Demissionair staatssecretaris Thierry Aartsen heeft acht concrete acties en maatregelen genomen om grip te krijgen op de toepassing van staalslakken en de handhaving hiervan. Afvalbedrijven zullen de uitwerking van het Beleidskader secundaire bouwstoffen met veel interesse gaan volgen.
Op basis van diverse onderzoeksrapporten en incidenten met de toepassing van staalslakken (bijvoorbeeld in Eerbeek en Spijk) drukte Aartsen (Infrastructuur en Waterstaat) afgelopen zomer al op de pauzeknop voor toepassingen van niet-vormgegeven bouwstoffen met daarin meer dan 20 massaprocent LD/ELO-staalslak op of in de landbodem. Het ging dan om situaties waarin die landbodem meer dan 0,5 meter dik of om locaties waar direct contact met het materiaal of het stof daarvan mogelijk is. In een noodregeling introduceerde hij op grond van het voorzorgsbeginsel ook een vergunningplicht voor de overige toepassingen van niet-vormgegeven bouwstoffen.
In een Kamerbrief zet Aartsen nu acht acties op een rij die stap voor stap moeten zorgen voor een betere toepassing van staalslak. Allereerst doet het RIVM onderzoek naar de pH-effecten en milieu- en gezondheidsrisico’s van staalslakken. De resultaten van de eerste onderzoeken die vooral reeds beschikbare kennis samenvatten, worden volgend jaar verwacht. De resultaten van veld- en labonderzoek naar staalslakken heeft een doorlooptijd van enkele jaren.
De tweede actie omvat de voorbereiding van maatregelen voor na afloop van de tijdelijke regeling. Genoemde pauzeknop wordt in principe voor een jaar ingedrukt en kan maximaal met een half jaar worden verlengd. Aartsen oriënteert zich daarom op vervolgmaatregelen, waaronder mogelijke combinaties van een verbod, vergunningplicht of meld- en registratieplicht. Daar wil hij begin 2026 een besluit over zal nemen.
Een derde actie is de invoering van een informatie- en meldplicht per 2026 voor alle toepassingen van staalslak, inclusief waterbouwslak en geïmporteerde staalslak, zodat er een volledig instrumentarium beschikbaar is. Met de meldplicht wordt het verboden om niet-vormgegeven bouwstoffen met daarin meer dan 20 massaprocent staalslak toe te passen zonder dat de datum van het begin van deze activiteit ten minste een week voorafgaand aan de activiteit is gemeld. Bevoegd gezag kan dan, in het geval van niet-melden besluiten om de toepassing stil te leggen. Ook dient een melding te worden gepubliceerd door het bevoegd gezag, waarmee het bijvoorbeeld voor omwonenden duidelijk is waar staalslak wordt toegepast. Met de informatieplicht is degene die van plan is om niet-vormgegeven bouwstoffen met daarin meer dan 20 massaprocent staalslak toe te passen, verplicht daarover minimaal vier weken van te voren gegevens en bescheiden te verstrekken aan het bevoegd gezag.
Een traject met VNG, IPO en waterschappen om gezamenlijk op te trekken bij de aanpak van bestaande toepassingen is de vierde ingezette actie. Afgelopen maand is de Taskforce Bestaande Toepassingen Staalslak (TBTS) gestart met als doel het risicogericht inventariseren van bestaande toepassingen van staalslak. Deelnemers willen zich gezamenlijk inspannen om relevante kennis over toepassing van staalslak en eventuele risico’s beschikbaar te stellen aan burgers en bedrijven.
Actie 5 ziet toe op bestuurlijke ondersteuning bij de complexe situatie in Spijk. Bij de aanleg van een golfbaan is hier onvoldoende rekening gehouden met toepassingsbeperkingen en wettelijke eisen voor het toepassen 650 kton van staalslak. Dit materiaal ligt nu in een tijdelijk depot, totdat een definitieve oplossing is gevonden en is gedeeltelijk in de slappe bodem gezakt. Door contact met regenwater en grondwater ontstaan verontreinigingen in het grondwater en het oppervlaktewater. Scenario’s voor oplossingen worden nu in samenwerking met decentrale overheden uitgewerkt.
De zesde actie betreft het maken van bestuurlijke afspraken met Zeeland. De provincie kwam eerder met de staatssecretaris overeen dat er tot 23 juli 2026 fysiek geen staalslak in de Oosterschelde zal worden toegepast. In het nieuwe jaar wordt er verder gesproken over deze afspraken.
Producenten, verwerkers en gebruikers van staalslakken zijn in het kader van actie 7 aangeschoven aan de industrietafel staalslakken. Na een uitwisseling van ervaringen aan de tafel wordt begin 2026 in een vervolgsessie gekeken naar behandelings- en stabilisatietechnieken, alternatieve toepassingstrajecten en de voorwaarden waaronder bepaalde toepassingen mogelijk wél verantwoord kunnen plaatsvinden. De resultaten worden betrokken bij de voorbereiding van de permanente regelgeving.
De achtste actie is misschien wel het meest interessant voor de (bredere) afvalsector. Het gaat daarbij om een uitwerking van het Beleidskader secundaire bouwstoffen. Het doel van dit beleidskader is dat stromen zo hoogwaardig mogelijk worden verwerkt en toegepast en er tegelijkertijd bij toepassing geen milieu- en gezondheidsschade wordt veroorzaakt. Het kader wordt zo ingericht dat producenten hun verantwoordelijkheid nemen in de gehele keten voor de kwaliteit van het materiaal, goed in zicht is waar secundaire bouwstoffen worden toegepast via registratie en monitoring en oor iedereen duidelijk is wanneer een secundaire bouwstof niet of niet lang een afvalstof is maar een einde-afvalstof of bijproduct. Cruciaal is verder dat met het kader toezichthouder in staat worden gesteld hun werk goed uit te voeren.
Voor de zomer hoopt Aartsen een visie op secundaire bouwstoffen met de Tweede Kamer te kunnen delen. Daarna worden de concrete maatregelen uitgedacht en gewogen zodat door de ketens heen een pakket aan maatregelen wordt gevormd. Hierover hoopt de staatssecretaris de Kamer voor het einde van 2026 te informeren. Vorig jaar waarschuwde de Algemene Rekenkamer nog dat er snel maatregelen nodig zijn die hoogwaardig gebruik van bouwstoffen én bescherming van de bodem garanderen.
»
Kamerbrief over staalslak en beleidskader secundaire
bouwstoffen