Provincie, gemeente en de Vereniging Afvalbedrijven (VA) hebben elkaar gevonden over de wijze waarop de stortplaats Kempenbaan herontwikkeld moet worden.
Tilburg zal de afgegraven grond niet in een geluidswal toepassen, wat
door de VA - inmiddels ondersteund door de Raad van State -wordt beschouwd
als storten zonder vergunning. In plaats daarvan zullen de
herinrichtingsplannen worden aangepast. De gemeente bestudeert nu hoe dat
allemaal zou kunnen.
De gemeente Tilburg en de VA waren het niet eens over de wijze waarop het
materiaal van de afgegraven stortplaats zou worden toegepast. De gemeente
wilde het niet-bruikbare materiaal toepassen op het resterende deel van de
stortplaats naast de snelweg, dat dient als geluidwal. De VA spande daarop een
rechtzaak aan bij de Raad van State. In een voorlopige voorziening
besliste de bestuursrechter afgelopen
augustus dat bij de wijze waarop Tilburg zich van de grond wilde
ontdoen, sprake moest zijn van een vergunningplichtige inrichting; kortom
de regels voor een stortplaats zouden van toepassing moeten zijn. Dat was
met de geluidswal niet het geval. Probleem voor Tilburg is dat als het
besluit ook in de bodemprocedure in stand blijft, het gehele project
financieel niet meer mogelijk wordt. Gemeente Tilburg heeft daarop
besloten te onderzoeken of een andere oplossing voor de herontwikkeling
mogelijk is. De gemeente zal dan ook geen gebruik maken van de door de
provincie afgegeven beschikking. Deze wordt ingetrokken. De partijen
bekijken nu in overleg wat de mogelijkheden zijn om de nieuwe bestemming
van een kantorenpark, woongebied en transferium alsnog mogelijk te maken
volgens de saneringsregels uit de Wet bodembescherming.
Om herontwikkeling van voormalige stortplaatsen te stimuleren, is naar de
opvatting van de betrokken partijen aanpassing van landelijke regelgeving
nodig. Gemeente Tilburg en de Vereniging Afvalbedrijven onderzoeken, in
overleg met de provincie Noord-Brabant, op welke wijze het herinrichten
van Kempenbaan alsnog mogelijk is.
Volgens provincie, gemeente en de VA heeft deze zaak er toe geleid dat er
wordt nagedacht over aanpassing van de wetgeving over herontwikkeling van
voormalige stortplaatsen. Saneren van deze stortplaatsen is in het belang
van het milieu en maakt ruimtelijke ontwikkeling mogelijk. Onder meer
vanwege het hoge belastingtarief dat vaak voor het afvoeren van afgegraven
materiaal van voormalige stortplaatsen is verschuldigd, komt dat
onvoldoende van de grond. Verlaging van het tarief is door de zaak
bespreekbaar geworden. De betrokken partijen - de ministeries van VROM en
Economische Zaken, het Interprovinciaal Overleg, de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten en de Vereniging Afvalbedrijven - zien het grote
belang daarvan in. Uit het concept van het tweede Landelijk
afvalbeheerplan dat op 9 maart naar de Tweede Kamer is gestuurd, blijkt
dat het ministerie van VROM met betrokkenen wil komen tot een aanpak van
oude stortplaatsen die het herontwikkelen van de ruimte op
milieuhygiënisch en economisch verantwoorde wijze stimuleert.
» Bekijk de profielpagina op AfvalOnline of ga direct naar de website
» Bekijk de profielpagina op AfvalOnline of ga direct naar de website