Nederlandse bedrijven hebben grote moeite met de Franse markt. Een aantal heeft met de overheid een convenant gesloten om dat te doorbreken. Deel 3: Daly Plastic.
Leveranciers met ervaring op de Franse markt lopen regelmatig tegen een muur van protectionisme op. Dat begint al met de taal. Geen Fransman spreekt Engels, en geen Nederlander voldoende Frans om goed met zijn potentiële Franse klant te communiceren.
Het probleem van taal is door Daly Plastic ondervangen. Zij hebben Jordan Petit in dienst genomen voor de inkoop van plastics in Frankrijk. Van origine een Fransman onderschrijft hij de problemen waarmee Nederlandse bedrijven in Frankrijk worstelen. “Ook al spreek je goed Frans, je loopt als niet Fransman toch stuk op dialecten en tongvallen. Dat geeft miscommunicatie en onbegrip. Daarbovenop komt het grote verschil in cultuur. Frans zakendoen gaat via relaties, en die moet je kweken. Dat kost tijd, heel veel tijd, en energie”.
Ondanks dat Petit kind aan huis is in Frankrijk, doet Daly Plastics ook mee met de PIB Frankrijk, het stimuleringsprogramma voor de export van afvaltechnologie en kennis naar Frankrijk. “Frankrijk is een groot land en dus moet je iedere mogelijkheid aangrijpen om het netwerk te vergroten. Ik verwacht dat we met de PIB als groep gezamenlijk gaan optrekken om de markt verder te veroveren.” Dat is ook nodig want volgens Petit ontwikkelt de Franse markt zich snel. “Wij kunnen niet om de Franse markt heen. Afval dat ongesorteerd naar de stort of verbrandingsoven wordt gebracht neemt snel af. Je ziet overal in het land belangstelling voor sorteren en afzetten van reststromen. Daarvoor komen ze dan naar Duitsland en Nederland; de twee landen die op het gebied van recyclingtechnologie een uitstekende naam hebben.”
Daly Plastic staat begin december als exposant op de Pollutec, de milieuvakbeurs in Lyon. Samen met zes andere PIB-deelnemers bemannen ze het Holland Paviljoen.
» Bekijk de profielpagina op AfvalOnline of ga direct naar de website