Categorie: Diversen | Gepubliceerd: 11 mei 2017

De ultieme droom van Olaf Prinsen

Laat niet-verpakkingen toe in het inzamelsysteem voor kunststof verpakkingen, opperde NVRD-directeur Olaf Prinsen in debat met Cees de Mol van Otterloo. De directeur van het Afvalfonds Verpakkingen vond het prima, maar er voor betalen zal hij niet.

De directeur van het Afvalfonds Verpakkingen wilde Prinsen er wel gelijk in geven: het is inderdaad niet uit te leggen aan de burger dat het ene folie wel (want verpakking) en het andere niet (want niet-verpakking) bij het pmd mag in gemeenten. En dus zou je kunststof niet-verpakkingen best kunnen toestaan in het inzamelsysteem voor pmd. Maar, zo benadrukte de waakhond van het Afvalfonds, voor die niet-verpakkingen gaat het Afvalfonds niet betalen. Hoe de sortering en verwerking van de niet-verpakkingen dan te financieren? De Mol van Otterlo gaat er niet over en wil zich er niet mee bemoeien, liet hij weten. Mogelijke oplossingen laten zich echter raden: de burger draait ervoor op via de afvalstoffenheffing, of de producentenverantwoordelijkheid wordt flink uitgebreid, bijvoorbeeld naar speelgoedfabrikanten, producenten van tupperware, enzovoorts. Iets wat niet van vandaag op morgen geregeld lijkt. In Den Haag zal het in ieder geval niet bovenaan het lijstje met onderwerpen voor de formatiebespreking staan.

Prinsen en de Mol van Otterloo gingen gisteren in debat tijdens de bijeenkomst ‘De volgende stap voor kunststof’, georganiseerd door het Learning Center Kunststofverpakkingsafval (LCKVA). Hamvraag van de dag: hoe gaan we in Nederland verder met het kunststofdossier en wat moeten gemeenten daarover weten? Het debat zou met wat goede wil een voorproefje genoemd kunnen worden op de evaluatie van de Raamovereenkomst Verpakkingen die dit jaar plaatsvindt, al gaat het er tijdens die evaluatie bij tijd en wijle vermoedelijk steviger aan toe. Tijdens het debat gingen de heren een onderwerp als de uitbetaling van de vergoeding uit het Afvalfonds voor het aandeel niet-verpakkingen in het kunststof verpakkingsafval bijvoorbeeld vakkundig uit de weg. Het werd weliswaar even benoemd (“We schrijven elkaar nog weleens een brief”), maar inhoudelijk werd er niet op het conflict ingegaan.

Vredespijp

Prinsen opende het debat nog met een verrassende confessie. Zijn ultieme droom, woordelijk: “Dat ik en Cees niets meer met elkaar te maken hebben”. Hing de lopende discussie over de vergoeding uit het Afvalfonds voor het aandeel niet-verpakkingen de NVRD-directeur inmiddels dermate de keel uit? Was hij het inmiddels zo zat om namens zijn achterban bij het Afvalfonds te blijven hameren op het belang van een tijdige uitbetaling van de vergoeding voor kunststof? Nee, het lag anders. Als Cees en Olaf niet meer samen om tafel hoeven betekent dit dat de kringloop van verpakkingen gesloten is én dat er ook geen geld meer bij hoeft van de producenten, legde Prinsen uit. Hij wilde er maar mee zeggen: we hebben bij de evaluatie van de Raamovereenkomst Verpakkingen een gezamenlijk doel als het om de toekomst van kunststofverpakkingsafval gaat.

