Categorie: Politiek en beleid | Gepubliceerd: 09 november 2022

CE-debat: veel aandacht voor rol gemeenten

Als gevolg van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid pakken producenten in toenemende mate de regie in afvalketens. Zorgen die gemeenten hierover hebben, worden gedeeld in de Tweede Kamer.

CDA-Kamerlid Agnes Mulder drukte duidelijk haar stempel op het CE-debat.
Foto: CDA

Tijdens de hervatting van het commissiedebat Circulaire Economie wond CDA-Kamerlid Agnes Mulder er gisteren (8 november) geen doekjes omheen. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat moet nog eens goed kijken naar de inrichting en uitvoering van het beleid voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) kijken. Om te beginnen moet het ministerie snel in gesprek met gemeenten over de problemen waar zij tegen aanlopen.

Mulder vindt het vreemd dat gemeenten nu maar te accepteren hebben dat producenten in het kader van een UPV een prijs plakken op hun ingezamelde pmd-afval, dit afval kunnen afkeuren als het te vervuild is en het vervolgens ongesorteerd laten verbranden, allemaal op kosten van de burger. Ze verwees daarbij naar de vervuilingssoap in Twente. Ze eiste dat staatssecretaris Vivianne Heijnen vóór een nog niet gepland tweeminutendebat Circulaire Economie in gesprek gaat met gemeenten. Zo niet, dan mag ze rekenen op een motie, waarschuwde ze haar partijgenoot. Op dit moment rammelt de governance rond UPV-systemen, zo suggereerde Mulder, die op dit punt bijval kreeg van D66-collega Kiki Hagen. Zij maakt zich specifiek zorgen over het UPV-systeem voor textiel, inmiddels overduidelijk haar stokpaardje.

Staatssecretaris Heijnen zei de Kamer via een brief te zullen informeren over de problemen die gemeenten ervaren, en dan specifiek Twentse gemeenten, en daarbij tegelijk oplossingsrichtingen aan te geven. In de eerste helft van volgend jaar komt ze bovendien met verbetervoorstellen voor UPV-systemen. Daarin zal zeker aandacht zijn voor de rol van gemeenten binnen die systemen, beloofde ze.

Met name de VNG en NVRD zullen reikhalzend uitkijken naar deze voorstellen. Beide organisaties vroegen eerder om een grotere rol bij de totstandkoming en implementatie van UPV-afspraken.

Standaardisatie

VVD-Kamerlid Erik Haverkort had afgelopen week in de eerste termijn van het CE-debat gevraagd of het niet tijd is voor een landelijke visie op gestandaardiseerde inzameling, sortering en verwerking van afval. Het zou gemeenten, nu toch vaak onmachtig in de keten, kunnen helpen de afvalstoffenheffing te laten dalen tot 0 euro en leiden tot meer secundaire grondstoffen en minder (rest)afval. Hagen vroeg namens D66 of er geen winst te behalen is met twee standaardmodellen voor inzameling voor gemeenten. Aan het eindeloze ‘breien’ van gemeenten in hun zoektocht naar het ideale systeem kan zo een eind komen.

Heijnen begreep waar de Kamerleden heen willen met hun suggesties, maar hield vast aan de lijn dat gemeenten zelf over hun afvalbeleid gaan. Wel gaf ze aan in het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) aandacht te hebben voor een efficiënte inrichting van het afvalbeheer. Ze wil inzichtelijk maken wat de opties zijn voor gemeenten. Onder de streep weten gemeenten in haar ogen echter vaak zelf wel wat voor inzamelmethodiek hen het beste past.

De Kamercommissie en staatssecretaris waren het afgelopen week al eens geworden over dat het NPCE niet meer voor het eind van dit jaar hoeft te worden opgeleverd door IenW. De staatssecretaris zei gisteren concreet toe dat er een briefje volgt als eind januari niet haalbaar blijkt als nieuwe deadline. De uiterste deadline is de tweede week van februari, maar ook daarbij hield ze nog een slag om de arm. Het programma moet ook door de Ministerraad en dat zou zomaar toch nog tot iets meer vertraging kunnen leiden. Als het NPCE er is, moet het tweejaarlijks geëvalueerd worden. De Kamer kan op basis van de uitkomsten bijsturen.

