Categorie: beleid & uitvoering | Gepubliceerd: 11 februari 2021

Producentenverantwoordelijkheid voor kauwgom onderzocht

Kauwgomproducenten krijgen de kans om zwerfafval van kauwgom vrijwillig aan te pakken, maar als dat niet werkt volgt UPV-regelgeving. Voor sigaretten komt er sowieso producentenverantwoordelijkheid.

Kauwgomproducenten zijn straks mogelijk verantwoordelijk voor de opruimkosten.

Dat schrijft demissionair staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat in een brief aan de Tweede Kamer. De brief is voornamelijk gericht op het ontmoedigen van wegwerpverpakkingen, maar gaat ook in op andere zwerfafvalgerelateerde onderwerpen.

Van Veldhoven heeft naar aanleiding van vragen van Kamerlid Maurits von Martels (CDA) onderzoek laten doen naar de verschillende beleidsopties om de vervuiling van kauwgom tegen te gaan. Dit maakt namelijk een groot deel uit van de categorie ‘klein en organisch zwerfafval’ in Nederland (13 procent). Het resultaat is een rapport van Schuttelaar. Daaruit blijkt dat er niet één sluitende oplossing is, maar een combinatie van maatregelen nodig is. Producentenverantwoordelijkheid en een gebiedsgerichte aanpak worden als meest kansrijk aangemerkt. Van Veldhoven gaat met de producenten overleggen over deze verantwoordelijkheid. De eerste inzet is daarbij een vrijwillige aanpak, zoals een convenant met afrekenbare doelen. Ze plaatst ook vast een stok achter de deur: als een vrijwillige aanpak niet tot het gewenste resultaat leidt, komt er een regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV), die uiterlijk 31 december 2024 in werking zal treden. Deze UPV-regeling wordt vast meegenomen in de voorbereiding van de door de EU-Richtlijn wegwerpplastics (Sup-richtlijn) voorgeschreven UPV’s.

Sigaretten

Voor sigaretten en andere tabaksproducten met filters zit zo'n vrijwillige tussenstap er niet meer in. De Sup-richtlijn verplicht de invoering van een UPV voor deze filters, die onder meer de kosten dekt van het opruimen en een specifieke inzamelstructuur voor de openbare ruimte. Hoe deze UPV precies wordt ingericht, stemt het ministerie van IenW af in samenwerking met het ministerie van Volksgezondheid. Het beleid moet namelijk ook in lijn blijven met het tabaksontmoedigingsbeleid. De nadere uitwerking vindt plaats via een ministeriële regeling die uiterlijk 5 januari 2022 wordt gepubliceerd en volgens de richtlijn op 5 januari 2023 in werking moet treden.

Mondkapjes

Ook mondkapjes worden momenteel veel aangetroffen in het zwerfafval. "Gelet op de urgentie" zet Van Veldhoven daarom in op maatregelen die snel uit te voeren zijn zonder het gebruik ervan te ontmoedigen. Het gaat dan om het actief promoten van herbruikbare alternatieven, bewustmaking van het juist weggooien en de milieu-impact en gezondheidsrisico’s van niet juist weggooien. Ze brengt de communicatiemiddelen over corona-zwerfafval die ontwikkeld zijn door Nederland Schoon en de Plastic Soup Foundation onder de aandacht van gemeenten.

Plastic tassen

De tasjestaks is effectief: sinds plastic draagtassen niet meer gratis verstrekt mogen worden, is het aantal in het zwerfafval met 70 procent verminderd. Populaire alternatieven zijn herbruikbare tassen en papieren tassen. Uit een analyse van CE Delft blijkt echter dat de papieren tas niet duurzamer is dan de lichte plastic tas. Herbruikbare alternatieven zijn wel duurzamer, maar het is volgens Van Veldhoven wel belangrijk is om te bezien of er per saldo sprake is van minder verbruik van grondstoffen dan wel een verplaatsing van grondstoffen gebruik en wat de milieudruk is van het alternatief. De staatssecretaris laat daarom de impact van mogelijke beleidsmaatregelen onderzoeken om de omslag naar hergebruik verder te stimuleren. Het verder verbieden van gratis tassen, ook van papier en andere materialen, is daarbij een optie.