Avri beperkt stijging afvalstoffenheffing tot 4 procent

Tegenover de zeer fors stijgende tarieven voor energie, brandstoffen, loonkosten en verwerking van afval en grondstoffen, staan efficiencywinst, tijdelijk lagere kapitaallasten als gevolg van uitgestelde investeringen (door lange looptijd van aanbestedingen en langere levertijden) en een grotere toename van het aantal aansluitingen dan verwacht, laat Avri weten. Daardoor stijgen de tarieven van de afvalstoffenheffing in 2023 beperkt. Het totale tarief inclusief aanbiedingen van restafval voor een gemiddeld huishouden komt in 2023 uit op een jaarbedrag van 317 euro. Dat is 11 euro meer per jaar, een stijging van 4 procent. Het variabele tarief per 30 liter restafval blijft 1 euro.

De afgelopen jaren zorgden dalende grondstofvergoedingen, extra rijksbelastingen en prijsindexeringen voor een stijgende afvalstoffenheffing in heel Nederland. Ook de afvalstoffenheffing in Rivierenland ging omhoog. Avri wil deze trend doorbreken en werken aan meer stabiliteit, door de bedrijfsvoering te verstevigen, risico’s te beheersen en financiële weerstand voor de toekomst op te bouwen. In 2022 heeft Avri de beweging ingezet om de bedrijfsvoering meer robuust te maken door onder andere de vaste formatie te vergroten. Inwoners kunnen zelf bijdragen aan een lagere afvalstoffenheffing door hun afval goed te scheiden, stelt Avri. Dit zorgt voor het publieke afvalbedrijf namelijk voor hogere, stabiele inkomsten.

VEH-steekproef

Afgelopen week maakte Vereniging Eigen Huis (VEH) bekend uit te gaan van een gemiddelde stijging van de afvalstoffenheffing in gemeenten van bijna 4 procent. Op basis van een steekproef onder 107 van de 344 gemeenten kwam de vereniging tot een gemiddeld tarief van 326,44 euro, ruim 12 euro meer dan in 2022. Avri blijft ondanks de stijging van de heffing dus onder dit gemiddelde.