Categorie: Regels, toezicht en rechtspraak | Gepubliceerd: 01 november 2024

'Kans gemist voor grip op risicovolle secundaire grondstoffen'

Omgevingsdiensten willen een meldplicht én registratieplicht voor risicovolle secundaire grondstoffen, die worden gebruikt in funderingen voor wegen, loodsen, parkeerterreinen en als afdekking van stortplaatsen. 

Waar de toepassing van secundaire bouwstoffen onder bijvoorbeeld wegen mogelijk een probleem vormt, is onvoldoende in beeld in Nederland. (Foto: Candy1812 | Dreamstime)

Omgevingsdiensten zijn in Nederland betrokken bij vergunningen voor het gebruik van staalslakken en immobilisaat, een mix van bodemassen of vervuilde grond. Ook houden ze toezicht op de correcte toepassing van secundaire bouwstoffen afkomstig van de staalproductie, afvalverbranding en sanering van vervuilde bodems en verplichten ze bedrijven tot monitoring van milieueffecten. Om meer duidelijkheid te krijgen over locaties en objecten waar deze stoffen zijn gebruiken, zijn ze voorstander van een meld- én registratieplicht voor deze grondstoffen, meldt hun vereniging Omgevingsdienst NL. Milieustaatssecretaris Chris Jansen zet met een informatieplicht voor staalslakken per 1 januari 2026 een stap in de goede richting, maar laat in de ogen van omgevingsdiensten voorlopig vooral ook een kans liggen.

Te kleine stap

In een brief aan het ministerie van Jansen van deze zomer, die gisteren (31 oktober) naar buiten is gebracht, schrijft voorzitter van de vereniging Ruben Vlaander dat een informatieplicht wat omgevingsdiensten betreft onvoldoende is om toepassingen van staalslakken in beeld te houden en effectief toezicht te kunnen houden op deze toepassingen. Een meldplicht geeft toezichthouders meer mogelijkheden om direct handhavend op te treden en een aannemer de toepassing te laten staken. In die zin stelt hij, al is de invoering van een informatieplicht een stap vooruit ten opzichte van de huidige situatie, dat hiermee een kans is gemist om het toezicht op de toepassing van risicovolle secundaire grondstoffen te versterken.

Blijven hameren

Vlaander wijst erop dat omgevingsdiensten bij het ministerie al langer aandringen op een snelle invoering van een meldplicht, in combinatie met een registratieplicht voor de gebruikers van risicovolle secundaire bouwstoffen, waaronder staalslakken. Ook memoreert hij dat, zoals ook bij het ministerie bekend is, toepassingen uit de afgelopen jaren een probleem blijven. Omdat er geen inzicht is in waar deze secundaire grondstoffen zijn toegepast kan ook geen toezicht worden gehouden op eventuele milieuproblemen bij onjuiste toepassingen. In het traject rond de herijking van de bodemregelgeving zullen omgevingsdiensten dan ook blijven hameren op de invoer van een meld- en registratieplicht, besluit de voorzitter in zijn brief, die ook gericht is aan het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen.

Kritiek rekenkamer

Afgelopen voorjaar concludeerde de Algemene Rekenkamer in een rapport al dat de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat niet weet hoe effectief de kaders zijn die bodemverontreiniging door secundaire bouwstoffen moeten voorkomen. Eén probleem is dat de staatssecretaris niet weet wat er in de bouwstoffen zit en waar ze worden toegepast. Ook heeft ze te weinig informatie over de naleving van de bodem-regelgeving bij secundaire bouwstoffen. Dat omgevingsdiensten kampen met een onvoldoende kennis en capaciteit voor toezicht, helpt volgens de rekenkamer ook niet mee.

Eerbeek en Spijk

Afgelopen woensdag (30 oktober) bezocht staatssecretaris Jansen nog Eerbeek en Spijk, twee plaatsen waar veel zorgen zijn over verkeerd gebruik van staalslakken, en die vorige maand nog onderwerp van gesprek waren in een commissiedebat van de Tweede Kamer. Daar vertelde hij dat zijn ministerie aan nieuwe bodemregelgeving werkt om een foute toepassing van de slakken tegen te gaan. Over de informatieplicht vanaf 2026 zei hij dat het hiermee beter is te controleren of staalslakken op de juiste manier gebruikt worden gebruikt. Getuige de reacties onder een LinkedIn-bericht van zijn ministerie over het bezoek, wist Jansen niet alle zorgen van inwoners weg te nemen. De teneur is toch dat 'afval niet zomaar onder een weg geschoven kan worden'. De staatssecretaris staat voor de uitdaging om politiek en publiek te overtuigen dat dit onder de juiste voorwaarden wél kan en misschien wel moet in een circulaire economie.