Categorie: Politiek en beleid | Gepubliceerd: 10 maart 2023

Rond de tafel voor circulaire kledingindustrie

Wat moet er de komende jaren gebeuren om de kledingindustrie te verduurzamen? Tijdens een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer gingen er onder andere stemmen op voor bindende doelen voor het gebruik van gerecycled postconsumer materiaal in kleding.

Over dat de kledingindustrie niet op de oude voet verder kan, was iedereen het eens tijdens het rondetafelgesprek, maar hoe de transformatie van de sector in gang gezet moet worden leverde uiteraard discussie op.
Foto: Artificial Photography | Unsplash

Gisteren (9 maart) ontving de vaste Kamercommissie voor Infrastructuur en Waterstaat verschillende experts om te praten over de kansen en uitdagingen in de transitie naar een duurzame kledingindustrie. In vier blokken kwamen zowel circulaire koplopers, maatschappelijke organisaties, textielinzamelaars, -sorteerders en -verwerkers en drie grote retailers aan het woord. De publieke belangstelling was groot: de rondetafel trok liefst twee volle zalen. De opkomst uit de Kamercommissie zelf viel wat tegen. Initiator Kiki Hagen (D66) was uiteraard van de partij, net als Erik Haverkort (VVD) en Stieneke van der Graaf (ChristenUnie), al liep die wel in en uit wegens andere verplichtingen. Voorzitter Eva van Esch (Partij voor de Dieren) besloot daarom met twee petten op aan de sessie deel te nemen. Ook zij stelde de experts vragen naar aanleiding van hun inbreng.

Moeilijk concurreren

In het eerste blok stonden circulaire koplopers centraal. Namens het United Repair Centre brak Thami Schweigler een lans voor meer aandacht voor het stimuleren van reparatie in de UPV Textiel. Swap Shop, een bedrijf dat kleding ruilen bevordert, wees op de enorme milieuwinst van levensduurverlenging, net als Wear, een bedrijf dat sneakers reinigt en eventueel repareert zodat ze tweedehands kunnen worden verkocht. Het zijn kleinschalige initiatieven die de kledingindustrie niet van vandaag op morgen gaan veranderen, erkende medeoprichter van Wear Lorenzo van Galen, maar ze kunnen zeker de aandacht trekken. Om op te schalen gaven de initiatieven wel aan dat een verschuiving van de belasting op arbeid naar grondstoffen hen enorm zou helpen. Hun circulaire bedrijven zijn namelijk erg arbeidsintensief. Ook een korting op de btw zou hen helpen. Laat duurzame, circulaire producten geen luxe zijn, maar help ze betaalbaar te houden, stelde opnieuw Van Galen. I-did, dat gemixt textiel recyclet tot vilt met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (net als meerdere circulaire koplopers), maakte vergelijkbare punten, maar ondernemer Michiel Dekker pleitte daarnaast voor bevordering van innovatie met acceleratieprogramma's, zoals dat succesvol in de ict-sector gebeurt.

Chemisch recycler Ioniqa en producent van circulaire kleding Loop.a Life (tevens zelf mechanisch recycler) vroegen de politiek vooral de broodnodige innovatie in de textielketen te stimuleren. Ioniqa gaf bij monde van CFO Jeroen Bulk aan mogelijkheden te zien om polyester vezels uit kleding te recyclen naar grondstof voor petflessen. Maar voor het bouwen van een fabriek is geld vanuit het Nationaal Groeifonds wel heel wenselijk. Ellen Mensink van Loop.a Life stelde onomwonden dat de grote merken niet zitten te wachten op gerecycled textiel. Veel te lastig om mee te werken. Zij pleitte er dan ook uitdrukkelijk voor dat de overheid merken dwingt 25 procent gerecycled post consumer materiaal toe te passen in nieuwe producten, bijvoorbeeld via uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV), waarin dit nu nog niet goed geregeld is. Een percentage gerecycled post industrieel materiaal gebruiken in nieuwe producten is niet zo moeilijk, de uitdaging zit hem in de post consumer stroom. Op dat punt kon ze op de nodige bijval rekenen, ook van sprekers in andere blokken, zoals Erica van Doorn van textielinzamelaar Sympany. Mensink hekelde verder green washing door de grote merken en retailers, wat concurreren voor haar bedrijf moeilijk maakt. En ze hoopt op meer fieldlabs waarin de textielsector langdurig samenwerkt aan innovatie. Anders blijft een circulaire textielketen nog heel lang wensdenken.

