De Inspectie Leefomgeving en Transport heeft Stichting Open een waarschuwing gegeven, omdat de producentenorganisatie de wettelijke inzameldoelstelling voor AEEA niet haalt.
Afgelopen mei plofte er bij Stichting Open een officiële waarschuwing van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) op de mat voor het missen van de wettelijke inzameldoelstelling voor afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA). De inspectiedienst heeft de producentenorganisatie verzocht om vóór 1 oktober aanstaande een concept plan van aanpak op te stellen om de doelstelling alsnog te halen. Dat laat de ILT weten na vragen hierover van AfvalOnline.
De ILT verwacht van het plan van aanpak een analyse waarom de doelstelling niet gehaald wordt en maatregelen om dit doel dichter te benaderen. Als het plannen binnen is, zal de ILT dit beoordelen en afwegen of dit aanleiding geeft tot vervolgstappen, geeft een woordvoerder aan. Stichting Open heeft tot uiterlijk 1 december 2024 de tijd voor een definitief plan van aanpak. Is dit plan onvoldoende, dan zijn er verschillende interventies mogelijk.
Eerder deze maand concludeerde de ILT nog dat een vergelijkbaar plan van Verpact voor het verbeteren van de inzameling van plastic drankflessen tekortschoot. Dit leidde tot het opleggen van lasten onder dwangsom aan deze producentenorganisatie.
In een ILT-rapport over het VTH-stelsel dat specifiek inzoomde op de inzameling en verwerking van AEEA, constateerde de dienst vorig jaar al dat het gat tussen het inzameldoel van 65 procent en de realisatie alleen maar groter wordt. Handhavend optreden zou juridisch echter lastig zijn.
Volgens de woordvoerder heeft dat te maken met uitspraken van de Raad van State over de inzamelnorm met betrekking tot verpakkingsglas in 2020. Daarin wordt gesteld dat de ILT geen lasten mag opleggen die strekken tot het behalen van de norm. Wat de ILT echter wel mag doen, is concrete lasten opleggen die leiden tot het dichter benaderen van de norm of lasten gericht op het doen van onderzoeken die kunnen leiden tot dergelijke maatregelen. Die weg kan de inspectiedienst dus bewandelen mochten de plannen van Stichting Open worden beoordeeld als ‘onvoldoende’.
Stichting Open moet in het kader van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid 65 procent inzameling realiseren van het driejaarsgemiddelde van alle apparaten die op de markt zijn gebracht. Hoewel de inzameling van AEEA in 2023 nog met 9 procent steeg, kwam het inzamelingspercentage PoM (Put on Market) met 29 procent maar een fractie hoger uit dan een jaar eerder. Zonnepanelen buiten beschouwing gelaten (en dat mag voor de doelstelling) ziet de prestatie er met 43 procent een stuk beter uit, maar het is nog lang geen 65 procent. Wat uiteraard niet helpt is dat er steeds meer apparaten met een lange levensduur op de markt komen, zoals dus zonnepanelen, maar bijvoorbeeld ook elektrische fietsen.
De regeling AEEA beschrijft overigens nog een alternatieve methode om de inzameldoelstelling te behalen: 85 procent van de AEEA die in een jaar is afgedankt inzamelen. Voor 2023 komt Stichting Open dan uit op een inzamelpercentage van 60 procent. Stichting Open-voorzitter Steven van Eijck concludeerde daar onlangs uit “dat we op de goede weg zijn”, maar het is maar zeer de vraag of de ILT daar ook zo naar kijkt.