Het kabinet gaat de gereserveerde middelen uit het Klimaatfonds niet gebruiken om AEB te kopen, met als doel om het bedrijf te sluiten. Er zijn onder meer nog niet voldoende alternatieven voor de verwerking van het afval dat bij AEB ligt.
Het kabinet gaat de financiering uit het Klimaatfonds niet gebruiken om AEB te kopen en het afval- en energiebedrijf vervolgens te sluiten. Het Klimaatfonds is een belangrijk instrument om financiering mogelijk te maken voor maatregelen die bijdragen aan de verduurzaming van de verschillende sectoren, zodat het doel van ten minste 55 procent CO2-reductie in 2030 kan worden behaald. Voor maatwerkafspraken met afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s), onder meer om hun capaciteit af te bouwen, zijn middelen gereserveerd binnen dit fonds. Deze middelen zijn bedoeld om de installaties te verduurzamen, maar het kopen van een bedrijf om het te sluiten valt buiten de scope.
Dat laat demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) weten in reactie op Kamervragen van Wybren van Haga (Groep Van Haga). Nadat de Autoriteit Consument & Markt de geplande overname van AEB Amsterdam door AVR eind mei blokkeerde, staat AEB sinds afgelopen juni weer te koop. Het kabinet wil de afvalverbrandingscapaciteit verminderen. Daarom vroeg het Kamerlid naar de mogelijkheden om AEB te kopen om het bedrijf vervolgens te sluiten. Heijnen beschouwt de route van versneld uit de markt halen van verbrandingscapaciteit als te veel overheidsingrijpen en wil de afschaling van de verbrandingscapaciteit liever via een natuurlijker verloop realiseren.
Daarnaast ziet Heijnen een acute volledige sluiting van AEB niet zitten, omdat er op korte termijn niet voldoende alternatieven zijn voor de verwerking van al het afval dat het Amsterdamse afvalbedrijf nu verwerkt. De afvalverbrandingscapaciteit bij AEB wordt voor langere periodes volgepland met zowel binnenlands als buitenlands afval. Als al dit afval op een andere plek ‘tussendoor’ moet worden verwerkt, kan dit voor stagnatie binnen de afvalbeheerketen zorgen. Een ander argument tegen een acute volledige sluiting is dat AEB momenteel energie in de vorm van elektriciteit en warmte levert aan woningen en bedrijven. Als deze energiebron wegvalt, bestaat de mogelijkheid dat er tijdelijk moet worden teruggevallen op een ‘grijzere’ bron.
AEB verwerkt jaarlijks 1.325 kton afval in haar afvalverbrandingsinstallatie. Dit is ongeveer 18 procent van de totale capaciteit in Nederland. De vergunde verbrandingscapaciteit van AEB is 1.350 kton afval, ongeveer 16 procent van de totale vergunde capaciteit in Nederland. Afgelopen juli liet Heijnen nog weten dat de gesprekken tussen het ministerie van IenW en de Vereniging Afvalbedrijven over de geleidelijke afbouw van de verbrandingscapaciteit zijn beëindigd, zonder dat ze tot een overeenkomst zijn gekomen.