Uit de Kamer kwamen vervolgens verschillende vragen. Zo vroeg Van der Graaf wat voor soort wetgeving de circulaire koplopers nodig hebben om verder te komen. In Denemarken zit er standaard twee jaar garantie op kleding, wat producenten stimuleert betere kleding op de markt te brengen, reageerde Schweigler. Mensink noemde, naast eerder genoemde punten, een verplicht materialenpaspoort voor kleding. Hagen wilde weten waar I-did en Loop.a Life tegen aanlopen als ze een grote fabriek willen bouwen. Dekker noemde het vinden van leveranciers van machines best een opgave, net als het vinden van technisch personeel met verstand van textiel. Expertise zit veelal in het buitenland. Mensink noemde het verkrijgen van financiering lastig. Niet zozeer voor een fabriek op zich, maar wel voor een lab waar belangrijke, kleinschalige experimenten uitgevoerd kunnen worden. Op een vraag van Haverkort over 'een strijd om inputmateriaal voor recyclers' antwoordde de recyclers dat er in principe genoeg afgedankt textiel is, maar niet altijd genoeg monostromen van het gewenste volume. Van Esch tot slot wilde weten of bijvoorbeeld Wear niet iets zag in een verbod op de recycling van onverkochte kleding? Hergebruik staat immers hoger op de Ladder van Lansink dan recycling. Van Galen zou er baat bij hebben, maar hield zich op de vlakte. Van Doorn deed dat namens Sympany even later juist niet: doen, stelde ze. Een verbod op vernietiging (dus verbranding) wordt al uitgewerkt, zowel in Den Haag als Brussel.

Microplastics en arbeidsomstandigheden

Blok 2 was het blok met maatschappelijke organisaties, maar genodigden als Circularities, Transformers Foundation, Circulair Finance Lab en Fashion for Good konden niet aanwezig zijn. Daardoor draaide het vooral over microplastics en arbeidsomstandigheden. Namens de Plastic Soup Foundation waarschuwde Jeroen Dagevos dat textiel steeds meer microplastics verliest. De kwaliteit van kleding holt achteruit. Dat tij moet gekeerd. Hij pleitte voor een halvering van vezelverlies door betere ontwerpen, bijvoorbeeld door een verbod op kleding die je maar vijf keer kan wassen of een eis aan hoeveel vezels kleding per kilo mag verliezen. De overheid zou moeten onderzoeken welke maatschappelijke winst hiermee te boeken valt, bijvoorbeeld door lagere kosten voor waterschappen.

Femke den Hartog vroeg namens de Fair Wear Foundation aandacht voor arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie. Die kan wel circulair worden, maar als dat niet gepaard gaat met aandacht voor sociale problemen slaan we de plank mis, stelde zij.

Inzameling moet beter

Blok 3 met inzamelaars en sorteerders werd afgetrapt door Wendy de Wild, directeur van de NVRD, die direct toegaf dat de inzameling van textiel uitgevoerd of uitbesteed door gemeenten nog een stuk beter kan. Maar ze voegde daar wel aan toe dat het vliegwiel voor de transitie in handen is van de producenten. Zij zullen over moeten stappen naar werkelijk circulair ontworpen producten. De UPV Textiel kan de keten helpen, maar zoals bekend, leven er bij de NVRD ook zorgen over de governance van het UPV-systeem. Ook moet er snel duidelijkheid over de invulling van het systeem komen. Onzekerheid over wat producenten verwachten van inzamelaars en sorteerders zorgt er nu namelijk voor dat die laatste terughoudend zijn met investeringen. Ze stelde in ieder geval Mensink gerust dat de gemeenten niet uit zijn op zoveel mogelijk UPV-gelden, die suggereerde dat namelijk in haar blok. UPV-gelden moeten wat De Wild betreft besteed worden aan innovatie voor een gesloten textielketen.

Erica van Doorn, directeur van één van de grootste textielinzamelaars in Nederland, kraakte nog wel een kritische noot over de rol van (sommige) gemeenten in de keten. Die vragen Sympany, dat werkt zonder winstoogmerk (alle winst gaat naar innovatie), nog altijd geld om te mogen inzamelen in een gemeente. Geld dat dan dus niet geïnvesteerd kan worden in de ontwikkeling van een circulaire keten. Van Doorn benadrukte dat er in de EU nog flink geïnvesteerd zal moeten worden in recycling. Een verplichting voor de toepassing van recycled content in nieuwe kleding is in haar ogen dé manier.

Hans Bon van sorteerder Textiles2Textiles hekelde het systeem van het aanbesteden van de textielinzameling en -sortering in Nederland. Het leidt ertoe dat veel textiel naar het buitenland verdwijnt omdat daar de hoogste opbrengst te realiseren is. Als sorteerder dwingt het hem om textiel te importeren. Onnodig gesleep met textiel dus. Bovendien, waarschuwde hij, is veel voor hergebruik geëxporteerd textiel lang niet altijd zo goed herbruikbaar, wat in de derde wereld voor flink wat dumping zorgt met alle gevolgen van dien voor het milieu. Schoon gerecycled materiaal waar wel vraag naar is, krijgt hij echter niet de EU uit naar producerende landen, omdat er een afvalstempel op zit.

Auke van der Hoek van de Het Goed kringloopwarenhuizen sprak namens de kringloopbranche de hoop uit dat kringloopedrijven benut worden in de transitie naar een duurzamere textielketen. Zij zijn natuurlijk al sinds jaar en dag een belangrijk inzamelpunt voor kleding en een grote stimulator van hergebruik. In al het geweld van de nieuwe circulaire startups, zou je dat bijna vergeten.

