Categorie: Circulaire activiteiten | Gepubliceerd: 26 januari 2022

'Lage recyclingcapaciteit remt gescheiden inzameling luiers'

Gemeenten en inzamelaars vinden dat er te weinig recyclinginstallaties zijn voor luiers en incontinentiemateriaal. De stap om deze afvalstroom apart in te zamelen wordt daarom niet gemaakt of er wordt gestopt met de inzameling.

Luiers vormen een aanzienlijk deel van het restafval van de gemiddelde Nederlander.
Foto: 123rf.com/Oksana Tkachuk

Uit een enquête van de NVRD en Rijkswaterstaat onder gemeenten en inzamelaars blijkt dat respondenten de te lage recyclingcapaciteit voor luiers en incontinentiemateriaal als het grootste knelpunt zien om deze afvalstroom gescheiden in te zamelen. Een kwart van hen geeft aan hier tegenaan te lopen. Verder zeggen respondenten vooral behoefte te hebben aan meer informatie over recyclingcapaciteit en inzichten in de kosten en opbrengsten van het apart inzamelen.

Bemoedigend is dat uit de enquête blijkt dat gemeenten die luiers wel apart inzamelen aangeven dat er vanuit bewoners positief wordt gereageerd en dat er veel gebruik wordt gemaakt van de inzamelmogelijkheden. Ook valt de zuiverheid van de ingezamelde stroom gemeenten zeker niet tegen. Aparte inzameling gebeurt veelal op dezelfde manier met containers bij kinderdagverblijven, centrale plekken in de gemeente of bij verzorgingscentra. Het vinden van geschikte inzamellocaties wordt door sommige gemeenten overigens ook als knelpunt genoemd.

Eén alternatief voor verbranding

Sinds begin dit jaar wil afvalverwerker ARN in Weurt na jaren van proeven 15 kton luiers en incontinentiemateriaal op jaarbasis gaan verwerken. Bij de officiële openingshandeling van de verwerkingsinstallatie afgelopen zomer meldde het bedrijf echter al dat deze voorlopig vol zit. Wel beschikt ARN over uitbreidingsmogelijkheden, want de vergunning geeft het bedrijf toestemming om 27 kton per jaar te verwerken. Verder zijn er op dit moment in Nederland geen installaties die luiers kunnen verwerken, anders dan de afvalenergiecentrales.

In een verkenning naar knelpunten voor het sluiten van de keten van luiers concludeerde consultant Tauw eind vorig jaar nog dat er niet één doorslaggevende reden is waardoor de recyclingcapaciteit voor luiers achterblijft in Nederland. Veelgenoemde redenen door betrokkenen zijn dat het ontbreekt aan een harde eis vanuit de overheid, dat luiers onvoldoende circulair worden ontworpen en dat het onzeker is of er naast de ‘first-movers’ uiteindelijk ook voldoende andere gemeenten over de streep kunnen worden getrokken om grootschaliger gescheiden luierinzameling te realiseren. Verder zijn er tot op heden onvoldoende mogelijkheden tot afzet van secundaire producten en het is niet duidelijk of en binnen welke termijn hiervoor de gewenste einde-afval status kan worden verkregen en er is een onrendabele top voor recycling versus het verbrandingsscenario.

Ketenproject luiers

Door het gebrek aan recyclingcapaciteit belanden veel luiers en incontinentiemateriaal op dit moment nog met het restafval in verbrandingsovens. Gemiddeld is deze afvalstroom goed voor liefst 8 procent van het totale restafval per persoon. De NVRD werkt samen met Rijkswaterstaat, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het ministerie VWS aan het sluiten van de keten van luiers om dit percentage terug te dringen. De resultaten van de enquête worden gebruikt om via het Ketenproject luiers de inzameling en recycling van luiers en incontinentiemateriaal een impuls te geven.