Categorie: Regels, toezicht en rechtspraak | Gepubliceerd: 21 maart 2023

Zuid-Holland zeilt te scherp aan wind inzake Chemours

Om de gezondheid van omwonenden van Chemours te beschermen wil de provincie Zuid-Holland “maximaal streng blijven en steeds binnen de wet de uiterste ruimte opzoeken om nog strenger te zijn”. Dan kan je de rechter op je pad vinden.

De rechter tikte Zuid-Holland op de vingers voor de iets te voortvarende aanpassing van de Chemours vergunning.
Foto: Wavebreak Media Ltd | 123RF

Zuid-Holland wilde Chemours voorschriften opleggen ten aanzien van de behandeling van potentieel zeer zorgwerkkende stoffen, een emissiereductie van 99 procent van voornamelijk Pfas naar de lucht vanaf 2025 en extra voorschriften voor monitoring, registratie en rapportage als aanvulling op de landelijke afvalstoffenregelgeving. Chemours was het niet eens met deze nieuwe vergunningsvoorschriften. Zij vindt dat zij zich al voldoende inspant om de uitstoot uit haar fabrieken terug te dringen en dat de maatregelen die het college nu van Chemours verlangt, te streng en niet naleefbaar zijn.

Aangescherpte vergunning

Chemours heeft in Dordrecht meerdere chemische fabrieken. Bij de productieprocessen komen stoffen vrij die schadelijk zijn voor het milieu. Voor deze activiteiten heeft Chemours een vergunning. Deze moet volgens de provincie worden aangescherpt, omdat er nieuwe technieken bestaan waarmee de uitstoot van schadelijke stoffen kan worden beperkt.

Volgens Zuid-Holland is het van een aantal stoffen die Chemours uitstoot, duidelijk geworden dat zij schadelijker zijn voor het milieu dan eerder werd aangenomen. Het college heeft deze stoffen daarom gelijk gesteld met zogenoemde zeer zorgwekkende stoffen (zzs). Voor het uitstoten van zzs gelden strenge regels, die volgens de provincie ook zouden moeten gelden voor stoffen die met zzs gelijk te stellen zijn. Verder legde Zuid-Holland diverse verplichtingen op aan Chemours die betrekking hebben op afvalstoffen en het monitoren en registreren van haar uitstoot.

Voorwaarden voor aanscherping

De voorschriften van een omgevingsvergunning mogen worden aangescherpt als wordt voldaan aan een aantal voorwaarden uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De rechtbank oordeelt echter dat in dit geval niet aan al deze voorwaarden is voldaan. De nieuwe technieken waarmee de uitstoot van schadelijke stoffen volgens het college kan worden beperkt, zijn naar het oordeel van de rechtbank niet de beste beschikbare technieken. Of deze technieken in de praktijk zullen werken en of zij door Chemours kunnen worden toegepast, moet nog verder worden onderzocht. Dat betekent dat nu nog niet duidelijk is of er inderdaad nieuwe technieken beschikbaar zijn waarmee Chemours haar uitstoot zoveel kan verlagen als het college wenst.

Onderzoek nodig

De rechtbank is verder van oordeel dat het college een aantal stoffen die Chemours uitstoot, niet zonder meer mocht gelijkstellen met zzs. De betrokken stoffen voldoen niet aan de juridische definitie van zzs. De rechtbank begrijpt dat het college de uitstoot van schadelijke stoffen zoveel mogelijk wil beperken. Dat betekent echter niet dat stoffen die niet aan de definitie van zzsvoldoen, uit voorzorg zonder meer met zzs gelijkgesteld mogen worden. Als de provincie dat wil doen, dan zal het voor deze stoffen eerst goed moeten onderzoeken welke gevolgen deze stoffen voor het milieu hebben en welke maatregelen nodig zijn om het gewenste beschermingsniveau te bereiken. Deze zogenoemde risico-evaluatie ontbreekt in dit geval.

Te strenge voorschriften

Tot slot heeft Zuid-Holland een aantal voorschriften gesteld die strenger zijn dan de geldende regelgeving. De rechtbank vindt dat het college die keuze niet voldoende heeft gemotiveerd. Ook is bij een aantal voorschriften niet voldoende duidelijk geworden waarom deze nodig zijn om het milieu te beschermen. Dit betekent dat niet is voldaan aan de voorwaarden om de vergunning van Chemours aan te scherpen en voor het stellen van de strenge eisen om de uitstoot verder terug te dringen.

‘Maximaal streng’

De uitspraak van de rechtbank heeft onder meer tot gevolg dat een deel van de nieuwe vergunningvoorschriften wordt vernietigd. In plaats van deze voorschriften blijven de voorschriften van de oude vergunning van kracht. Of Zuid-Holland zich daarbij neerlegt, is overigens maar zeer de vraag. De provincie laat weten de uitspraak te bestuderen met haar advocaat en DCMR Milieudienst Rijnmond. Het belangrijkste doel blijft de gezondheid van omwonenden te beschermen. Zuid-Holland wil daarom “maximaal streng blijven en steeds binnen de wet de uiterste ruimte opzoeken om nog strenger te zijn.”