Een paar creatieve ideeën uit de Kamer werden vervolgens afgeschoten door de experts. Zo vroeg Haverkort of inzamelaars niet wat meer textiel uit het restafval konden halen via nascheiding. Onmogelijk, stelde De Wild, die bijval kreeg van Bon, die ooit zelfs de proef op de som had genomen met textiel uit restafval van publieke inzamelaar HVC. Van Esch vroeg of het belasten van virgin grondstoffen voor textiel niet kan helpen het gebruik van gerecyclede grondstoffen kan stimuleren. Niet nodig, antwoordde Van Doorn. Van producenten eisen dat ze een percentage gerecycled postconsumer textiel gebruiken is voldoende.

Olietankers

In blok 4 was het woord aan de grote retailers H&M, C&A en Zeeman. Ook mocht textielrecycler Wolkat aanschuiven. Met name de eerste drie worden wel gezien als 'olietankers', logge jongens die maar moeilijk van koers kunnen veranderen. Toch spraken alledrie de bedrijven uit hard te willen werken aan meer circulariteit in de textielsector. Zeeman laat al even zien dat betaalbare kleding prima hand in hand kan gaan met aandacht voor duurzaamheid. Het bedrijf besloot minder trendgevoelige kleding te gaan verkopen. De basics in het assortiment zijn gemaakt om lang mee te gaan. Tegelijkertijd erkende Arnoud van Vliet namens het bedrijf dat er nog meer gerecyclede producten in de schappen zouden moeten liggen en dat er in ontwerpen meer aandacht voor de afvalfase moet komen. Voorlopig staat Zeeman er echter goed op in de Kamer, zo bleek wel. Natuurlijk werd nog even genoemd dat het bedrijf onlangs een Circular Award ontving in de Week van de Circulaire Economie voor de samenwerking met kringloopketen Het Goed. Zeeman verkoopt tegenwoordig een deel van hun tweedehands kleding.

H&M en C&A somden natuurlijk ook op wat ze allemaal al goed doen. Ze werken toe naar duurzame sourcing, zetten in op kleding die langer meegaat en C&A noemde even trots hoe het een pilot heeft gedaan met het gebruik van gerecycled postconsumer materiaal.

De Kamerleden waren desalniettemin kritisch. Hagen vroeg H&M bijvoorbeeld naar green washing praktijken van het bedrijf. Via een videoverbinding verweerde Hendrik Heuermann zich echter handig namens het bedrijf: H&M is terecht aangesproken over hoe ze communiceert over de duurzaamheid van producten, maar dat betekent niet dat het bedrijf niet goed met duurzaamheid bezig is. Klanten inzicht geven in de duurzaamheid van kleding is ook gewoon heel ingewikkeld. Heuermann gaf aan dat er al 10 jaar intensief wordt nagedacht over dit onderwerp door verschillende partijen, maar altijd weer klinkt er kritiek. De Graaf wilde weten hoe de bedrijven aankijken tegen ambitieuze due diligence wetgeving die bedrijven dwingt uiterst transparant te zijn. H&M en C&A gaven aan daar geen problemen mee te hebben, maar regel het vooral op Europees niveau zodat niet ieder land zelf met eisen komt. 

Wolkat, een beetje de vreemde in de bijt in blok 4, laat al 30 jaar zien dat werken met gerecycled textiel gewoon kan. Het bedrijf zamelt in, sorteert, recyclet, spint en vervaardigt zelf producten. Kimberley van der Wal, van de inmiddels vierde generatie in het bedrijf, hield de olietankers voor dat alles begint met een wil. Een wil om echt naar een ander business model te gaan. Om echt circulair te worden. Zeeman, en in iets mindere mate H&M en C&A lijken op weg. Maar veelzeggend was misschien wel dat de zogenoemde ultra fast fashion ketens Shein en Primark, berucht om hun wegwerpmode, de uitnodiging voor het rondetafelgesprek hadden afgeslagen. Juist die ketens wonnen de afgelopen jaren aan marktaandeel met hun zeer goed betaalbare kleding. 

Voorlopig op agenda 

Wat de Kamer gaat doen om de kledingindustrie sneller te laten verduurzamen? Dat moet blijken. Om het tij te keren presenteerde Hagen afgelopen najaar in ieder geval al een initiatiefnota voor een circulaire kledingindustrie. De plenaire behandeling daarvan staat gepland voor 17 april aanstaande. Afgelopen maand stelde collega’s uit de Kamer al wel een hele rits vragen aan Hagen naar aanleiding van haar nota. Uit een reactie van staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) op de nota bleek eerder dat haar ministerie al met veel onderwerpen uit de nota bezig is, en anders Brussel wel. Zeker is dus dat de Kamer voorlopig nog niet is uitgesproken over textiel.