De directeur van het Afvalfonds betoogde dat de volgende stap voor kunststof een transformatie van de keten moet zijn. De keten die nu is ingericht op aanbod en kwantiteit moet worden ingericht op vraag en kwaliteit. Hij schreef er in de aanloop naar het debat op de website van het LCKVA al een blog over. Daarin stelde hij onder meer dat verliezen niet meegerekend zouden moeten worden voor recycling en dat eventueel vermengen in de keten voorkomen moet worden. Bij eindverwerkers moet schoon en door recyclers gewenst materiaal terechtkomen. Bij de evaluatie van de Raamovereenkomst met onder andere de NVRD hanteert De Mol van Otterloo zelfde uitgangspunten. Het zou hem verbazen als de directeur van de NVRD een heel andere kijk op de zaken heeft, stelde hij. Zo leek het erop dat Prinsen en de Mol van Otterloo ergens het afgelopen jaar samen een vredespijpje hadden gerookt. Beiden braken later ook een lans voor lange termijn zekerheid voor partijen, ruimte voor innovatie en duurzaam inkopen door de overheid. Gelukkig viel er toch nog wel wat te debatteren, want de heren mochten het dan eens zijn over de noodzaak om meer in te zetten op een op kwaliteit en vraag ingerichte, duurzaam gesloten keten, over de weg die naar zo’n gesloten keten toe leidt, gaf Prinsen toe, verschilden de meningen nog wel.

Vang

De Mol van Otterloo waagde het bijvoorbeeld een kritische noot te kraken over het Vang-beleid. Die 100-kilo-doelstelling, waar kwam die nu eigenlijk vandaan en waarom lijkt die zo heilig? Hij stelde dat de doelstelling op zijn minst slechts is uitgelegd aan gemeenten. Gemeenten zouden zich niet moeten blindstaren op huishoudens zo min mogelijk restafval laten inleveren. Blikjes zouden bijvoorbeeld prima bij het restafval kunnen. Bij hoogovens kunnen ze de metalen uit de slak uit de AEC’s immers gewoon weer opwerken tot producten. En dat telt gewoon mee als recycling. Blik uit de pmd-zak houden levert bovendien schonere metalen op. 

Prinsen wierp tegen dat de 100 kilo wel degelijk een beredeneerd getal is. Hij kwam op de proppen met een ingewikkelde som die de meeste van zijn toehoorders waarschijnlijk niet volledig volgden, maar waaruit moest blijken dat 100 kilo een logisch gekozen Vang-doel was. Blik bij het pmd was volgens hem helemaal niet zo’n vreemde keuze. Zo ziet de burger welk afval in feite grondstof is en waarde heeft.

Ketenverantwoordelijkheid

Een ander onderwerp dat de revue passeerde was de wenselijkheid van ketenverantwoordelijkheid voor gemeenten in het kunststofverpakkingendossier. De Mol van Otterloo was het er ooit in gesprek met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu snel over eens dat het logisch is kunststof net als de andere verpakkingsmaterialen onder regie van de gemeenten te brengen. Gisteren bekende hij dat er in het verleden wellicht iets te lichthartig is gedacht over de consequenties van die verantwoordelijkheid. Achteraf bleek de voorbereidingstijd voor de gemeenten te kort. Ook het herziene Uitvoerings- en Monitoringsprotocol (UMP 3.0), in feite de spelregels voor het systeem, kwam te laat [maart 2017, red.]. Het zijn zaken waar de Mol van Otterloo lering uit wil trekken voor de toekomst.

Duidelijkheid voor gemeenten

Namens de gemeenten mochten in de tweede helft van het debat Gerhard Schoonvelde (Gemeente Utrecht) en Marc Veenhuizen (Apeldoorn) aanschuiven. Zij spraken vooral de hoop uit dat met de evaluatie van de Raamovereenkomst Verpakkingen er nog dit jaar snel meer duidelijkheid komt voor gemeenten en waar mogelijk een versimpeling van het systeem. Het is tijd om knopen door te hakken, vonden de twee. Zij pleitten onder meer voor langjarige, heldere afspraken over plastic verpakkingen en drankenpakken en een heldere toereikende vergoeding voor gemeenten.

Meer weten over NVRD, Nederlandse Vereniging voor afval- en reinigingsmanagement?

» Bekijk de profielpagina op AfvalOnline of ga direct naar de website