Categorie: Diversen | Gepubliceerd: 07 februari 2023

NCCE23: 'Het gaat nu over het peloton'

Een opgave om moedeloos van te worden? Of een uitdaging die we enthousiast aan blijven gaan? Voor ondernemers is de gewenste overgang naar een circulaire economie in ieder geval geen gemakkelijke.

Dat bleek maar weer tijdens de Nationale Conferentie Circulaire Economie 2023 (NCCE23) dat dit jaar als thema ‘Ondernemen voor de toekomst’ had. Illustratief was het relaas van familiebedrijf RPP Kunststofoplossingen, dat de afgelopen jaren bouwde aan de fabriek van de toekomst: de Duurzame Kunststoffabriek. Het nieuwe, toekomstbestendige bedrijfspand in Nieuwleusen is duurzaam gebouwd en volledig demontabel, waarbij veel gemaakt is van gerecycled of gerefurbished materiaal. “Het is nu een Living Lab geworden”, vertelde directeur Emmelien Regeling met gepaste trots, maar het had veel tijd en moeite gekost om de vergunningen en financiering voor elkaar te krijgen. Of ze het met de kennis van nu weer zo zou doen? Nee, luidde het eerlijke antwoord. Belangrijke boodschap die ze voor het publiek had, was toch vooral stapjes die worden gezet te delen, zodat bedrijven en organisaties in de transitie naar een circulaire economie van elkaar kunnen leren.

'Tragiek van het kleine bedrijf'

De NCCE23 vond dit jaar plaats in Zwolle in plaats van in Den Haag. Een conferentie ‘in de regio’ dus, en dat bleek een belangrijk thema. Want hoewel het beleid voor de transitie naar een circulaire economie vanuit Den Haag komt, is het vooral aan de regio’s en de lokale bedrijven om hier uitvoering aan te geven. Staatssecretaris Vivianne Heijnen, die een korte samenvatting gaf van haar pas gepubliceerde Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE), gaf aan graag in de regio’s te komen om de praktijk te ervaren. “Ik zie vaak hele inspirerende, circulaire initiatieven vanuit de regio. De verbinding van Den Haag met de rest van Nederland is erg belangrijk.”

Evert Jan van Nijen (l) van Vereniging Circulair Friesland, en Marcel Hielkema van VNO-NCW Midden tijdens NCCE23.

Tegelijkertijd is het vaak dat kleinere bedrijf in de regio dat moeite heeft om circulair te worden. De tragiek van het kleine bedrijf, noemde PBL-directeur Marko Hekkert dat. Hoewel er goede ideeën kunnen zijn, ontbreekt het vaak aan capaciteit of liquide middelen om verandering door te voeren. Bovendien zijn Nederlandse investeerders over het algemeen nog erg conservatief met investeren in circulaire bedrijven. Inspiratie om de circulaire economie in de regio ook meer handen en voeten te geven, kwam vanuit het noorden en oosten van het land. Evert Jan van Nijen, directeur van de Vereniging Circulair Friesland, en Marcel Hielkema van VNO-NCW Midden, vertelden over de kracht van regionale samenwerking. Met ideeën over onder meer circulair en biobased bouwen, het opschalen van het mkb, en inzetten op jongeren via onderwijs wilden zij invulling geven aan de regioparagraaf 2.3 van het NPCE en zo bijdragen aan het behalen van de doelstellingen.

En dat soort hulp is hard nodig, want op de huidige manier gaan we de circulaire doelen van 2030 en 2050 niet halen, waarschuwde Hekkert nogmaals. En de focus moet ook komen te liggen op minder materiaalgebruik en materialen langer in de keten houden, want recycling gebeurt over het algemeen al veel. Verder moet de circulaire economie hoger op de agenda komen te staan, ook bij andere ministeries. 

Reacties NPCE

Schaalvergroting, het peloton of de massa meekrijgen, extra stappen zetten: stuk voor stuk kreten die gisteren tijdens het NCCE23 te horen waren. Maar eerlijk gezegd zijn dat geen onbekende geluiden. Denk maar aan het NCCE22 of NCCE21. Het verschil hoopt Heijnen nu te maken met het NPCE. De eerste reacties daarop waren overigens positief. “Het lijkt erop dat we het Silicon Valley van de circulaire economie kunnen gaan worden in Nederland. De overheid moet dan wel wet- en regelgeving maken om echt ketens te laten ontstaan”, reageerde Omrin-directeur John Vernooij. En: “We moeten sneller en dit programma gaat dat makkelijker maken”, aldus Deborah van der Zee-Denekamp, vicepresident Foods bij Unilever Benelux. Belangrijkste aandachtspunt voor de komende jaren is meer samenwerking in ketens, zo bleek uit onderzoek in de zaal. In de wandelgangen was daarnaast ook frustratie te horen over bijvoorbeeld de diverse verkenningen die nog moeten plaatsvinden voordat verdere maatregelen vorm kunnen krijgen, onduidelijkheid over monitoring, of de uitdaging om de doelen uit het NPCE te verbinden met doelstellingen vanuit andere ministeries. Zo lijken bijvoorbeeld de woningbouwafspraken van lokale overheden met minister Hugo de Jonge, die eerder richting ‘zo snel mogelijk, zo veel mogelijk’ gaan, lastig te combineren met circulair bouwen, zoals wel bleek uit de ervaringen van RPP Kunststofoplossingen. Het blijven voorlopig dus uitdagende tijden, maar de wil om verder te komen, is er in ieder geval.

Aan het eind van de middag werden gaven Aniek Moonen, voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging, en Laura de Vries, klimaatambassadeur van de toekomst, een persconferentie in de stijl van de coronapersconferenties van Mark Rutte en Hugo de Jonge. Hun boodschap luidde: ga met het klimaat- en grondstoffenbeleid om als met het coronabeleid. Nu hard ingrijpen dus. De middag eindigde met het uitreiken van de Circular Awards.