In plaats van een nationaal verbod wil staatssecretaris Vivianne Heijnen liever een ander traject dat moet zorgen dat niet-verkochte goederen niet meer worden vernietigd. Toch gaat ze met het verzoek van de Tweede Kamer aan de slag.
Tijdens het tweeminutendebat Circulaire Economie van 8 december diende Stieneke van der Graaf (ChristenUnie) een motie in voor een verbod op het vernietigen van niet-verkochte goederen. Ondanks dat staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) deze motie ontraadde, werd de motie wel met een meerderheid in de Tweede Kamer aangenomen.
In een brief aan de Tweede Kamer laat de staatssecretaris vandaag (2 maart) weten met dit verbod aan de slag te gaan. Met tegenzin, zo lijkt het, want in haar brief geeft ze enkele redenen aan waarom een EU-verbod haar voorkeur heeft in plaats van een nationaal verbod. Zo vindt ze dit zaken die op Europees niveau geregeld dienen te worden. Wetgeving op EU-niveau draagt immers bij aan het creëren van een gelijk speelveld binnen de EU voor bedrijven en het beperken van de administratieve lasten. Daarnaast kost het voorbereiden van nationale wetgeving tijd, ten minste twee jaar. Gelet op de Europese ontwikkelingen is er grote kans dat de Europese regelgeving voor of gelijktijdig met de nationale wetgeving van kracht zou worden en de nationale regels op de Europese zouden moeten worden aangepast of zelfs weer moeten worden ingetrokken.
Ondanks deze bezwaren gaat Heijnen toch met dit nationale verbod aan de slag. Hiervoor treedt ze in overleg met buurlanden om te bezien of ze bereid zijn gezamenlijk te werken aan nationale implementatie van een verbod op vernietiging van onverkochte goederen en het nationaal bevorderen van reparatie (recht op reparatie), parallel aan het Europese onderhandelingsproces over deze onderwerpen. Daarnaast gaat ze een verkenning uitzetten naar de (juridische) mogelijkheden voor nationale regelgeving, in lijn met Frankrijk dat al een dergelijk verbod kent. Heijnen hoopt de Kamer tegen het eind van het jaar over beide sporen te kunnen informeren.
De staatssecretaris blijft zich echter ook op Europees niveau inzetten voor een ambitieus EU-beleid op beide onderwerpen. Zo is de inzet van Nederland, samen met enkele andere EU-lidstaten, om het verbod op de vernietigen van onverkochte goederen als EU-breed verbod mee te nemen tijdens de onderhandelingen over de Kaderverordening voor Ecodesign voor duurzame producten.
»
Kamerbrief staatssecretaris Heijnen over motie Van der Graaf
(CU)