Categorie: Producten | Gepubliceerd: 26 februari 2024

Opnieuw vergrootglas op geschil over pmd-vervuiling

Het conflict tussen de Nederlandse gemeenten en het Afvalfonds Verpakkingen over te vervuild pmd laait weer op. Pointer wijst op een bedrag van 9 miljoen euro aan niet uitbetaalde vergoedingen dat op de rekening van het Afvalfonds blijft staan.

Afgelopen zaterdag besteedde het KRO-NCRV-programma Pointer aandacht aan de kwestie. Aanleiding vormde de motie die de gemeente Losser in december had ingebracht tijdens de Algemene Ledenvergadering van de VNG en die met ruim 99 procent was aangenomen. De motie roept het VNG bestuur op om in aanloop naar de nieuwe Ketenovereenkomst met het Afvalfonds Verpakkingen duidelijkere afspraken te maken over afkeur en vervuiling van verpakkingsafval en transparantie over de kostenvergoedingen. Nu mag het pmd maximaal 15 procent vervuiling bevatten, wil een gemeente in aanmerking komen voor een vergoeding van 245 euro per ton vanuit het Afvalfonds.

Oplopende kosten

In de uitzending van Pointer komt naar voren dat gemiddeld 10 procent van het ingezamelde pmd van Nederlandse gemeenten wordt afgekeurd door het Afvalfonds vanwege vervuiling of ‘versmering’ door etensresten. Het geld dat het Afvalfonds niet uitbetaalt bij een afgekeurde vracht is inmiddels opgelopen tot een bedrag van ruim 9 miljoen euro, en dat blijft op de rekening bij het Afvalfonds staan. Omdat gemeenten daarmee niet alleen geld mislopen, maar ook extra geld moeten betalen voor de verbranding van deze afgekeurde vrachten, lopen de kosten van gemeenten op. In Borger-Odoorn met ruim een ton, in Pijnacker-Nootdorp bijna 2 ton, in Middelburg met 4 ton en Enschede met ruim 2 miljoen euro, zo blijkt uit onderzoek van Pointer.

Paul Hofman, wethouder in Rheden en portefeuillehouder voor de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), vindt dat producentenverantwoordelijkheid niet mag leiden tot meer kosten voor inwoners en gemeenten. Hij pleit dan ook voor een ruimere norm voor de goedkeur van pmd en meer grip op de reden van goed- en afkeur.

'Goede inzameling cruciaal'

De reactie van het Afvalfonds Verpakkingen is bekend. De stichting wil, naast nascheiding, toe naar één systeem van bronscheiding, laat directeur Hester Klein Lankhorst via LinkedIn weten. Nu zijn gemeenten vrij in de keuze hoe zij het pmd willen inzamelen. Klein Lankhorst: “We willen en moeten zoveel mogelijk verpakkingen recyclen. Daarvoor is een goede inzameling cruciaal. 15 procent vervuiling bij pmd is net voldoende om goed te kunnen recyclen, liever gaan we, zoals afgesproken met gemeenten, naar 10 procent. Alleen dan kan zoveel mogelijk pmd weer verpakking worden. Ter vergelijking: de vervuiling bij glas en papier ligt onder de 5 procent. Met een lading pmd vervuild met schoenen, oude kleding en kapotte gebruiksvoorwerpen kunnen we helaas niets meer en dat moeten we ook niet willen. Dan komt er geen circulaire economie voor verpakkingen. En gelukkig zijn er veel gemeenten waar het goed lukt. Waar het de consumenten makkelijk wordt gemaakt om goed te scheiden, want dat is het allerbelangrijkste. Daarom roepen wij gemeenten op om niet allemaal het wiel opnieuw uit te vinden en naar één goed en gemakkelijk systeem voor scheiding van pmd te gaan, net zoals de Belgen dat doen. En het werkt, zij zijn de nummer 1 van Europa. Één systeem van bronscheiding, naast het nascheidingsysteem dat in veel grote steden en Friesland wordt toegepast, want dat werkt ook erg goed.”

Onafhankelijk gespreksleider

De moeizame onderhandelingen over de nieuwe Ketenovereenkomst Verpakkingen tussen het Afvalfonds en de gemeenten kwamen twee weken geleden ook ter sprake in de Tweede Kamer. Daar vroeg Olger van Dijk (NSC) aan demissionair staatssecretaris Vivianne Heijen of zij geen regierol in de gesprekken kon nemen. Die reageerde dat ze geen partij was in de afspraken tussen deze twee partijen, maar vanuit haar systeemverantwoordelijkheid voor UPV wilde ze wel dat de partijen er samen uitkomen. Ze beloofde daarvoor een onafhankelijke gespreksleider beschikbaar te stellen en de Kamer vóór de zomer te informeren over de voortgang.