Plastic als grondstof

Rond plastic was ook weer veel te doen in de commissie. Hagen vroeg namens D66 of de export van plastic afval niet simpelweg verboden kan worden. Het zorgde bij VVD’er Haverkort voor gefronste wenkbrauwen. Plastic moet in zijn ogen juist gemakkelijk de grens over kunnen zodat het zo goed mogelijk kan worden verwerkt. En omgekeerd moet Nederland plastic kunnen importeren als grondstof voor de chemische industrie.

De staatssecretaris voelde meer mee met Haverkort dan met Hagen. Een exportverbod is volgens haar sowieso geen goed idee, omdat recyclingcapaciteit ontbreekt om al ons plastic netjes zelf te verwerken. Nieuwe Europese regels voor de overbrenging van afvalstoffen regelen in haar ogen echter op een goede manier dat plastic alleen geëxporteerd kan worden als het over de grens ook daadwerkelijk hoogwaardig verwerkt kan worden. Wel gaf ze aan zich zorgen te maken over Nederlands plastic verpakkingsafval dat teruggevonden is in de Indonesische natuur. Een zaak die ze nog eens onder de aandacht van de Inspectie Leefomgeving en Transport heeft gebracht. Met Haverkort was de staatsecretaris het eens dat plastic afval, dat kan dienen als grondstof voor de industrie, binnen de EU makkelijk de grens over moet kunnen. Europese afspraken over een einde-afvalstatus kunnen daar in haar ogen aan bijdragen. Dat bedrijven nu worstelen met een afvalstempel op potentiële grondstoffen is haar niet ontgaan. Ze werkt aan oplossingen, maar eenvoudige materie is dit niet.

Verbrandingscapaciteit

Een heet hangijzer voor de (verbrandende) afvalbedrijven kwam ook weer aanbod in het commissiedebat: de afbouw van de afvalverbrandingscapaciteit in Nederland. CDA’er Mulder diende er vorig jaar een motie over in. Heijnen moest met de afvalsector tot afspraken te komen over een afbouwpad voor afvalverbrandingscapaciteit. De regering moest daarbij rekening houden met de effecten op de gehele afvalketen, de werkgelegenheid, de duurzame energie en warmte die afvalenergiecentrales leveren, en CO2-reductie op Europees niveau. Als er overeenstemming over een scenario was, moest de regering de importheffing op buitenlands restafval heroverwegen. Inmiddels blijkt dat die overeenstemming ver te zoeken is. Mulder vroeg daarom of de staatssecretaris niet met individuele bedrijven tot maatwerkafspraken kan komen. Een suggestie die de staatssecretaris ter harte nam. Toch zou Mulder hier nog zomaar eens een motie over kunnen indienen.

Overige vragen

Natuurlijk was er nog een karrenvracht aan andere vragen vanuit de commissie. Een kleine greep daaruit, in een notendop. Maakt Heijnen werk van meer recyclingcapaciteit voor drankenkartons? Antwoord: verantwoordelijkheid producenten. Komt er statiegeld op drankenkartons? Antwoord: als dat nodig blijkt. Kan de staatssecretaris reflecteren op de totstandkoming van statiegeld op flesjes en blikjes? Antwoord: kan, maar beter bij de evaluatie in 2024. Is de statiegeldwetgeving te vrijblijvend? Antwoord: nee. Wordt er paal en perk gesteld aan onnodige verpakkingen voor groente en fruit? Antwoord: mogelijk in Europees verband. Hoe krijgt de plastictaks vorm? Antwoord: wil ik niet op vooruitlopen, in voorjaar meer duidelijkheid. Hoe staat het met de UPV voor luiers? Antwoord: traject is in gang gezet, in 2026 kan het systeem er zijn. Kan de staatssecretaris handvatten geven aan milieustraten en kringlopen om tot meer hergebruik te komen? Antwoord: ja, kennisuitwisseling zal worden gestimuleerd. Komt er in het NPCE een doelstelling om de afvalproductie per Nederlander naar beneden te krijgen? Antwoord: is lastig, maar uiteraard is er inzet op preventie.

In een tweeminutendebat moet blijken op welke onderwerpen Kamerleden 'doorbijten' en moties gaan indienen. Een datum voor dat debat is nog niet geprikt.


De hervatting van het commissiedebat Circulaire Economie.