Categorie: Ketens en markten | Gepubliceerd: 01 juni 2022

AVR en AEB vragen vergunning aan voor overname

Omdat de overname van AEB door AVR mogelijk een negatieve invloed heeft op de concurrentie in de afvalmarkt, hebben de bedrijven hiervoor een vergunning nodig.

Rokende schoorstenen bij AEB in Amsterdam.
Foto: AEB

AVR en AEB hebben de Autoriteit Consument en Markt (ACM) afgelopen vrijdag (27 mei) officieel om toestemming gevraagd voor de overname via een zogenoemde concentratiemelding. De ondernemingen meldden hun plannen voor de overname eerder al op 3 januari aan de ACM. Op 11 april besloot de concurrentiewaakhond vervolgens dat er een vergunning nodig is voor deze overname. Dit omdat de overname mogelijk een negatieve invloed heeft op de concurrentie in de Nederlandse afvalmarkt.

Mededingingsrisico’s

In het westen van het land, waar zowel AEB als AVR actief is, zijn er weinig andere concurrerende bedrijven. En de bedrijven die er zijn, zijn een stuk kleiner. Daarom bestaat de kans dat daar na de overname voor gemeenten en ontdoeners te weinig te kiezen overblijft, stelde de ACM eerder vast na een eerste onderzoek naar de overnameplannen. De ACM liet weten zich in vervolgonderzoek te gaan richten op de gevolgen voor de verwerking van huishoudelijk afval, bedrijfsafval en licht verontreinigd afval. Ook kijkt de autoriteit naar de concurrentiegevolgen voor nascheiding. AEB en AVR hebben namelijk beide scheidingsinstallaties. Andere afvalverwerkers met scheidingsinstallaties zitten vol of liggen verder weg. Wanneer AEB en AVR na de overname zouden besluiten hun prijzen te verhogen, zouden hun klanten daarom geen volwaardig alternatief hebben, vreest de ACM. 

Verder denkt ACM dat de overname kan leiden tot minder kwaliteit, minder innovatie en minder investeringen in duurzaamheid, omdat de concurrentie afneemt. Op het gebied van licht verontreinigd afval blijft er na de overname in Nederland één concurrent van enige omvang over: ARN in Weurt. Ook die zit echter vol, volgens de ACM. Bedrijven en overheden kunnen na de overname met dit soort afval dus alleen nog bij AVR/AEB terecht. Ook dat kan leiden tot hogere prijzen. 

Reacties op vergunningaanvraag

Belanghebbenden hebben zeven dagen tijd (gerekend vanaf 31 mei) om te reageren op de vergunningsaanvraag van AVR en AEB. Reacties moeten gericht worden aan de Directie Mededinging van de ACM. Tegenover Vakblad Afval! lieten voorname concurrenten als Attero en EEW Energy From Waste eerder weten vooral voordelen te zien van de privatisering van AEB. Zij menen onder andere dat de overname door AVR goed is voor de ontwikkeling van een gelijk speelveld op de markt. Als gevolg van de overname zal in de toekomst meer afval via aanbestedingen op de markt komen. Een afbouw van inbestedingen juichen de bedrijven toe. Verder verwachten de bedrijven geen directe gevolgen van de overname.