Categorie: Politiek en beleid | Gepubliceerd: 21 oktober 2024

Sup-vergoeding voorlopig niet uitgekeerd

Een tegenvaller voor gemeenten die in hun begrotingen rekening hebben gehouden met de uitkering van de Sup-vergoeding over 2023. Deze zal dit jaar niet worden uitgekeerd.

De vergoeding voor de gemaakte kosten voor het opruimen van zwerfafval zou vóór 1 november 2024 worden uitgekeerd. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft gemeenten echter een brief gestuurd waarin staat dat die uitkering wordt uitgesteld. Wanneer de vergoeding alsnog wordt uitgekeerd is nog niet duidelijk maar deze zal in ieder geval “niet eerder dan in 2025” plaatsvinden. Ook de definitieve hoogte van de vergoeding is nog niet bekend. Een tegenvaller dus voor gemeenten die de vergoeding hadden opgenomen in hun begroting. Zij weten nu niet waar ze aan toe zijn. Zo heeft de gemeente Amsterdam in anticipatie op de Sup-vergoeding afgelopen jaar 4 miljoen euro uitgetrokken voor extra inzet van personeel om de stad schoon te houden. Het college van de hoofdstad zal ongetwijfeld 'not amused' zijn met dit nieuws. 

Het ministerie geeft drie redenen voor het uitstel:  

  • Het kost meer tijd dan verwacht om een uitvoeringsorganisatie die de bijdragen van producenten int en de vergoeding uitkeert in te richten en operationeel te maken.
  • Gehanteerde termijnen zorgen voor vertraging. Producenten hebben jaarlijks tot 1 augustus de tijd om verslag uit te brengen, maar de overheid moet per 1 juni een besluit nemen over de bijdragen en vergoedingen en is daarvoor afhankelijk van de informatie uit die verslagen. Deze termijnen zullen worden aangepast.
  • De verwerking van de reacties op de internetconsultatie van het Besluit ‘vaststelling bijdragen en wegingsfactoren kunststofproducten’ van 15 juli kost meer tijd dan verwacht.


Pionieren

In 2025 zal Verpact optreden als tussenpersoon aan wie de producenten hun bijdragen overmaken en van wie de gebiedsbeheerders hun vergoeding ontvangen. Aan een structurele uitvoeringsorganisatie voor de jaren daarna wordt nog gewerkt, laat directeur-generaal Milieu en Internationaal Afke van Rijn namens het ministerie weten. In een brief aan de Tweede Kamer over het uitstel schrijft staatssecretaris Chris Jansen te verwachten dat de uitvoering van de UPV Zwerfafval vanaf 2026 geregeld zal zijn. Hij zegt te betreuren dat het niet is gelukt de uitvoering van "deze belangrijke UPV" te laten verlopen zoals voorzien in de regelgeving. Tegelijkertijd wijst hij erop dat sprake is van een nieuwe UPV, die bovendien afwijkt van andere UPV’s. "We zijn in die zin aan het pionieren." De lessen die worden getrokken uit deze gang van zaken worden meegenomen bij de evaluatie van het Besluit kunststofproducten voor eenmalig gebruik en de Regeling. Over deze evaluatie wordt de Kamer voor het einde van 2024 geïnformeerd.

Teleurstelling en zorgen

De NVRD reageert teleurgesteld op het nieuws en maakt zich zorgen over het feit dat de definitieve hoogte van de vergoeding over 2023 nog altijd onduidelijk is. “In het Besluit ‘vaststelling bijdragen en wegingsfactoren kunststofproducten’ van 15 juli 2024 is eerder op basis van een jaarlijks onafhankelijk samenstellingsonderzoek en het vierjaarlijkse kostenonderzoek de vergoeding voor gebiedsbeheerders voor 2023 vastgesteld op ongeveer 72 miljoen euro. Dit bedrag was al fors lager dan de proefberekening die het ministerie vorig jaar heeft gepubliceerd en die producenten en gebiedsbeheerders inzicht moest geven in de vergoedingen die men kan verwachten. Wij zijn bezorgd dat dit bedrag verder wordt verlaagd, waarmee gemeenten financieel worden benadeeld ten opzichte van eerdere berichtgeving”, reageert de brancheorganisatie op haar website.

Producenten van vochtige doekjes moeten ook meebetalen aan de kosten van gemeenten voor het opruimen van zwerfafval. (Foto: Towfiqu barbhuiya | Unsplash)

Bevestiging

De vereniging heeft samen met de VNG eerder al zorgen geuit over de zorgvuldigheid van het proces en het informeren van gemeenten. Dat gemeenten twee weken voor de uitkering van de vergoeding horen dat de uitkering met een jaar is uitgesteld, bevestigt voor de NVRD die zorgen. “Gemeenten tasten voorlopig dus nog in het duister over zowel de definitieve hoogte van de vergoeding als over het moment waarop de vergoeding wordt uitgekeerd. Daar is de aanpak van zwerfafval niet bij gebaat. Wel zijn wij blij dat het recht op de vergoeding niet vervalt en volgend jaar met terugwerkende kracht alsnog wordt uitgekeerd.” De organisatie benadrukt tot slot dat er snel helderheid moet komen over de hoogte van die vergoeding en wanneer gemeenten die ontvangen.

Sup-vergoeding

Vanaf 1 januari 2023 betalen producenten mee aan de kosten die gemeenten maken voor het opruimen van zwerfafval. Gemeenten ontvangen een vergoeding voor dat deel van de opruimkosten dat betrekking heeft op de Sup-productcategorieën (verpakkingen, drinkbekers, lichte plastic tassen, vochtige doekjes, tabaksproducten met filter en ballonnen). Dit aandeel wordt jaarlijks door het Rijk bepaald.