en de effectiviteit van de inzet van mensen en middelen niet konden worden aangetoond omdat er niet op de resultaten is gemonitord.

In de evaluatie wordt geconcludeerd dat de stadsdelen het dynamisch inzamelen terecht ‘on hold’ zetten in 2021. En belangrijker, dat het project alleen weer in gang kan worden getrokken als er eerst ‘heldere en duidelijke keuzes’ worden gemaakt op het stadhuis. In een brief aan de gemeenteraad onderschrijft wethouder Pels de aanbeveling om de on hold situatie te verlengen. Er is inmiddels een projectteam opgericht om nauwgezet, in samenwerking met de leverancier en de medewerkers uit de organisatie, te bekijken welke scenario’s voor de gehele digitalisering en het datagestuurd werken organisatorisch en technisch haalbaar zijn en welke onderdelen van het systeem doorontwikkeld worden en welke onderdelen niet bruikbaar blijken. Ook komt er een aanpak om de datakwaliteit op orde te brengen.

Volgens Pels is het nog te vroeg om te zeggen wat dit betekent voor huidige contracten en afspraken. Bij de jaarrekening 2021 is een voorziening getroffen van 2,3 miljoen euro vanwege het stilleggen van het project dynamisch inzamelen in 2021. Dit voor het geval dat bepaalde delen van het aangekochte systeem niet gebruikt worden en afgeschreven dienen te worden. De geactiveerde kosten voor het project per 31 december 2021 zijn 1,6 miljoen euro en de jaarlijkse licentiekosten bedragen circa 350.000 euro. De wethouder streeft er naar de raad voor het einde van het jaar te informeren over het vervolg op de evaluatie. Daarbij zal zij verschillende scenario’s schetsen hoe het college verder wil, de afwegingen daartussen en inzicht geven in de vervolgstappen.