Na Italië en Engeland wil nu ook Spanje een heffing van 45 cent per kilo op niet-recyclebaar plastic verpakkingen gaan heffen. Dat levert de staat zeker geen windeieren op.
De Spaanse regering heeft een wet ingediend om het eenmalig plastic in te dammen als gevolg van de EU-richtlijn wegwerpplastic. De belasting wordt geheven op de productie of import van niet-herbruikbare kunststof verpakkingen die op de Spaanse markt worden gebracht. Gerekend over het volume dat in 2017 op de markt werd gebracht, zou dat 724 miljoen euro aan extra belastinginkomsten hebben opgeleverd.
Vanaf 2021 zal in overeenstemming met de EU-richtlijn ook bepaalde producten worden verboden, zoals plastic wattenstaafjes, plastic rietjes en plastic bestek. De heffing op eenmalig plastic zou in 2023 ingevoerd worden op bijvoorbeeld eenmalige drinkbekers en dergelijke.
Spanje verwijst naar bijvoorbeeld Italië en het Verenigd Koninkrijk als landen die met de heffing zijn voorgegaan. Italië had dit jaar een belasting op plastics opgenomen in haar budget, ingaande 1 juli 2020. Dit werd onlangs verschoven naar 1 januari 2021. Er was bezwaar tegen gekomen, vooral uit de regio Emilia-Romagna waar veel plasticproducerende bedrijven zijn gevestigd. Zij vroegen de belasting later in te voeren vanwege de coronacrisis. Na druk van plasticfabrikanten vorig jaar halveerde de Italiaanse regering haar geplande belasting op kunststoffen al, terwijl producten die gerecycled en biologisch afbreekbaar plastic bevatten van de heffing werden uitgesloten. De belasting gaat nu 0,45 euro per kilo. Dat was in het oorspronkelijke voorstel een euro.
Het Verenigd Koninkrijk gaat per april een plastictax heffen van 0,227 euro per kilo op plastic met minder dan 30 procent recyclaat.